
Welkom, Mgr De Kesel!
De benoeming van onze nieuwe aartsbisschop door paus Franciscus op 6 november 2015 was voor heel wat mensen een verrassing, ook voor de man in kwestie zelf … Maar bij velen onder ons maakte de verrassing snel plaats voor grote vreugde, want onze nieuwe aartsbisschop is geen onbekende!
Toen kardinaal Danneels hem op 26 mei 2002 in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel tot bisschop wijdde, koos monseigneur De Kesel als bisschopleuze een heel mooie tekst van de Heilige Augustinus:
‘Wat ik voor u moet zijn, vervult mij met vrees; wat ik met u mag zijn, is mij een troost. Want voor u ben ik bisschop, maar mét u ben ik christen. Het eerste wijst me op mijn plicht, het andere op de genade.’
Door voor die tekst te kiezen maakte de nieuwe bisschop duidelijk dat hij zijn gehele opdracht ziet als een dienst aan de kerkgemeenschap, in een geest van totale beschikbaarheid.
Door zijn werk als hulpbisschop voor de territoriale pastoraal in Brussel begreep hij heel snel de plaats van een minderheidskerk in een geseculariseerde samenleving. Toen hij de fundamenten legde voor de pastorale eenheden, was dat veeleer vanuit zijn zorg dat christenen hun relatie met de Heer konden verdiepen om zo beter ‘rekenschap te geven van de hoop die in hen leeft’ (1 Petr 3, 15), en niet zozeer als een simpele reorganisatie van het pastorale kader.

Die bekommernis valt ook af te lezen uit zijn wapenschild. Men ziet er eerst het Lam – kleine knipoog naar Gent, het bisdom waaruit hij afkomstig is – en het mystieke Lam van zijn kathedraal – het Lam dat symbool staat voor de gestorven en verrezen Christus waarvan zij door ons doopsel het zegel dragen als een oproep om er nederig van te getuigen; daarnaast is er ook een grote stad met daarin ‘een onafzienbare menige, die niet te tellen was, uit alle rassen en stammen en volken en talen’ (Ap 7, 9); die stad verbeeldt het nieuwe Jeruzalem. De Kerk zal dan haar nederige zending als ‘Licht der Naties’ vervuld hebben; het zal een stad zijn zonder kerktoren, ‘want God, de Heer, de Almachtige is haar Tempel, met het Lam’ (Ap 21, 22).
Na acht jaar in Brussel maakte monseigneur De Kesel een heel korte passage in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen, alvorens bisschop te worden in Brugge – in omstandigheden die we allemaal kennen. Vijf jaar later, gehoorzamend aan de roep van de Kerk, gaat hij opnieuw op weg, maar deze keer, in tegenstelling tot Abraham, naar een streek die hem niet onbekend is!
Beste monseigneur De Kesel,
Als u met ons christen bent, dan bent u vandaag voor ons bisschop. Onze dankbaarheid is groot; we voelen aan dat de Kerk van u een heel bijzondere en ongebruikelijke beschikbaarheid vraagt.
De tekenen van de tijd lezen in het licht van het geloof, zich onophoudelijk inzetten in dienst van het Evangelie, van de Kerk ‘een plaats van waarheid en vrijheid, van rechtvaardigheid en vrede’ maken, opdat de hele mensheid herboren wordt in hoop: dat zijn de weinig gebruikelijke uitdagingen waar de Kerk in onze contreien voor staat.
In naam van de christenen van uw aartsbisdom en vooral in naam van uw naaste medewerkers heet ik u van harte welkom, verzeker ik u van ons gebed en van de steun van ieder van ons.
Etienne Van Billoen, vicaris-generaal
