Pelgrimeren in 3 quotes
Niet de bestemming, maar de tocht maakt iemand tot pelgrim
(Peter Nissen)
Pelgrimeren komt van het Latijnse woord peregrinus. Een woord dat is samengesteld uit per (door, over, vlakbij) en agger (akker, land). Letterlijk is een pelgrim dus iemand die door of voorbij akkers trekt. Pelgrimeren wil duidelijk het beeld van een reis scheppen. En een reis impliceert ook meestal een bestemming. Bij een pelgrimstocht denken we bij de bestemming al snel aan een vereringsplaats om bepaalde religieuze rituelen te vervullen. Maar bij een pelgrimstocht is deze bestemming niet het ultieme doel van de tocht. De kern van een pelgrimstocht is de pelgrim die op reis gaat omdat hij of zij tijd nodig heeft – tijd om over persoonlijke dilemma’s of wandaden na te denken, of over de grote mysteriën des levens, zoals het noodlot, het lijden en het wezen van God. Voor de pelgrim is de reis, met al zijn wisselvalligheden, niet de vervelende inleiding op de bestemming. Integendeel, de reis vormt levendige, zware maar ook vreugdevolle manier om de eindbestemming te bereiken. Die eindbestemming betekent niet het einde van de reis, maar net het begin. Na de eindbestemming bereikt te hebben, keert de pelgrim immers terug naar huis om zich daar hopelijk heilzaam veranderd door wat hij heeft meegemaakt, weer aan te passen aan het dagelijks leven.
Pelgrimeren is een door en door sociaal gebeuren, met tal van verrassende, risicovolle ontmoetingen onderweg
(Frits de Lange)
Pelgrimeren kan je alleen doen of in groep. Zo heeft elk pelgrimsoord ook zijn eigenheid: naar Compostela stap je meestal in je eentje, naar Assisi gaan mensen dan weer liefst in kleine groep op weg. Maar of je nu alleen pelgrimeert of in groep, je bent als pelgrim altijd onderweg in verbondenheid met anderen. Tijdens het pelgrimeren is iedereen gelijk en schort je voor een onbepaalde tijd je identiteit en maatschappelijke status op. Je bent even geen CEO of leraar, timmerman of verkoopster meer, maar elkaars gelijke als pelgrim. Samen pelgrimeren, schept een band op ritueel, diep, fysiek niveau, nog voor er een woord gezegd wordt. Een pelgrim kan er niet omheen zich bloot te stellen aan onverwachte ontmoetingen met onbekende anderen. Steeds geeft de pelgrim zich over aan wat komt. Hij beleeft bovenal en probeert pas achteraf zich te realiseren wat hem overkwam. Het zijn deze ontmoetingen die je als pelgrim veranderen, die je als een ander mens laten thuiskomen dan je vertrok.
Als pelgrim word je niet geboren, je moet het willen worden.
(Frits de Lange)
Er wordt wel eens gezegd dat iedereen een pelgrim is. Sommige mensen steigeren bij het horen van deze uitspraken: ‘Hoezo? Ik zeker niet!’. En in zekere zin hebben ze gelijk. Pelgrims geven gehoor aan een roep die groter en sterker is dan henzelf. Een pelgrimage (hoe groot of hoe klein ook) start steeds met de motivatie om eraan te beginnen. Pelgrims gaan op weg om iets te vinden dat de status quo van hun leven hun niet biedt. Er ligt een transformatie aan ten grondslag van de thuisblijver naar de reiziger. Een transformatie, van iemand die zich in zijn identiteit heeft verschanst tot iemand die haar loslaat en zichzelf op een nieuwe manier in een groter verband hervindt. Kenmerkend voor een pelgrimage is dan ook haar transformerend vermogen. Je moet voor een bepaalde periode je gekende leven durven loslaten en de stap zetten om een pelgrim te worden. De pelgrim die huiswaarts keert zal, getransformeerd door de tocht, als een ander mens in het leven staan.
Bronnen:
Peter Nissen, Grenzen overschrijden, https://www.santiago.nl/grenzen-overschrijden/12618
Frits de lange, De pelgrim als paradigma, een gelukkige greep? https://www.fritsdelange.nl/wp-content/uploads/2019/01/Oecumenelezing-18-januari-2019-VOLLEDIGE-TEKST.pdf
James Harpur, De Heilige Weg, 2000 jaar christelijke pelgrimstochten, vertaling door Rob de Ridder & Mireille Vroege, Haarlem, Schuyt & Co, 2002.