Homilie chrismaviering 31 maart 2021
Inleiding
Zusters en broeders,
Welkom in deze chrismaviering. Welkom, Nicole, jij die voor de derde keer de andere catechumenen van ons bisdom vertegenwoordigt, dit keer om gezalfd te worden met catechumenenolie .
Voor velen van jullie is het misschien de eerste keer dat jullie een chrismaviering kunnen volgen – met dank aan onze lokale televisie of streaming. Het is altijd een bijzonder moment wanneer een bisschop de ziekenolie, de catechumenenolie en het chrisma zegent die in het hele bisdom verdeeld worden. Normaal gezien is hij dan omringd door de priesters, diakens en vele medewerkers en gelovigen uit het bisdom. Dat laatste is nu niet mogelijk. Maar waarom die zalf en dat chrisma, en waarom worden ze precies vandaag gezegend en gewijd?
We staan net voor het Paastriduüm. Je zou kunnen zeggen: de heilige drie dagen. En heilig, in de Bijbel, heeft inderdaad vaak iets met zalving te maken. Ook Jezus werd gezalfd met de heilige Geest. En al eeuwen voor hem rustte Gods Geest door zalving op de profeten.
Als je gezalfd wordt ontvang je een zending. Een opdracht voor jezelf, maar vooral voor de anderen: om armen de Blijde Boodschap te brengen, om zieken te genezen, om op te beuren, om God en liefde bij de mensen te brengen.
Zalving brengt dus toekomst. En dat is ook de betekenis van de weg die wij vanaf nu tot zondag met Jezus afleggen.
Niet alleen lijden en dood, maar doortocht en opgang naar vrijheid en verrijzenis. Vandaar dat alles in deze viering van vandaag zachtheid, zelfs tederheid en vooral mededogen uitdrukt. Beginnen wij deze eucharistie met een vraag naar barmhartigheid van Godswege.
Homilie
Zusters en broeders, het centrale woord van vandaag is: barmhartigheid! Mededogen! Jezus was blijkbaar doordrongen van de tekst uit de profeet Jesaja die we hoorden in de eerste lezing. Het hart van Jezus was er soepel door geworden, zoals huid door olie en zalf. Hoe vaak bracht Hij stille nachten door in gebed. Dan kwamen die woorden, gehoord in de synagoge, bij hem naar boven! Hoe sterk zag Hij toen het gelaat van gekwetste mensen en van zijn leerlingen aan wie Hij de boodschap wou doorgeven als een zending! Hij zag ons allen. Ja, dat was de opdracht van Gods Geest voor Hem, toen Hij gedoopt werd in de Jordaan.
Velen van ons hebben al meermaals de zalving ontvangen. Bij het doopsel. Bij het vormsel. Misschien kreeg u een ziekenzalving. Sommigen ook in de priesterwijding.
In normale tijden komen ter gelegenheid van de chrismaviering de priesters in groot getal samen rond de bisschop om zich te herinneren aan hun specifieke zending en onderlinge verbondenheid. Dit jaar kan dat niet. Zoals de meesten van ons zich tevreden moeten stellen met een geestelijke communie kunnen we onze verbondenheid onder priesters vandaag alleen geestelijk beleven, op afstand. Ik richt mij daarom heel speciaal tot de priesters die deze viering bijwonen langs streaming of televisie.
De zalving verbindt ons. Wij vinden onze zending niet uit, noch de bisschop, noch de priester. Onze zending is kerkgebonden en binnen de Kerk wordt ze overgeleverd van generatie op generatie. Even juist is het te stellen dat deze kerkverbondenheid de vrucht is van onze eenheid met Jezus op wie we steeds meer moeten gelijken. Dit is de soliditeit van onze roeping. Vaak is dat de oorsprong van onze innerlijke vrede en vreugde. Maar soms veroorzaakt deze zending ook strijd en pijn. Dan is zij ons kruis.
Om tolk te zijn van Gods Woord wordt van ons verwacht dat we leven van dat Woord. In de tweede lezing werd Jezus genoemd “de getuige, de getrouwe”. Mij treft in de originele tekst dat die twee woorden naast elkaar staan: de getuige, de trouwe. Dat Jezus zo getypeerd wordt is indrukwekkend. De twee hangen ook samen: getuige zijn we vooral als we trouw blijven. Ontrouw maakt het getuigenis verdacht. Maar wie van ons is helemaal trouw? En wie is honderd procent zeker van zijn trouw in de toekomst?
Leven we niet allen zonder uitzondering van Gods barmhartigheid, van zijn genade?
Moeten we niet steeds opnieuw zijn liefdevolle kracht ontvangen om trouw te blijven zoals onze Meester het is, zoals Hij dat van ons wil? Daarom hernieuwen we straks onze beloften als priester en vragen we aan onze broeders en zusters om voor ons te bidden, zodat Gods zalving die we ontvingen ons mag blijven bezielen en kracht geven.
Hoezeer de priesters hier ook in het licht gesteld worden, toch weten we dat de Kerk niet alleen uit priesters bestaat.
Integendeel: we zijn ‘een volk van priesters’, want alle gedoopten – ook jij, Nicole - worden gezalfd met het chrisma van Gods Geest.
De Kerk, die vormen we allen samen, jong en oud, wie we ook zijn, elk op zijn of haar plaats, elk met een eigen opdracht, maar allen geïnspireerd door de Blijde Boodschap, een Boodschap van vreugde voor onze wereld. Allen hebben we deel aan het priesterschap van de gelovigen. Vandaar dat priester zijn geen machtspositie mag worden, maar de uitdrukking moet zijn van reëele dienstbaarheid. En dienstbaarheid betekent vandaag ook: bekwaamheid tot samenwerken met anderen. Eerbied voor ieders engagement en charisma. Welwillendheid. Vriendelijkheid. En wanneer nodig: geduld. Meer dan ooit betekent priester zijn zich niet toe-eigenen wat de Kerk wil zijn en geven.
Voor wij verder gaan met de eucharistie richt ik mij tot de priesters voor de hernieuwing van hun beloften.