‘Bueno Camino!’: De hemel ontdekken
“De ziel van Europa is ontstaan langs het netwerk van de wegen naar Compostela,” schreef Goethe. Al sinds de jaren 900 gaan mensen op pelgrimstocht naar Santiago di Compostela, naar het graf van de apostel Jakobus. De camino – zoals de Spanjaarden de weg naar Compostela noemen - heeft iets legendarisch en intrigeert veel mensen. Kerkplein luisterde naar twee pelgrimservaringen. Guido de Wilde (79) werd al jaren geleden besmet met het Compostela-virus en durft niet zeggen dat zijn vierde tocht van 750 kilometer de laatste keer is geweest. Annelien Boone (28) stapte met twee de 300 kilometer van Léon naar Compostela in de zomer van 2014.Ik ontmoet Guido en Annelien in Gent, onbekenden voor elkaar. De éne is al de trotse opa van zeven kleinkinderen, gepensioneerd overheidsambtenaar met een zeer uitgebreid curriculum in het verenigingsleven. De andere is een frisse jongedame met een heldere blik en een passie voor jongerenpastoraal die ze ook professioneel mag vormgeven. Tijdens ons gesprek lijkt er een zekere gemeenschappelijkheid te groeien. Er is verschil –“als koppel op tocht is niet hetzelfde als alleen” - maar tegelijkertijd veel herkenning: “Ah, heb jij dat ook zo ervaren?” Het zijn twee melodieën die in dezelfde toonaard geschreven zijn: “als je teruggeworpen bent op een minimum van bezit, ervaar je pas hoe rijk we eigenlijk zijn.”
Wat was jullie motivatie om op tocht te gaan naar Compostela?
Guido: “Jaren geleden heb ik een reportage gelezen in de krant over de tocht van een groep naar Compostela. Dat sprak mij om één of andere reden aan. Gedurende een maand wars van alle comfort te leven en 750 km stappen, dat was toch een uitdaging! Ik zou bewijzen dat ik dat ook aankon. Een waarschuwing: als je niet vast overtuigd bent, moet je daarover zwijgen en het zeker niet aan je vrienden vertellen. Ze zullen je er immers met veel plezier regelmatig aan herinneren en dan kan je er niet meer aan ontsnappen. Ik ben eind mei 2002 vertrokken vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port, aan de Frans-Spaanse grens. Mijn vrouw, samen met een paar vrienden, had me tot daar gebracht met de wagen en na 25 dagen zijn ze me komen ophalen in Compostela. Hiermee was mijn opdracht vervuld. Dat dacht ik toch. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht dit voor een tweede keer te doen. Maar blijkbaar bestaat er een virus waarmee je tijdens die tocht besmet geraakt. Na een paar maanden begon de voorbereiding voor een tweede tocht enzoverder. Misschien komt er nog wel een vijfde keer.”
Als je teruggeworpen bent op een minimum van bezit, ervaar je pas hoe rijk we eigenlijk zijn
Annelien: “De motivatie was bij mij iets anders. Ik ben in eerste instantie meegegaan ‘uit solidariteit’ of hoe moet ik dat zeggen? Eerlijk gezegd, ik was er zelf niet zo happig op. We hadden eindelijk vakantie, ik dacht liever wat rustig uit te blazen en de toerist uit te hangen. Maar mijn vriend Niels die de tocht al eens had gedaan, overtuigde me dat het zo mooi zou zijn. Ik was ook wel nieuwsgierig, je hoort zoveel over Compostela. Wel, ik heb er geen spijt van gehad. Vroeger ben ik wel eens met IJD (jongerenpastoraal, n.v.d.r.) op tocht geweest naar Assisi maar de ervaring is niet te vergelijken. Toen stapten we in kleine groepjes, onze grote rugzak werd netjes afgeleverd met de bus, er stond eten op ons te wachten. Nu waren we aangewezen op elkaar en op het minimum van materiaal dat we in onze rugzak zelf moesten dragen.”
Wat zijn de ervaringen die blijven hangen?
Guido: “Afgezien van het afscheid bij het vertrek, is het de voorlaatste dag die echt bijblijft: ‘Het is gelukt.’ Niet de dag van de aankomst, want dan is het doel bereikt. Er zijn onvergetelijke momenten wanneer je door berg en dal loopt, door bergstreken waar je de stilte echt hoort. Je passeert drukke steden en eenzame velden waar je de zon ziet opkomen. Er staan befaamde kathedralen zoals in Burgos en Léon en een hele rits van Romaanse kerken. De mooiste romaanse kerk die ik ken, staat in Fromista: zij straalt een ongekende puurheid en spiritualiteit uit, in tegenstelling tot de overladen Spaanse barok die een uitbundige tegenpool is van de even Spaanse romaanse ingetogenheid. Beide uitersten behoren onvervreemdbaar tot de camino. En dan zijn er ook de momenten dat je geconfronteerd wordt met jezelf als je uren lang alleen loopt. Je leeft in een totaal andere sfeer, zonder horloge en zonder comfort.”
