Hulpbisschop schrijft gebed voor de passietijd
Passietijd
Kloppen op deuren die gesloten bleven,
bedelen om vertrouwen dat niet werd geschonken,
liefhebben en niet bemind worden,
Je maakte het allemaal mee, lieve Heer.
Leerlingen die Je in de steek laten,
een vriend die Je verraadt,
een ander die zegt Je niet te kennen,
het heeft Je ongetwijfeld diep geraakt.
Van Pontius naar Pilatus gestuurd,
een speelbal in handen van de brute macht,
geen mensenrecht om Je op te beroepen,
het maakte Je langste week heel donker.
Een beetje troost op Je kruisweg,
toch een helpende hand uit Cyrene,
tranen van meelevende vrouwen,
het stilde even Je pijn.
Roepen en tieren van opgehitst volk,
schreeuwende soldaten,
venijnige verwijten,
ze sneden in Je hart.
Een Vader die zich in stilzwijgen verborg,
van mens én God verlaten,
en toch Je leven in zijn handen gelegd,
wat een onrustige ziel.
Vreselijk versmacht op het kruis,
menselijk gezien roemloos ten onder gaan,
en toch stamelen: ‘het is volbracht’,
Je perspectief bleef Gods rijk en paradijs.
Je dorst naar ons geloof, onze hoop en liefde.
Je geeft de Geest.
Wij aanbidden en loven Je, gekruisigde Heer,
Je bent waarlijk Gods Zoon.