Op tocht in het NT #1 - Jezus' geboorte: van hemel naar aarde
Over Jezus’ eigenlijke geboorte en de tijd daaraan voorafgaand wordt niet veel verteld in de evangeliën. Ze beogen dan ook geen historisch verslag. De evangelisten wilden verhalenderwijs van het geloof getuigen dat Jezus van bij zijn geboorte – en zelfs vanaf de moederschoot – bestemd was om Zoon van God te zijn.
Het Woord is mens geworden
Het Johannesevangelie vangt niet aan met de traditionele verhalen die mensen met de geboorte van Jezus verbinden. Johannes getuigt op zijn eigen manier van de unieke verbondenheid tussen Jezus en God. Hij vereenzelvigt Jezus met het Woord van God dat op een bepaald moment in de geschiedenis de gedaante van een mens heeft aangenomen.
Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. (Joh 1,14)
Jezus heeft dus een weg afgelegd van hemel naar aarde, zou je kunnen zeggen. Deze spirituele ‘afdaling’ staat ook beschreven in de zogenoemde hymne uit de Filippenzenbrief (Fil 2,6-11). Hoewel Jezus Gods Zoon was, maakte Hij zich in alles gelijk aan de mens.
Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. (Fil 2,6-7)
Een moeilijke bevalling
Gods menswording verliep echter niet zonder slag of stoot. In de kindheidsevangeliën lees je meermaals dat de aarde een onherbergzame plek is om het goddelijk kind geboren te laten worden.
De wereld blijkt geen Godsvriendelijke plek.
Volgens Lucas moet Jozef met zijn hoogzwangere vrouw van Nazaret naar Betlehem trekken omwille van een volkstelling. Uiteindelijk is er zelfs geen plaats om te overnachten en legt men het pasgeboren kind in een voederbak.
Op de achtergrond van het Matteüsevangelie speelt dan weer heel sterk het vijandige klimaat van koning Herodes die Jezus naar het leven staat. Herodes vreest immers dat deze nieuwe koning zijn eigen macht in de kiem zal smoren. Opnieuw staat Gods lijfelijke aanwezigheid in de wereld op het spel. Maar telkens wanneer Herodes een manier denkt te vinden om het kind in handen te krijgen, komt God via waarschuwingen van engelen in dromen tussen.
Bij Ma’adi, ruim tien kilometer ten zuiden van Cairo, zou de Heilige Familie in een bootje zijn gestapt om de reis over de Nijl stroomopwaarts voort te zetten. De plaatselijke Mariakerk houdt de herinnering aan deze overlevering in ere. De kerk telt drie koepels, aldus verwijzend naar de drie leden van de Heilige Familie. Zo’n boottocht was behoorlijk prijzig. Een monnik vertelde dat Jozef zich die tocht kon permitteren dankzij het goud, de wierook en de mirre die de wijzen bij hun bezoek aan Bethlehem aan hen cadeau hadden gedaan.
Sta op en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. (Mt 2,13)
Ook vandaag heeft God het niet gemakkelijk om aanwezig te komen in de maatschappij en in ons persoonlijke leven. Maak jij ruimte voor Hem? Herken jij de mensen die op de vlucht zijn om God een thuis te kunnen geven?