Annelien: “Het is maar op dat moment dat je merkt hoe weinig je eigenlijk nodig hebt om te leven. Mijn rugzak woog 5, 7 kilogram en ik had eigenlijk nog teveel mee.”
Guido: “Je moet soms ook een beetje geluk hebben. Op één van mijn tochten heb ik van de 25 stapdagen 24 regendagen gehad. Dan moet je wel zien dat je alles op tijd droog krijgt. Maar zo erg is het nu ook weer niet. Het hoort er bij.”
Annelien: “Hmm … ik ben toch blij dat het bij ons anders was! Ik heb zo genoten van die kleine dorpjes waar misschien nog geen honderd mensen wonen, in alle eenvoud. Soms zitten ze gewoon langs de weg om de pelgrims te groeten, zonder veel franjes. Moeilijke momenten zijn er als je het einddoel van een stapdag al ziet liggen in de verte, maar het blijkt dat je er nog lang niet bent. Als de zon dan begint te steken, kunnen de kilometers lang duren. Dan moesten ze mij allemaal gerust laten, dat was gewoon zwijgen en stappen. Maar eenmaal dat je aangekomen bent en hebt kunnen douchen, is dat allemaal gepasseerd.”
Hoe verlopen de contacten met de andere pelgrims?
Annelien: “Mensen komen echt van overal, maar er is een grote solidariteit en verbondenheid: iedereen kent dezelfde problemen, heeft dezelfde kwaaltjes en dezelfde beperktheden in materiaal. Iedereen spreekt tegen iedereen, maar na een tijdje ontmoet je voortdurend diegenen die aan hetzelfde ritme stappen. Dan worden de gesprekken soms diepgaander.”
Guido: “Iedereen heeft zijn eigen verhaal: een echtscheiding achter de rug, werk kwijt, alcohol- of drugprobleem, op zoek naar een levensdoel. Ik heb bedrijfsleiders ontmoet uit Engeland, Duitsland, Frankrijk. Ik heb een week samen gestapt met een man van Vancouver. Hij was 45 jaar, had een fortuin vergaard en kon gerust in luxe verder leven. Maar hij vroeg zich af of geld verdienen nu het uiteindelijke doel van het leven kon zijn. Hij vreesde dat hij de slaaf van het geld zou worden en daarom was hij van Canada gekomen om de camino te lopen, een maand in primitieve omstandigheden te leven en met zichzelf in het reine te komen. We hebben veel gediscussieerd, maar ook samen menige pint Spaans bier gedronken.”
Mensen komen echt van overal, maar er is een grote solidariteit en verbondenheid
Annelien: “De eerste vijf dagen liepen we in het gezelschap van een Amerikaan en een Rus die samen onderweg waren. Ik vond dat eigenlijk wel een mooi symbool. Aan de andere kant waren we zelf niet goed van de confrontatie met een gezin dat blijkbaar ook onderweg was, maar waarvan de vader het zeer lastig had. De dochter en de moeder moesten duidelijk tegen hun zin altijd wachten. We hadden gedacht dat de man er nooit zou geraken, maar na twee dagen verblijf in Compostela zagen we hem toch aankomen, vlak voor we naar het vliegveld vertrokken. Waarom dat gezin aan de tocht begonnen was, daar hebben we het raden naar.”
Mensen gaan naar Compostela om de meest diverse redenen. In welke zin was het voor jullie een christelijk-spirituele ervaring?
Annelien: “Ik was toch wel verbaasd toen we in Compostela ons certificaat gingen afhalen. Er werd vrij anoniem gevraagd om de motieven aan te duiden waarom je naar Compostela was gekomen. Op dat moment waren Niels en ik de enigen die ook ‘religieuze motieven’ hadden aangeduid. Zo zie je toch dat de ‘pelgrimstocht’ voor veel mensen sportief of toeristisch ingekleurd is. Veel tochtgenoten liepen ook de kerken systematisch voorbij of gingen enkel snel binnen en buiten voor de stempel op hun kaart. Voor mezelf vond ik het wel een religieuze ervaring: het loskomen van al het materiële en beseffen dat je met heel weinig gelukkig kan zijn, de grote en spontane verbondenheid tussen de mensen, het samen onderweg zijn op zich. Jezus’ leerlingen werden toch ook altijd samen op weg gezonden?”
