De Vraagbaak: Beleef jij je geloof vooral tijdens de zondagse Eucharistieviering?
Vuur en vlam
Geloven moet zeker verder gaan dan ‘dat ene uurtje per week’, anders gaan we mogelijk gelijken op de witgekalkte graven zoals Jezus de Farizeeën noemt. Bewust Eucharistie vieren heeft te maken met heel je leven. Dat kan door de manier waarop je je huis inricht (kruisbeeld, icoon, Bijbels,…) maar blijkt hopelijk ook uit je houding naar alle mensen die je pad kruisen. Het kan in persoonlijk gebed of je beroepsleven. Het vuur waarvan Augustinus zegt dat het in hem brandt, blijft ook in ons zitten, als een vlammetje of soms als een groter vuur. De Eucharistie kan ertoe bijdragen dit vuur brandend te houden.
Heel vaak als ik de kerk dan buitenstap, voel ik dat ik aan het glimlachen ben.
Kristl Van Cleemput
Eucharistie: fascinerend hoogtepunt
We mogen niet vergeten hoe schoon en belangrijk de Eucharistie is, ook los van het alledaagse leven: het is tegelijk het sluitstuk van de schepping en het vieren van de verrijzenis, ook nog eens de herinnering aan het laatste avondmaal en het lijden van Christus, én het openen van de Schriften. Dit zou ons moeten fascineren in plaats van routine te worden. Pas vanuit deze intensiteit kunnen we de link naar het alledaagse leven leggen. Vaticanum II zei het al: de Eucharistie, de liturgie is hoogtepunt en bron van het christelijk leven, dat soms schraal en schamel kan zijn.
Geloven als groepssport
Je zou in die zin de Eucharistie kunnen vergelijken met sport. Je hebt een trainingsprogramma nodig dat ons voorbereidt op ‘het hoogtepunt’ (dat je overigens niet permanent kan beleven): daarbij zetten we in op spieren, mentaal bewustzijn, techniek en tactiek,…
Geloven is in die vergelijking een groepssport, waarbij we met alle verschillende spelers een zo goed mogelijk team moeten samenstellen.
Joris Geldhof
Hier komt ‘ascese’ (in de letterlijke betekenis van ‘oefenen’) bij kijken. Naar Paulus zou je kunnen zeggen dat christenen atleten zijn die zich permanent voorbereiden op het hoogtepunt. Die training is een grote uitdaging, want er zijn niveauverschillen: in de pastoraal spelen de ‘Rode Duivels’ hetzelfde spel als de ‘caféploegen’, en het is niet eenvoudig om die samen te brengen.
Caféploegen gevonden… en gezocht
De caféploegen bereiken is niet evident, al hebben we wel een aanbod: Bijbelleerhuis, Geloofscafé,… Soms komen die ploegen naar ons toe met een vraag, zoals ouders bij de sacramentencatechese. Hen onthalen en welkom heten, zorgen dat ze op hun niveau mee zijn en ernstig genomen worden, ingaan op hun vragen maar hen ook laten voelen hoe waardevol geloven voor ons is: het is uiterst belangrijk. Maar we moeten ook op zoek gaan en communiceren naar mensen die we anders niet bereiken. Alweer een grote uitdaging.
Onze doopselverantwoordelijkheid
Hier is het aanwakkeren van de doopselverantwoordelijkheid cruciaal.
Maak je doopsel waar, wie je bent, waar je bent.
Joris Geldhof
Daartoe moet de kerk (net als bij de sport) àlle gedoopten toerusten met goed ‘materiaal’. Ook de vergelijking met een liefdesrelatie is hier zinvol: ook daar zijn hoogte- en laagtepunten, en zijn onderhoud en (grote en kleine) afspraken maken en nakomen nodig. Mensen zijn uniek, want ‘mensen van de belofte’: we zijn wie we beloven te zijn voor anderen, of we nu voor hen kiezen (echtgenoot/echtgenote, partner,…) of niet (ouders, kinderen,…).
Toch is er ook een verschil met de sport: bij die laatste weet je niet vooraf wie gaat winnen, terwijl de overwinning in het geloof verzekerd is. Dat hebben we niet aan onszelf te danken, maar aan Christus.