Homilie diakenwijdingen 17 oktober 2021
Lezingen 29ste zondag door het jaar: Js 53,10-11 ; Heb 4,14-16 ; Mc 10,35-45
Homilie
Zusters en broeders, beste vrienden,
Beste Joost en Machteld,
Beste Sammy en Kelly,
Beste Matthias,
Beste Orlando,
De lezingen van deze negenentwintigste zondag door het jaar zijn een waar geschenk voor vandaag. Ze gaan over dienstbaarheid. De profeet Jesaja spreekt over de dienaar van de Heer, de lijdende dienaar. Jezus daarentegen komt in confrontatie met de zucht naar macht bij zijn eigen leerlingen.
Ja, de macht verbergt zich vaak onder de mom van dienstbaarheid!
Dienen gaat op een of andere manier samen met enerzijds beproeving en lijden en, anderzijds, met de bekoring van macht. Ik richt mij speciaal deze namiddag tot diakens, die voor dienstbaarheid geroepen en gewijd worden.
Jesaja confronteert ons met de vraag of het lijden van de dienaar van Jahweh vruchtbaar kan zijn? We komen hoe dan ook met lijden in aanraking. Lijden blijft onvruchtbaar als we het alleen ondergaan, zonder meer. Maar lijden kan ook – althans in de visie van de profeet Jesaja – leiden tot licht en inzicht, en zelfs tot nieuwe kracht, als we het doormaken, ons toevertrouwend aan God die ons draagt en aan alles zin geeft. Dit wat de eerste lezing aangaat.
In het Evangelie heeft Jezus het over een ander aspect van volgeling zijn. De bekoring van de macht. We zijn geen diaken – het Griekse woord voor “dienaar” – zoals Jezus het ziet wanneer we van onze positie in de Kerk een zaak maken van macht of prestige. Ook al zijn onze kerkelijke roepingen geen prestigeberoepen meer zoals dat vroeger ooit het geval was, toch bestaat de bekoring tot subtiele vormen van machtsmisbruik, van zodra we een positie bekleden die ons een zekere status geeft. Jezus is daarom heel radicaal in zijn eisen. “Wie onder u de eerste wil zijn moet de slaaf van allen zijn, want de Mensenzoon is gekomen om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen”. We moeten dat in de Kerk steeds opnieuw leren. Er zijn voorbeelden te over. Tot eigen schade en schande moeten we toegeven dat we vlug ver staan van Jezus’ dienstbaarheid uit liefde. Maar Hij leert het ons, door zijn voorbeeld en door zijn woord.
Ik las ergens: “Diakens zijn de voelsprieten van de kerk. Ze signaleren waar hulp nodig is en brengen mensen met elkaar in contact, zodat ze elkaar kunnen helpen.” Ik vind dat heel goed uitgedrukt en voel sympathie voor die “voelsprieten”, want… ze drukken de band uit met de bisschop. Ik heb er belang bij voelsprieten op het terrein te hebben. Mensen die aanvoelen wat de Kerk nodig heeft, aan de basis. Die andere mensen bij elkaar kunnen brengen en hen aanmoedigen om zorg voor elkaar te dragen. Ja, de drie taken van de diaken – verkondiging, liturgie en liefdeswerken – geven hem een bijzondere plaats in onze gemeenschap. De wijding daartoe betekent zijn bijzondere en door de Kerk erkende toewijding aan Christus, de zelfgave waarover Jezus het heeft in het evangelie van vandaag. Dit expliciet verwijzen naar de Meester (eigenlijk zouden we mogen zeggen: naar de “meesterlijke dienaar”) is bijzonder belangrijk vandaag in onze wereld.
Vooral de jonge mensen verwachten een zichtbare verwijzing naar en een herkenbare aanwezigheid van het evangelie.
Ik wijd twee permanente diakens en twee diakens die later tot priester gewijd zullen worden. De twee permanente diakens zijn gehuwd. Ze beleven hun roeping binnen het sacramenteel huwelijk. Hun vrouw en familie zijn er nauwer bij betrokken dan wij priesters. We zien hier al de complementariteit van de roepingen. En dan hebben we bij ons ook nog een missionaris, die door zijn bisschop gestuurd wordt om ons te helpen in de opbouw van onze Kerk. Ik ben daar natuurlijk heel dankbaar voor.
Ook dit is een bijzondere vorm van dienstbaarheid die toont hoe de Kerk wereldverspreid is in broederlijke onderlinge dienst.
Ik dank hierbij jullie families voor wat zij bijgedragen hebben in jullie opvoeding en vorming. Ik denk natuurlijk aan de echtgenoten van Joost en Sammy en aan hun ruimere familie, die een deel van de last mee zullen dragen. Ze zijn zich daar goed van bewust. Dat geldt ook voor de families van Matthias en Orlando die op weg zijn naar het priesterschap.
Orlando: estoy muy agradecido contigo, con el Arzobispo de Monterrey y con tu comunidad mexicana que acepta enviarte a nuestro país para ayudarnos. Esta es ya una tarea diaconal especial y es imagen de Jesús mismo, servidor y diácono, entre nosotros. Tu compromiso crea un lazo sólido de unión con nuestra iglesia de Gante, ya que el cuerpo de Cristo es universal.