"Maria, het eerste voorbeeld van wat christen-zijn is." Homilie
Bij de foto: de voorbereidende liturgische stappen in het catechumenaat, vonden plaats tijdens de lockdowns. Een aantal van die vieringen vonden plaats in beperkte kring; enkele vonden ook hun weg via de livestreams van Kerknet. Nicole vertegenwoordigde in die livestreams nog 7 andere catechumenen die omwille van de coronamaatregelen niet samen konden aanwezig zijn. Herbekijk:
- de definitieve naamopgave van Nicole op de 1ste zondag van de veertigdagentijd in de crypte van Sint-Baafskathedraal (herbekijk hier de livestream);
- het gebed tot bekering (scrutinia) op de vijfde zondag van de veertigdagentijd in kerk van Sint-Pieters Buiten in Gent (herbekijk) - zie ook de foto
- de zalving met de catechumenenolie in de chrismamis in de Sint-Niklaaskerk in Gent (herbekijk)
Inleiding
Zusters en broeders, van harte welkom op deze viering van Maria Tenhemelopneming. Ik wens op dit hoogfeest van Maria aan alle moeders een gelukkige feestdag.
Beste Nicole, je hebt gewacht op deze dag om samen met je dochtertje het doopsel te ontvangen. Je wilde dat jouw familie erbij kon zijn. Dat is mooi. Het toont het belang dat jij en je man hechten aan de familie. Maar ik lees er ook het aanvoelen in dat gedoopt en gevormd worden en de eucharistie op zich iets te maken hebben met familie-zijn. We worden inderdaad leden van een grote spirituele familie. We worden broers en zussen van Jezus, en kinderen van eenzelfde Vader. Dat is de diepste betekenis van de Kerk.
Laten we in deze geest samen zijn en ons voorbereiden om deel te nemen aan deze viering.
Lezingen
Apok 11,19a; 12, 1.3-6a.10ab - 'Een vrouw bekleed met de zon'
1 Kor 15,20-27a - 'Allen herleven in Christus'
Lc 1, 39-56 - 'Mijn hart prijst hoog de Heer'
Homilie
Zusters en broeders,
Vandaag vieren we het hoogfeest van Maria Tenhemelopneming en tegelijkertijd de drie initiatiesacramenten (doopsel, vormsel en eucharistie), die toegediend worden aan een jonge moeder en haar kindje. In tegenstelling tot wat we zouden kunnen verwachten, gaat het evangelie van vandaag niet over het einde van het leven van Maria, maar eerder over een begin, over de weg die ernaar toe leidt en die zo goed uitgedrukt wordt in haar Magnificat.
We kunnen tot alle gedoopten de woorden richten die Elisabeth tot Maria spreekt: “Zalig zij die gelooft. (Gelukkige vrouw die gelooft) Wat haar van de Heer is gezegd zal in vervulling gaan”. En wat de Heer ons daarbij toezegt is niet minder dan het volle leven.
Laten we realistisch zijn. Het was voor Maria niet steeds gemakkelijk. Misschien zullen Nicole en Joanna op hun beurt ooit nog zeggen: ‘Waar ben ik eigenlijk aan begonnen? Wat betekent het allemaal?’
Geen enkel leven verloopt immers rechtlijnig. Ook het geloofsleven niet.
Maria’s leven was niet zonder vraagtekens, vanaf de aankondiging van Jezus’ geboorte tot zijn kruisdood. Ja, wat betekent dat allemaal? Soms vragen we ons af: waar zitten de anderen, de medegelovigen? En waar is God in bepaalde omstandigheden? Maria kan ons ook in deze vragen begeleiden.
Maria helpt ons vertrouwen te blijven hebben in God. En dat vertrouwen kunnen we uitstralen en doorgeven aan elkaar, aan anderen die het moeilijk hebben.
Onze zwakheid – de kleinheid waarover Maria het heeft in het Magnificat – is zelfs de deur waardoor God mogelijks in ons leven binnenkomt.
De muren waarmee we ons omringen om ons te beveiligen vertonen gaten van onmacht. Ons geloof helpt ons er deuren en vensters van te maken.
Dan kunnen we met Maria dankbaar zijn en haar Magnificat tot het onze maken. Niets kan ons beletten om steeds meer naar Jezus toe te groeien, met een alsmaar groter verlangen. De kerkgemeenschap waartoe we toegang krijgen door het doopsel helpt ons daarbij. Want in de Kerk zijn we thuis. Franciscus van Assisi noemt Maria: de Maagd die Kerk geworden is. Ook de Kerk is moeder. Het hangt allemaal nauw samen.
Ik vroeg me eigenlijk af hoe de verschillende belangrijke momenten van deze viering samen te brengen, namelijk één van de belangrijkste Mariafeesten, twee doopsels, een vormsel en een eerste communie (ook al vormen de drie initiatiesacramenten een eenheid, zoals dat duidelijk blijkt in een volwassendoop). Lucas laat vandaag Maria als aanstaande moeder haar Magnificat zingen. Iemand noemde het Magnificat “een totaalinterpretatie van het heilsgebeuren”. Een beetje een geleerde uitdrukking om te zeggen dat we het Magnificat in alle omstandigheden kunnen bidden en zingen (wat we ook dagelijks doen in het avondgebed van de Kerk).
God doet grote dingen.
Maria brengt in zekere zin een revolutie tot stand die nooit eindigt, zowel in ons persoonlijk leven als in de maatschappij.
Het Magnificat zet een aantal van onze spontane menselijke ideeën op hun kop. Machtigen worden onmachtig, armen worden rijk. Ik ben echt blij dat we dit evangelie, die blijde boodschap, mogen beluisteren de dag waarop Nicole – zelf nog een jonge moeder – met haar dochtertje Joanna gedoopt wordt.
Maria is het voorbeeld bij uitstek van wat Gods kracht (zijn “genade”) kan bewerken in wie openstaat voor Hem. Maria is niet alleen de gezegende boven alle vrouwen. Zij is de meest vereerde van alle heiligen, zowel in de Oosterse als de Westerse kerken, zowel in de katholieke Kerk als in de meeste kerkgemeenschappen van de Hervorming. Zij is zelfs een brugpersoon tussen christenen en moslims.
Door op het hoogfeest van Maria het doopsel, het vormsel en de eerste communie toe te dienen, krijgt het christelijk leven een mariale betekenis.
Daarmee bedoel ik dat Maria het eerste voorbeeld wordt van wat christen-zijn is:
als gedoopten worden we geroepen om van Jezus het centrum van ons leven maken; dankzij ons doopsel kunnen wij door Jezus, die de Zoon is, tot God de Vader komen, in de kracht van de Geest. Het grootste verlangen van Maria is immers dat we ons tot haar zoon richten; het grootste verlangen van Jezus is dat we ons richten tot zijn Vader; het grootste verlangen van de Vader is dat we door hun gemeenschappelijke Geest op onze beurt gebroken brood worden voor de wereld. En in dat alles is Maria ons voorgegaan, niet alleen als voorbeeld, maar ook als de moeder die Jezus ons gegeven heeft toen Hij tot de apostel Johannes zei: “Zoon, zie daar, jouw moeder”.
Het is in die geest dat we ons nu naar de doopvont begeven.