Homilie bij de uitvaart van kanunnik Paul Van Paepegem
Kanunnik en ere-vicaris-generaal Paul Van Paepegem overleed op 26 juni 2021. De uitvaart vond plaats op vrijdag 2 juli in de Sint-Amanduskerk in Sint-Amandsberg.
Lees hier het overlijdensbericht
Op vraag van bisschop Lode hield Stefaan Van der Kelen de homilie. Stefaan volgde Paul Van Paepegem op als vicaris voor onderwijs en is vandaag, precies zoals zijn voorganger, bisschoppelijk gedeleerde belast met de zorg voor priesters en diakens.
Lezingen
LEZING UIT DE BRIEF VAN PALUS AAN DE KOLLOSSENZEN (3, 12-17)
Bekleed u, als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, met tedere ontferming, goedheid, nederigheid, zachtheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook u vergeven.
Voeg bij dit alles de liefde, die de band van de volmaaktheid is. En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe bent u immers geroepen, als ledematen van één lichaam.
En wees dankbaar. Laat het woord van Christus in volle rijkdom onder u wonen. Leer en vermaan elkaar met alle wijsheid. Zing voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en geestelijke liederen. Doe alles wat u in woord of daad verricht in de naam van de Heer Jezus, God de Vader dankend door Hem.
EVANGELIE VAN JEZUS CHRISTUS VOLGENS JOHANNES (21, 1.15-19)
Na zijn verrijzenis verscheen Jezus voor ’t laatst aan de leerlingen bij het meer van Tiberias.
Toen zij gegeten hadden zei Jezus tot Simon Petrus: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij meer lief dan dezen?” Hij antwoordde: “Ja Heer, Gij weet, dat ik U bemin.” Jezus zei hem: “Weid mijn lammeren.”
Nog een tweede maal zei Hij tot hem: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?”, waarop deze antwoordde: “Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.” Jezus hernam: “Hoed mijn schapen.”
Voor de derde maal vroeg Hij: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?”
Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: “Hebt ge Mij lief?” en hij zei Hem: “Heer, Gij weet alles: Gij weet dat ik U liefheb.”
Daarna zei Jezus hem: “Weid mijn schapen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: toen ge jong waart, deed ge zelf uw gordel om en ging waarheen ge wilde, maar wanneer ge oud zijt, zult ge uw handen uitstrekken, een ander zal u omgorden en u brengen waarheen ge niet wilt.”
Hiermee zinspeelde Hij op de dood waardoor hij God zou verheerlijken. En na deze woorden zei Hij hem: “Volg Mij.”
Homilie
Vrienden, allen zitten we deze dagen - sinds het overlijden van Paul Van Paepegem - met een album vol herinneringen aan een levende, inspirerende, gezellige, scherpzinnige, wijze man. En deze herinneringsbeelden – hoe veelkleurig en verscheiden ook - roepen vooral vreugde op, vreugde en dankbaarheid om wat hij voor ons en voor velen betekende.
De letterlijk kleine man van Ninove – ik hoor hem nog zo smakelijk ‘Ninofs’ spreken -…
Vrij vroeg moest hij noodgedwongen uitwijken naar Gent; ’t college te Ninove had toen immers nog geen hogere cyclus. Gent zal een draaischijf blijven in zijn verdere leven…
Was het daar dat hij de Heer voor ’t eerst hoorde vragen: “Heb je mij lief, meer dan de anderen?” of was de basis reeds gelegd in zijn thuis, bij z’n vrienden van ’t college aldaar of in de parochie en z’n jeugdbeweging?
Waar hij ook later verbleef, met Ninove bleef hij levenslang verbonden vooral via het gezin van z’n zus Lena.
Na zijn studies te Leuven, na de seminariejaren en priesterwijding te Gent, werd Lokeren de uitvalbasis van zijn super-actieve leven als leraar aan ’t college en later als superior. Trouwe vriendschappen werden er geboren.
Oost-Vlaanderen was ondertussen tevens zijn werkgebied geworden als gouwproost-KSA. Met wijsheid en kundigheid, met diplomatie en scherpzinnigheid wist hij tal van klippen te omzeilen die veroorzaakt werden door de spanning tussen enerzijds ‘een angstig/star bisschoppelijk beleid’ en anderzijds ‘een jeugdig conciliair enthousiasme’. Vele van zijn KSA-medewerkers zijn levenslang vrienden gebleven.
Ondanks de moeizame relatie benoemde Mgr. Van Peteghem superior Van Paepegem - tot verrassing van velen - tot diocesaan inspecteur, later hoofdinspecteur, voor het basisonderwijs in het bisdom. In die hoedanigheid is hij “met tedere ontferming, goedheid, nederigheid, zachtheid en geduld” de jongere, elke jongere, tegenmoet getreden. Tevens was hij toen ook de zeer gewaardeerde pastoor in Daknam.
Een andere Ninovieter, Mgr. Luysterman, haalde hem terug naar Gent toen hij Paul in zijn vicarissen-ploeg opnam met de zorg voor onderwijs en catechese.
Zeer vlug werd Van Paepegem ook in andere diocesen en in de Guimardstraat gewaardeerd om z’n bekwaamheid. Onder zijn voorzitterschap werden de ‘Leerplannen godsdienst voor het Lager Onderwijs’ herwerkt en algemeen geprezen. Hij kon immers spanningen overbruggen, bruggen leggen, mensen verenigen, Blijde Boodschap brengen in een steeds meer geseculariseerde wereld.
Hij was een geïnspireerde spreker, vol humor, maar vooral inhoud. Vele directeurs en vicariaatsmedewerkers zullen nu nog zijn stem horen – neen, niet in het ‘Ninofs’ – maar in begrijpelijk doordachte taal en vlot overgaand van ernst naar kwinkslagen die kritische oren wel begrepen.
