Terugblik op de Dag van verkondiging (28/01)
Een 40-tal geïnteresseerden was afgezakt naar het Pastoraal Centrum van Kiewit voor de vormingsvoormiddag ‘Alles heeft een eerste keer. Dag van verkondiging’. Samen met Ria en Els van de dienst parochiecatechese van bisdom Hasselt en Bart Willemen, secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Catechese (ICC) werd er nagedacht over de centrale vraag van de voormiddag:
Hoe helpen we anderen om Jezus of God te ontmoeten, om te delen wat wij zelf zo de moeite waard vinden?
In drie delen dachten we samen na over dit thema. Eerst was er een verrassende uiteenzetting over wachtwoorden, doorspekt met moeilijke Engelse termen. Wat had dit te maken met verkondiging? Ria maakte in het eerste deel duidelijk dat dit praatje een mooie illustratie was van een spanning die vandaag bestaat. Vroeger kwamen Kerk, geloof, traditie overal terug. Je bouwde verder op iets dat je kende. Iedereen was christen. Iedereen deed mee in de klas. Het was allemaal heel herkenbaar. Vandaag zijn heel wat mensen niet langer vertrouwd met Kerk, geloof en traditie. Het klinkt allemaal vreemd en onbekend in hun oren. Er is geen herkenbaarheid meer. Het dominante christelijke kader is weg. En toch vragen veel ouders nog steeds een mooi moment voor hun kind. Is daarom alles verloren of slechter? Zeker niet!
De situatie daagt ons uit om ons geloof, onze aanpak, onze vorm van verkondiging eens terug goed te bekijken en evalueren.
Vandaag krijgen we nieuwe kansen! Het komt er op aan om die te zien en te benutten. En misschien moeten we inderdaad iets anders doen dan we voorheen deden. Vandaag is de ideale tijd voor verkondiging. Maar hoe begin je daaraan?
In het tweede deel van de voormiddag ging Els dieper in op enkele termen uit de titel van deze vormingsvoormiddag: wat bedoelen we met ‘de eerste keer’ en met ‘verkondiging’? En wie moet dat verkondigen dan doen? De motor van de verkondiging is onze persoonlijke relatie of band met Christus. Daarin schuilt ook de essentie van het christendom: de ontmoeting met de verrezen Heer.
Het christendom gaat niet over ons zoeken naar God – een zoeken dat erg aarzelend gebeurt – maar veeleer het zoeken van God naar ons. Jezus heeft ons gegrepen, heeft ons aangegrepen, Hij heeft ons veroverd om ons niet meer los te laten (paus Franciscus).
De eerste verkondiging of het kerygma omvat de kern van het christelijk geloof, namelijk Christus zelf. Kort samengevat: ‘God houdt van je, Christus is je redder, Hij leeft’. Dit is de blijvende basis voor alle geloofsverdieping, voor elke christen, op elke leeftijd, in elke levensfase. Zonder eerste verkondiging kan er ook geen sprake zijn van catechese. Catechese heeft dus pas zin als de persoon geraakt is, als de kiem van de relatie al aanwezig is.
Hierbij benadrukte Els dat catechese zich dus niet beperkt tot de voorbereiding op de initiatiesacramenten, maar een veel bredere betekenis heeft. Catechese is ‘groeien in geloof’ voor elke christen, op elke leeftijd, in elke levensfase. Het is blijven groeien in de ontmoeting met Jezus Christus en met elkaar in alle dimensies van het christendom en het christelijke leven voor alle leden van de geloofsgemeenschap.
De eerste verkondiging en daaropvolgende catechese vragen dus tijd en ruimte om te groeien en te kiemen. Je kan niet onmiddellijk oogsten en maaien. En laat dat nu net haaks staan op onze moderne tijd waarin alles snel moet gaan en waarin tijd schaars is. De parabel van de zaaier is een mooie illustratie van deze gedachte.
