Vastenbrief Mgr. Hoogmartens
Dierbare broeders en zusters
Goede vrienden
Woensdag 14 februari begint de veertigdagentijd. Van de liturgie van Aswoensdag kennen we vooral het assenkruisje, dat mensen ontvangen ter herinnering aan hun vergankelijkheid: “Gedenk, o mens, dat gij stof zijt, en tot stof en as zult wederkeren.” Steeds meer echter wordt – zoals in de abdijen – tijdens de Aswoensdagliturgie wat asse over het hoofd van de christenen uitgestrooid terwijl de bedienaar zegt: “Bekeer u en gelooft in de Blijde Boodschap.”
Die bekering of ommekeer is vooral nodig om na veertig dagen met een ontvankelijk hart de vreugde van Pasen te kunnen beleven.
Ongeveer gelijktijdig met de veertigdagentijd van dit jaar zendt de VRT gedurende acht weken op zondagavond een programma uit onder de benaming ‘Taboe’. De eerste uitzending was goed voor méér dan anderhalf miljoen kijkers. “Het is een programma over lachen met mensen met wie je eigenlijk niet mag lachen”, zo zei de populaire stand-up comedian Philippe Geubels bij de aankondiging van de uitzendingen.
Hij wil het taboe doorbreken van humor in bepaalde situaties. Hij betoogt dat humor helend en bevrijdend kan zijn, ook bijvoorbeeld voor mensen met een zware handicap of voor wie het levenseinde nabij is.
In interviews in kranten en op TV toonde hij bovendien dat hij best wel empathie had tegenover hen. Hij voegde eraan toe dat humor natuurlijk slechts kan mits de betrokkene eraan toe is. Het register van de humor veronderstelt immers altijd grote subtiliteit…
De lezingen van deze zondag, de laatste vóór de veertigdagentijd, spreken ook over een taboe: niet dat van de humor, maar van de melaatsheid. Ten tijde van het Oude Testament werden melaatsen om begrijpelijke redenen uit de samenleving gebannen en als onrein beschouwd. Jezus echter doorbrak het taboe door de melaatse aan te raken en ook hem heil van Godswege toe te zeggen.
De weg van het geloof die Jezus aanreikt, is nog dieper dan elke humor, hoe subtiel ook. Jezus bespeelt als het ware een ander register:
dat van het heil van Godswege, dat ons leven het perspectief geeft van de eeuwigheid, vanuit de Liefde die God is.
De veertigdagentijd wil ons allen openen voor dit heil van Godswege, dat altijd – ook in de meest complexe situaties van het leven – kan ontvangen worden. Meer nog, we kunnen in de veertigdagentijd actief naar dit heil op zoek gaan, zoals trouwens ook de melaatse uit het evangelie deed vanuit een groot geloof:
“Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.”
Vanuit een eeuwenlange traditie vraagt de Kerk ons om – in de komende veertigdagentijd – ons toe te leggen op drie houdingen:
- Ten eerste een houding van gebed. Slechts een hart dat biddend met God verbonden is, ontvangt heil en heelheid vanuit zijn Liefde.
- Ten tweede vraagt de Kerk ons om te leren géven. Van oudsher hoort het geven van aalmoezen bij de veertigdagentijd. Vandaag wordt de aalmoes vaak vervangen door ‘Broederlijk Delen’, of door solidariteit op vele wijzen. Maar het leren géven is fundamenteel voor de veertigdagentijd.
- Ten slotte is er nog het vasten zélf. Moeten wij allen niet leren leven op een soberder wijze? Is het niet goed om op Aswoensdag en Goede Vrijdag te ervaren wat honger is, in verbondenheid met zovelen voor wie honger een dagelijkse werkelijkheid is? Is het niet goed te leren hongeren naar gerechtigheid?
De veertigdagentijd wil ons zo – op vele wijzen – openen voor het heil dat van God komt en voor zijn Liefde die ons draagt.
Laten we daartoe taboes doorbreken:
- Laten we spreken met de vreemdeling in ons midden…
- Laten we luisteren naar de stem van de arme…
- En laten we van daaruit steeds meer het heil van de wereld en het heil van Godswege voor ogen hebben…
Want, zoals de psalmist (Ps. 70) ons leert: “Wie bij U hun geluk zoeken, zullen lachen en vrolijk zijn.
Wij zijn immers allen – zo beleven wij dit jaar met ons bisdom – door Hem bemind, door Hem geroepen.
Van harte wens ik u een gezegende veertigdagentijd.
+ Patrick Hoogmartens
bisschop van Hasselt