Guido: “Voor mij is de ervaring van de camino een bevestiging van mijn geloofsbeleving. De essentie van het christendom staat voor mij in de bergrede, waar Jezus zijn programma uiteen zet. Bovendien heb ik altijd bijzonder gehouden van de voorstelling van het Laatste Oordeel bij Mattheüs. Wat zijn uiteindelijk de essentiële dingen die er echt toe doen? ‘Ik had honger en jij hebt mij te eten gegeven, Ik had dorst en jij hebt mij drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jij hebt mij opgenomen, Ik was naakt en jij hebt mij gekleed, Ik was ziek en jij hebt mij verzorgd, Ik was in de gevangenis en jij hebt mij bezocht.’ Ik geloof ten diepste dat de kwaliteit van je Godsrelatie bepaald wordt door de kwaliteit van je relatie tot de medemens. De profeet Amos heeft het vele eeuwen voor Christus al gezegd: ‘Spaar Mij uw liederen, spaar Mij uw offers, want jij vertrapt de kleine man.’ Het christendom is in de eerste plaats een praktijk en pas dan een theorie. Dat probeer ik te beleven op mijn weg naar Compostela. Uit de gesprekken blijkt voor mij bij veel mensen de enorme eenzaamheid en de nood aan een houvast. Zij willen opkijken naar authentieke mensen die een overtuiging uitdragen. Wat mij ook opvalt, is de vervreemding van de Kerk: ze begrijpen de taal van de Kerk niet altijd meer, daardoor kan die ook geen oplossing bieden voor hun noden. Laten we hopen dat dit verder kan veranderen met paus Franciscus. Net als de tocht naar Compostela is het geloofsleven een lange weg waarvan het eindpunt niet gekend is, met vallen en opstaan. Het is een weg die je samen gaat met anderen en waarbij je niemand in de steek laat, want ‘Wat je aan de minsten van de mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan.’”
Zouden jullie tips kunnen geven voor pelgrims die er een uitdrukkelijk spirituele ervaring willen van maken?
Guido: “Niet echt. Iedereen moet het op zijn manier doen. Het allerbelangrijkste ligt in de ontmoeting met de andere, het goed kunnen luisteren en zelf authentiek zijn. O ja, je moet de tocht het liefst beleven als een echte pelgrim en niet als een toerist. Met de grote bloei van de Compostela-tochten schieten de toeristische voorzieningen immers ook als paddenstoelen uit de grond. Hotels, semiprofessionele refugio’s (overnachtingplaatsen voor de pelgrims, n.v.d.r.) en eetgelegenheden zien hun kans om te profiteren van de aanwezigheid van de pelgrims. De laatste honderd kilometer voor Compostela is het al meer een toeristisch wandelgebied dan een weg voor pelgrims. Heel jammer, want de rust en de stilte verdwijnen er door luidruchtige groepen Spanjaarden met een draagbare muziekinstallatie op hun schouder.”
Net als de tocht naar Compostela is het geloofsleven een lange weg waarvan het eindpunt niet gekend is, met vallen en opstaan
Annelien: “Of mensen geven hun bagage standaard mee met een bestelwagen. Terwijl dat juist helpt om te beseffen dat je eigenlijk niet veel nodig hebt. Misschien is het nog een goede tip om een kleine bijbel mee te nemen. Spanjaarden spreken echt alleen maar Spaans en dan kan je in een viering toch een beetje volgen bij de lezingen. Hoewel dat natuurlijk weer meer gewicht betekent voor in de rugzak (lacht)!”
Hoe is de ervaring van de terugkeer naar huis?
Guido: “Echt thuiskomen geeft een zalig gevoel. Weer thuis zijn in de vertrouwde warme omgeving doet je beseffen dat dit het allerbelangrijkste is. Je moet soms iets een tijdje missen om het beter te waarderen.”
Annelien: “Helaas moest ik de volgende dag al weer beginnen werken. Dat heb ik echt wel gemist, enkele dagen om te kunnen bekomen en alles te laten bezinken. Toch merk ik dat het mij niet loslaat: ik bedacht me onlangs nog dat we zo weinig naar boven kijken. Wanneer je onderweg overgeleverd bent aan de grillen van het weer, kijk je automatisch veel naar de lucht. In het gewone leven kijken we zodanig veel naar al onze ‘toestellekes’ en naar beneden, dat we vergeten dat de lucht zo mooi kan zijn.”
In het gewone leven kijken we zodanig veel naar al onze ‘toestellekes’ en naar beneden, dat we vergeten dat de lucht zo mooi kan zijn