Wie moet er nu instaan voor de verkondiging? Dat is eigenlijk heel eenvoudig: we zijn als gedoopten allemaal geroepen om te verkondigen (en dus allemaal catechist). Tegelijkertijd blijven we ook leerlingen van Christus. Je kunt dus maar naar buiten uitstralen wat er vanbinnen te beleven is. Je moet er iets van jezelf inleggen. Alleen op die manier kan je mensen op een spoor brengen. Een belangrijke vereiste is dan je kwetsbaar durven en willen openstellen en naar buitenkomen met je geloof in woorden en daden door oprecht en doorleefd te getuigen. Zowel liturgie, catechese als diaconie kunnen plaatsen van eerste verkondiging zijn. Het gaat met andere woorden over spreken, zorgen en vieren om Jezus beter te leren kennen. Als je jouw geloofsgetuigenis en jouw inspiratie echter beschouwt als een privézaak, doe je eigenlijk onrecht aan de insteek van verkondiging.
In het derde en laatste deel van de voormiddag bracht Bart Willemen, secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Catechese, alle ideeën samen in een synthese. Kunnen wij ons vergelijken met een tankstation, waar af en toe mensen zich vrijwillig komen laten vullen met kant-en-klare producten, samengesteld zonder hen te spreken of te kennen? Of moeten we onze insteek veranderen? Andate in citta, zegt paus Franciscus. Het is een eenvoudige, maar uitdagende oproep om naar buiten te treden, zoals de paus ook al duidelijk maakte in zijn apostolische exhortatie Evangelii Gaudium uit 2013. Dit vraagt tijd, moed en een tikkeltje durf.
Maar hoe ga je dan concreet als verkondiger aan het werk? Drie sleutelwoorden kunnen ons helpen bij deze taak.
- Ten eerste is de verkondiger als begeleider best iemand die barmhartigheid uitstraalt.
- Ten tweede gebruikt het Directorium voor de Catechese meermaals het mooie beeld van catechese als ‘laboratorium van dialoog’. Verkondigen is immers best dialogaal. Er is niet één enkele methode die steeds en overal toegepast kan worden.
- Het derde sleutelwoord is missionair. Elke vorm van catechese heeft de levende ontmoeting met Christus als doel en centrum. Het gaat niet om de aantallen of dat we talrijk zijn, maar het gaat erom dat we ‘zout’ moeten zijn. Zout geeft smaak en bewaart. Het is een oproep om in actie te komen.
Bart besloot zijn uiteenzetting met enkele uitdagingen voor verkondiging en catechese in de huidige tijd en context.
- In de eerste plaats is het tijd om het vaak gehoorde ‘Kom en zie’ te combineren met ‘Ga je mee op weg?’. Je hoort in deze oproep ook de wens van de paus om naar buiten te treden. Je kan Jezus immers niet alleen ontmoeten in de liturgie, maar ook in de zorg voor de arme en de kwetsbare of bij het beluisteren van elkaars vreugde en verdriet.
- Ten tweede is er de oproep voor een brede interpretatie van de term catechese. Het mag duidelijk zijn dat elke gedoopte christen elke dag bezig is met christen worden, uiteraard samen met anderen op weg in een gemeenschap van leerlingen. We zijn allemaal verkondigers én tegelijk leerling van Jezus.
- In de derde plaats is het belang om intergenerationeel te denken, dat wil zeggen met aandacht voor ‘gezinnen’ in de ruime betekenis van het woord. Denk bijvoorbeeld aan grootouders, meters, peters, tantes, nonkels…, kortom de kring van mensen of tochtgenoten die rond iemand staat die een initiatiesacrament zal ontvangen. Een intergenerationele aanpak gaat dan uit van de gaven die elke generatie te bieden heeft (Tips voor een intergenerationele aanpak vind je op www.graagsamen.be).
- Tot slot is het voor elke vorm van catechese belangrijk om het catechumenaat als inspiratie en voorbeeld te nemen. Het is een rustige, onderscheidende en duurzame weg met mensen op weg in geloof, in verbondenheid met een voedende geloofsgemeenschap.
Het is aan ons allemaal om de weg van troost, hoop en bemoediging te bewandelen. Ga naar de stad en kijk uit naar de ontmoeting.