Kerstboodschap mgr. Hoogmartens: "Kerst en genade"
Het viel me op dat de politieke wereld er met de coronamaatregelen alles aan wilde doen om tenminste ‘kerst en de feesten’ gewoon te kunnen laten plaatsvinden. We willen met z’n allen immers opnieuw beleven wat ons zo kostbaar is: wat gezelligheid en geluk, liefst beleefd samen met enkele dierbaren. De voorbije twee jaar deden ons echter collectief inzien dat niets nog echt vanzelfsprekend is. Een economie kan sputteren, gezondheid kan ineens afknappen, mensen moeten hun land ontvluchten, eenzaamheid kan toeslaan en die knusse gezelligheid is echt niet zo vanzelfsprekend.
Toch zagen we de laatste tijd ook veel warme menselijkheid. Leerkrachten en directies die alles doen om de school open te houden. Medici en zorgkundigen die zich blijven inzetten voor zieken. Werkenden en ondernemers die hun bedrijf doen overleven. Gezinnen die er zich samen doorslaan. Ook ngo’s en sommige politici die armoede willen uitsluiten en die opkomen voor een meer rechtvaardige wereld. En dan zijn er met ‘kerst en de feesten’ uiteraard ook nog de lichtjes in de huiskamers en op straat. We kennen ook de solidariteitsmaaltijden her en der zowel als de attenties en de kaartjes heen en weer. En er zijn de kersten wintermarkten, tenminste daar waar ze zijn toegelaten.
Wat heeft Kerstmis toe te voegen aan het hele kluwen van de mensheid, aan de hunker van jong en oud naar geluk en naar een zin om voor te leven? Kerstmis plaatst onze ervaringen, die van de voorbije twee jaar, maar ook die van het hele leven, in de context van de heilsgeschiedenis. De mensheid heeft aan geluk en tegenspoed al meer ervaren dan wij ons vandaag kunnen voorstellen. Door dat alles heen heeft de Bijbelse mens Gods nabijheid ervaren als de grootste en de belangrijkste dragende werkelijkheid. Met Kerstmis gedenken we met vreugde dat deze God zich heeft laten kennen.
„Het volk dat in het duister wandelt, ziet een groot licht”, zo klinkt het in de liturgie van de kerstnacht (Jesaja 1). „De genade van God, bron van heil voor alle mensen is op aarde verschenen” (Titus 2). „Vreest niet”, sprak de engel tot de herders rond de kribbe, „want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap, die bestemd is voor heel het volk” (Lucas 2). Op kerstdag zelf luidt het: „De goedheid en de mensenliefde van God, onze heiland, is op aarde verschenen, en Hij heeft ons gered…” (Titus 3). „Het Woord is mens geworden” (Johannes 1).
Mijn wens aan jullie allen is dat we in deze periode van begrenzingen allerhande de genade mogen ervaren van Gods Liefde die ons draagt en die ons zo nabij komt in Jezus. Gods Zoon wil ons vrede brengen en liefde van bij de Vader, die ons voeren tot solidariteit en broederlijkheid. Om het te zeggen in de woorden van ons jaarthema en van De Warmste Week: „Pas door – in Jezus – de diepte van broederlijkheid te ontdekken, kun je zijn wie je bent.”
Zalig Kerstmis.