Feestdag van Mother Teresa van Calcutta. Homilie
5 september 2021 – feest van Moeder Teresa
Eucharistieviering in de Sint-Michielskerk voor de Sisters of Charity met speciale aandacht voor de armen.
Lezingen: 23e zondag door het jaar B.
INLEIDING
Beste vrienden,
Het is een bijzondere vreugde samen het feest van de heilige Teresa van Calcutta te mogen vieren. Dit is de vijfde verjaardag van haar heiligverklaring door Paus Franciscus.
Wij zijn dankbaar dat de Zusters, Missionarissen van Naastenliefde, in ons bisdom samen met ons het evangelie helpen verkondigen, met een speciale aandacht voor de armen. De teksten van de eucharistieviering van vandaag helpen ons te bezinnen op onze roeping om als christenen Jezus’ handen, voeten en zelfs hart te zijn in deze wereld. Het begin van de roeping van Moeder Teresa was de roep van Jezus op het kruis: “Ik heb dorst” (Joh 19, 28). Ik heb dorst! Dorst naar wat? Dorst naar liefde. En liefde moet gedeeld worden. Er is zoveel nood aan liefde.
Moeder Teresa zag de vraag naar liefde in de ogen van behoeftige, arme mensen. Vooral in de sloppenwijken.
En van hieruit ging ze overal, de wereld rond, in de moeilijkste omstandigheden, tot in landen waar de godsdienst vervolgd wordt.
Bij moeder Teresa leidt het gebed tot actie, en de actie tot gebed. Zij deed alles in geloof. We weten dat het geloof niet gemakkelijk was voor haar. Troostgevoelens waren haar weinig gegeven. Maar haar geloof was sterker dan alles. Ze zei: “Alles in mij is koud. Alleen het geloof helpt me om door te gaan”. Ze heeft het vijftig jaar zo beleefd.
Beste vrienden, laat ons bidden dat ook ons geloof sterk mag zijn, sterker dan de twijfel, sterker dan onze meest negatieve gevoelens. Maar moge ook onze vreugde even groot zijn als die van Moeder Teresa. Een aanstekelijke vreugde. De vreugde van het evangelie.
Lezingen
Homilie
Beste vrienden,
We hoorden de woorden van de profeet Jesaja? Hij zegt: “Spreek tot allen die de moed verloren hebben: ‘Wees sterk en vrees niet, want God (…) zelf zal jullie bevrijden”. De profeet Jesaja spreekt over de redding die God brengt in mooie, paradijselijke termen: blinden zien, doven horen, kreupelen gaan… Zelfs het dorre land wordt vruchtbaar. Wie zou daarbij niet dromen? Maar God doet dat niet op een magische manier, met trucjes van een goochelaar. Hij heeft een heel andere methode. Hij is zelf gekomen in de persoon van Jezus. De naam Jezus betekent immers: “God redt”. Als we moed nodig hebben en God smeken om hulp kunnen we dus best steeds naar Jezus kijken. Hij is onze redder, onze verlosser.
Jezus heeft genezingen gedaan. Hij deed het echter niet om alle problemen als bij toverslag uit de wereld te helpen, maar steeds als een teken van Gods aanwezigheid. Hij is nu nog steeds aanwezig. Wij zijn zijn handen, voeten en hart in deze wereld. En dat verandert de wereld. We doen het meestal met kleine middelen. Als we van de naastenliefde een prioriteit maken dan wordt onze wereld anders. Dan doen we gewone dingen op een buitengewone manier. We moeten niet wachten tot anderen goed zijn voor ons om zelf goed te zijn voor de anderen. Eigenlijk is dat al een blijde boodschap. Moeder Teresa heeft getoond hoe we dat kunnen doen. Zij had niets. Maar ze gaf alles. En dat veranderde het leven van zovele mensen in nood. Zij deed op haar manier mirakels. Zij liet Gods liefde door haar stromen en dat veranderde de wereld rondom haar.
Als we één worden met Jezus, dan ontvangen we ook zijn goddelijke kracht: een energie van liefde en goedheid. Als de mensen onze goedheid voelen, dan worden ze iets van Gods goedheid gewaar en gaat er voor hen een nieuwe wereld open.
Jezus komt ons geen wereldse rijkdom brengen. Hij leefde als arme onder de armen. Het geluk dat hij brengt is van een andere orde. Het gevaar is eerder dat wij door succes en geld niet alleen voor de medemens maar ook voor God ongevoelig worden. We horen het in de brief van de heilige Jacobus. “Luister, lieve broeders (zegt hij). God heeft de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het koninkrijk dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben”. Bij de eerste christenen waren er niet veel rijken. De meesten waren van bescheiden afkomst en zelfs arm. Maar tot hen heeft Gods woord zich in de eerste plaats gericht. Het was al zo voor de herders van Bethlehem, die misprezen, arme mensen waren. Maar zij waren de eersten die mochten vernemen dat Jezus geboren was als heiland en redder van de wereld. Ook Maria, de moeder van Jezus, en Jozef waren eenvoudige mensen uit Nazareth. In dat milieu is Jezus opgegroeid.
Beste vrienden, tot ieder van ons, wie we ook zijn, zegt Jezus: Effata: ga open. Stel je hart open zodat Jezus binnen kan komen. En dan zendt hij ieder van ons uit naar de anderen om hen, wie ze ook zijn, gelukkiger te maken. We kunnen dat doen met een beetje aandacht, met een glimlach. Het kost niets. Maar het betekent veel. Misschien nemen we een beetje tijd om te babbelen. Misschien doen we het toch ook met wat geld, of voedsel, of kleren… wat dan ook. Als het maar liefde uitdrukt. Dat is onze manier om met Jezus mee te werken en het hart van de anderen weer open te maken. Wie weet, krijgen we een glimlach terug. Als we maar helpen toekomst te scheppen op korte of lange termijn! Toekomst kan gewoon vandaag zijn, als we iemands honger stillen of mensen ontvangen voor enkele ogenblikken en hen beluisteren. Toekomst kan ook verder gaan als we iemand helpen om aan werk te komen, of de vorming van iemand bevorderen op school of in zijn beroep. Als Gods liefde maar stroomt in onze wereld.
Wij vragen Moeder Teresa om ons te inspireren en ons de moed te geven om Jezus te brengen in deze wereld door onze “kleine goedheid”.