Pelgrimeren: niet noodzakelijke een fysieke tocht
Bij het woord 'pelgrimstocht' denken we meestal automatisch aan een fysieke tocht. Je moet je voeten ergens naartoe verplaatsen, je maakt een lichamelijke reis in de buitenwereld. Een pelgrimstocht hoeft echter geen fysieke reis te zijn, het kan ook contemplatieve reis zijn. Meer zelfs...
Je zou kunnen stellen dat we allemaal pelgrims zijn, onderweg en op tocht doorheen ons eigen leven.
In het Christendom is een rijke literaire traditie ontwikkeld waarin de pelgrimstocht als metafoor wordt gebruikt voor het menselijk leven. Kerkvader Augustinus sprak al over goede christenen als 'peregrinus'. Alle mensen waren volgens hem immers vreemdelingen en passanten op aarde, steeds onderweg naar de hereniging met God na hun leven. Deze hereniging was enkel mogelijk wanneer mensen ook tijdens hun leven zich richtten naar het 'hemelse Jeruzalem'. De 15de-eeuwse mysticus Thomas à Kempis sprak op eenzelfde manier over de ware pelgrimstocht als een innerlijke reis op het pad van de geest, met de levende Christus als ultieme doel. Zo lezen we in zijn veel gelezen werk 'De imitatione Christi' (1441), de volgende raad:
Blijf u gedragen als een pelgrim […] op aarde, die met de zaken van de wereld niets te doen heeft. Houd uw hart vrij en naar God opwaarts gericht, omdat gij hier geen blijvende woonplaats hebt. Richt daarheen iedere dag uw gebeden en zuchten, opdat uw geest moge verdienen, na de dood tot de Heer over te gaan.
In The Pilgrim’s Progress van de Engelse puritein John Bunyan (1678) lezen we dat de pelgrimstocht bedoeld is om morele obstakels te overwinnen en zelfkennis te vergaren teneinde in de Hemelse Stad te komen. Ook de 13de-eeuwse mystica Hadewijch behandelde dit onderwerp. Zij stelt het leven voor als een pelgrimage naar de Minne, de goddelijke liefde.
Hoewel fysieke pelgrimstochten altijd erg waardevol zijn geweest voor de Kerk, werden spirituele reizen zeker en vast evenzeer gewaardeerd.
God is immers overal: in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen.
Het is dan ook nooit een verplichting geweest voor christenen om op pelgrimstocht te trekken naar een heilige plaats. Elk leven op aarde kan een geestelijke pelgrimstocht zijn, op weg naar het hemelse.
Wat leert ons dit eeuwenoude inzicht? Je hoeft niet meteen je stapschoenen aan te trekken om een pelgrim te zijn. Het is immers de reis die je onderneemt en de transformatie die je ondergaat door de reis die kenmerkend zijn voor het pelgrimeren. Een pelgrim keert na de reis – of deze nu werkelijk of contemplatief was - als een nieuw mens, door de tocht heilzaam veranderd, naar huis terug. En dit huis, dat mogen wij als 'passanten op aarde' allemaal bij God vinden.