En als rode draad ook steeds zijn bijzondere zorg voor het basisonderwijs dat soms onder ‘grote broer’ gebukt ging, alsook zijn toegespitste aandacht voor het Buitengewoon onderwijs. Die letterlijk kleine man had blijvend oog en aandacht voor wie in de grote publieke wereld al te zeer als ‘klein’ geacht worden.
Ik kan vermoeden dat hij elke nieuwe stap in z’n leven ervaarde, beleefde als een puzzelstukje met de Jezus-vraag: “Heb jij mij lief?”.
Natuurlijk, Heer, Gij weet beter dan ik wie ik ben, wat ik kan…
En elke keer opnieuw zal hij de roepingsstem begrepen hebben als de opdracht, de verantwoordelijkheid: “Weid mijn lammeren - Hoed en weid mijn schapen”…
71 was hij ondertussen. Bisschop Van Looy vroeg hem dan als ‘bisschoppelijk gedelegeerde, belast met de zorg voor priesters en diakens’. Vooral eenzamen en zieken wou hij bezoeken; luisteren en bemoedigen. Woon- en zorgcentra, zieken- en rusthuizen werden hem vertrouwd gebied. Elke dag de wagen in, op weg - amper rekening houdend met eigen brozer-wordende gezondheid. Tot hij een vijftal jaren geleden meer en meer zelf tot zijn oorspronkelijke bezoekersgroep ging behoren: emeritus, met eigen zorgen waar hij zelden over sprak maar die wij konden ontwaren…
Zijn bidden en verwijlen bij de Heer zal hij toen wel begrepen hebben als het Jezus-woord tot Petrus: “Toen ge jong waart, deed ge zelf uw gordel om en ging waarheen ge wilde, maar wanneer ge oud zijt, zult ge uw handen uitstrekken, een ander zal u omgorden en u brengen waarheen ge niet wilt.”
Het zal hem een worsteling geweest zijn, die laatste twee jaren… Uit handen geven, de thuis verlaten, zich toevertrouwen aan tientallen handen van dokters en verplegenden, van behulpzame zorgverleners.
Niet afhankelijk willen zijn - hij die steeds de regie van z’n leven in eigen handen had…
Moge hij, ook dan, de Jezus-vraag gehoord hebben: “Heb je mij lief?” en diens aanwezigheid ervaren hebben in die vele vreemde handen die hem zorgzaam nabij waren en vooral in z’n beschermengelen Willy en Christiane.
Goede vrienden, sommigen zullen het vermetel vinden dat ik vandaag voor dit evangelie gekozen heb… Het betreft toch een later toegevoegd hoofdstuk bij het Johannes-evangelie en het gaat toch over Petrus en z’n aanstelling als primaat van de kerk en de voorspelling van z’n dood?
Hoe dan ook, vandaag is dat voor ons ‘evangelie’ en dus Blijde Boodschap voor wie dit hier en nu hoort. Elk van ons hoort dus vandaag Jezus de vraag stellen: “Heb je mij lief?”…
Wanneer wij die vraag toelaten en zoekend, schuchter haar beantwoorden, zal het ons dagen wat voor ons ”weid mijn schapen” persoonlijk betekent. We zijn immers allen geroepen om herders te zijn voor mekaar. Dat is christen-zijn, dat is christen-worden.
Het priesterleven van Paul Van Paepegem was de aanleiding om die Jezus-vraag opnieuw te stellen.
In het ultieme moment van zijn leven zal hij ongetwijfeld ook die laatste oproep van Jezus gehoord hebben: “Volg mij”. “Jij die levenslang die weg gevolgd hebt, neem die ook nu… ‘over de dood heen’; wees ook daarin mijn volgeling… “.
Ja, gelovig weten en vertrouwen wij dat ook Paul voltooid zal zijn in God.
Daarom neemt niet droefheid vandaag de overhand, maar vreugde en dankbaarheid.
Zoals de apostel Paulus, zijn patroonheilige, het verwoordt in z’n brief aan de Kolossenzen: “Ja wees dankbaar. Laat het woord van Christus in volle rijkdom onder u wonen. Leer en vermaan elkaar met alle wijsheid. Zing voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en geestelijke liederen. Doe alles wat u in woord of daad verricht in de naam van de Heer Jezus, God de Vader dankend door Hem.” Amen.
Voorbeden
Bidden wij tot God die Heer is over leven en dood.
- Voor priester Paul Van Paepegem: dat zijn leven nu voorgoed gezegend zij in God. Laat ons bidden.
- Voor zijn ouders, overleden familie en vrienden: dat zij hem nu reeds verwelkomen in Gods liefde. Laat ons bidden.
- Voor zijn zus Helena, voor zijn petekind Jan en zijn gezin, voor allen die geraakt zijn in deze rouw: dat zij Gods zegen mogen ervaren tot steun en sterkte. Laat ons bidden.
- Voor dokters, verplegenden en zorgverleners in ziekenhuizen en zorgcentra: dat hun kunde en helende zorg een teken mag zijn van Gods genegenheid voor wie door ziekte of ouderdom in nood zijn. Laat ons bidden.
- Voor mantelzorgers, vertrouwenspersonen en allen die als trouwe beschermengelen zieken en ouderen nabij zijn: dat Gods zegen hun draagkracht verdiept. Laat ons bidden.
- En voor ons allen hier aanwezig of via streaming met ons verbonden: dat wij als christen groeien in tedere ontferming, goedheid, nederigheid, zachtheid en geduld. Laat ons bidden.
Heer, maak ons trouw tot in de dood en zegen ons met geloof, hoop en liefde. Door Christus, onze Heer. Amen.