Barmhartigheid
De impulsen volgen elkaar op in de kerk. Het jaar van het godgewijd leven is nog niet voorbij of er is de aankondiging van het jubeljaar van de barmhartigheid, dat begint op 8 december 2015. De ene bijzondere synode is nog niet helemaal verwerkt en daar volgt de gewone synode in oktober. We zijn nog volop bezig met de studie van 'De vreugde van het evangelie' en de paus komt met een langverwachte encycliek over ecologie Laudato si’.
De groei naar een ‘nieuwe parochie’ wordt versterkt door de herziening van de geografische samenstelling van de dekenaten.
Het is opmerkelijk dat de integrale titel van de encycliek luidt: 'Laudato si’ over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis'. Niet zomaar een tekst voor de gelovigen, maar voor alle mensen. Iedereen voelt zich in deze encycliek aangesproken. Hij nodigt uit om druk uit te oefenen op de politici en op diegenen die de macht hebben op economisch, financieel en technologisch gebied om de dialoog aan te gaan met alle sectoren en streken van de wereld. 'Een andere weg moet gevonden worden, een nieuw paradigma uitgewerkt, in dialoog met velen. Dit zal eventueel het ritme vertragen van de vooruitgang' (LS 191). Deze uiterst boeiende tekst nodigt zeker uit tot een ernstige lectuur en tot gesprek in parochieploegen, werkgroepen, gezinsgroepen.
Het jaar van de barmhartigheid, het jubileumjaar, nodigt ons uit ons te bezinnen over de koers die we varen. Barmhartigheid wijst naar vergeving, naar aandacht voor de naaste, naar bijzondere attentie voor de kleinen en de zwakken. Het gaat om Gods barmhartigheid, om te leren leven vanuit God. Hij wordt in psalm 69 een God van mededogen genoemd. Dat betekent dat we ons in de eerste plaats willen inleven in het lijden van het volk, zoals God deed: 'Hij zag het lijden van zijn volk, Hij hoorde hun jammeren, en Hij daalde af om hen te bevrijden' (Ex. 3). In het komende jaar, vanaf 8 december tot 20 november 2016, willen we leren omgaan met barmhartigheid en verzoening. Misschien zal een herontdekking van het verzoeningssacrament ons leren groeien in geloof en tederheid. In de veertigdagentijd willen we ons richten tot de barmhartige God om zijn vergeving te bekomen, zo willen we als gelovige gemeenschappen onszelf voorbereiden op Pasen.
De aandacht die gevraagd wordt voor de ander en voor de schepping vraagt van ons een flexibiliteit. Niet onze gewoonten en ideeën zijn de enigen, onze gemeenschap, parochie of dekenaat staat in verband met anderen. Wat paus Franciscus vraagt op het ecologisch vlak, dat we oog zouden hebben voor iedereen en voor alle situaties in de wereld, vertaalt zich in ons bisdom op het vlak van de soepelheid waarmee we omgaan met onze structuren. Het komt erop aan, zoals we reeds vaak zeiden, dat we elkaar als geloofsgemeenschap ontmoeten eerder dan als dorpsgemeenschap. Onze inspanning om elkaar te sterken in het geloof, om vitale parochies te worden waar we dit nog niet zijn, komt voort uit de gave van het geloof zelf. De nieuwe parochie zal pas echt nieuw zijn wanneer wij voor elkaar zorgen vanuit onze specifieke roeping als christenen. Hier is veel gesprek nodig, veel dialoog, met iedereen, omdat we bekommerd zijn om het heil van iedereen. Het sterkste getuigenis dat we daarvan kunnen geven is onze samenkomst rond het altaar van de Heer, waar Hij ons voedt, en waar onze ideeën en verlangens samensmelten met de zijne. Het is immers van bij de tafel van de Heer, zoals in het cenakel in Jeruzalem met de leerlingen, dat de energie vertrekt naar alle uithoeken van de wereld.
Goede vrienden, het jaar dat nu begint is een boeiend jaar, het kondigt zich aan als een jaar van groei naar de nieuwe parochie, naar nieuwe dekenaten, naar barmhartigheid en naar een gedeelde zorg van heel de mensheid voor een betere samenleving en groter respect voor de schepping. We danken en loven God (Laudato si’) dat we in deze boeiende tijd kerk mogen zijn.
+ Luc Van Looy
Bisschop van Gent