Een ander gelaat van de Kerk
Op de persconferentie in Brussel van de Belgische bisschoppenconferentie op vrijdag 8 april waarop de verklaring van paus Franciscus na de synodes over het gezin werd voorgesteld, gaf ik mijn eerste indrukken na lezing van het rijke document:
"Ik wil u mijn eerste indrukken geven na mijn kennismaking met dit pauselijk document. Het is het resultaat van een lang en breed overlegproces dat door paus Franciscus is gewild toen hij onmiddellijk twee synodes aankondigde over hetzelfde thema: “De roeping en de zending van het gezin in de Kerk en de wereld van vandaag”. Maar niet alleen dat. Meteen riep hij ook de bisschoppenconferenties op om de vragenlijst die voorafgaat aan zo’n synode publiek te maken (ook via internet) en om dus zoveel mogelijk mensen te betrekken. Wat dan ook gebeurd is, ook in ons land. Hetzelfde gebeurde na de eerste buitengewone synode met het slotdocument. We kunnen echt spreken van een synodaal proces, letterlijk betekent dat: een samen op weg gaan. Dat geldt ook voor de synode in oktober jl. waaraan ik op uitnodiging van de paus mocht deelnemen. Er waren geen taboes en de paus zelf moedigde aan om alles bespreekbaar te stellen in de verschillende dialooggroepen.
De tekst die nu voor mij ligt is duidelijk van de hand van paus Franciscus. We herkennen zijn (soms flamboyante en breedvoerige) stijl en ook zijn (jezuïtische) methodiek van “leren onderscheiden”. Maar voor alles herkennen we de pastor die deze paus is die in woord, maar nog meer in daden, mensen nabij wil zijn.
'Amoris laetitia' is dan ook allereerst een pastoraal en niet een doctrineel document.
Dat betekent dat het vertrekt vanuit de realiteit die is zoals ze is in al haar complexiteit en diversiteit. Die realiteit wordt beluisterd, en niet allereerst beoordeeld. Het goede dat aanwezig is moet bevorderd worden en kansen krijgen om te groeien. Een pastorale benadering betekent: mee op weg gaan (‘synodaal’) in de vreugde (de blijdschap – ‘laetitia’), maar ook in de moeilijkheden en crisissen die mensen doormaken op relationeel vlak en in de opvoeding van kinderen. Dat moet fijngevoelig gebeuren, met veel respect, met tact en geduld, in dialoog en zonder (voor)oordelen.
Aansluitend: deze pastorale benadering is een inclusieve benadering. Dat betekent: niemand wordt uitgesloten.
Dat is de baseline, zo je wil, van het hele document. Samen te vatten in de sleutelwoorden in de titel van het belangrijke achtste hoofdstuk: “begeleiden, onderscheiden en integreren”. De Kerk moet er alles aan doen om mensen, in welke situatie ze zich ook bevinden, deel uit te laten maken van de gemeenschap. Dat keert als een refrein weer. In nr 243 schrijft paus Franciscus over hertrouwde echtgescheidenen dat het belangrijk is hen te laten voelen dat ze deel zijn van de Kerk, “dat ze in geen geval geëxcommuniceerd zijn en ook zo niet behandeld mogen worden omdat ze deel blijven van de kerkelijke communio.” Hij voegt er aan toe: “Een kerkgemeenschap die hen onthaalt en integreert beoefent de naastenliefde”. Dit is de grondtoon.
Daarom durf ik te gewagen van een grondige verschuiving, ja zelfs van een paradigmawissel.
Zeker wat betreft de onderwerpen die hier ter sprake komen werd de Kerk dikwijls verweten dat ze optrad met het vermanende vingertje, dat het alsmaar ging over “wat moet en wat niet mag”. Paus Franciscus toont ons een ander gelaat van de Kerk. Het is haar pastorale gelaat, gekeerd naar de realiteit en op weg met mensen. Niet toevallig natuurlijk verschijnt deze exhortatie in het jaar van de barmhartigheid dat hij afkondigde. Op het einde van de synode reeds heb ik gezegd dat dit voor mij het einde is van een oordelende en veroordelende Kerk en ik heb toen het woord “tederheid” gebruikt. Dat herken ik helemaal in dit document. Of om het met de woorden van kardinaal Danneels te zeggen op de persconferentie in het Belgisch college in Rome op het einde van de synode: “De vraag is niet allereerst: wat is er veranderd? Maar wel: wie is er veranderd? Het antwoord is: de Kerk.”
Ik sprak reeds over de methodologie van de paus. Vertrekkend vanuit de realiteit: begeleiden, onderscheiden en integreren. Daarom is het zo belangrijk om altijd de concrete levensomstandigheden van mensen te verdisconteren, “precies omwille van de waarheid”, lees ik in nr 79. Neem nu de kwestie van het ontvangen van de communie voor hertrouwde echtgescheidenen. Ik citeerde al de grondtoon: “niemand is uitgesloten van de kerkelijke communio”. Onderscheiding is weer het sleutelwoord. Over de eucharistie zegt hij dat ze geen beloning is voor de volmaakten maar voedsel voor elke mens (vn 351).
Deze tekst spreekt daarom ook niet zomaar algemene oordelen uit. In de inleiding schrijft paus Franciscus dat niet alle discussies over doctrinele, morele of pastorale zaken beslecht moeten worden door het centrale leergezag: “Eenheid in verkondiging en praktijk is natuurlijk noodzakelijk in de Kerk, maar dat sluit niet uit dat er altijd verschillende interpretaties zijn. Elk land of regio moet dan ook zoeken naar wat best past in de cultuur, gevoeligheden en plaatselijke noden.” Met andere woorden, hier krijgen de plaatselijke bisschoppenconferenties belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om concrete kwesties. Hier maakt hij de decentralisatie waarover hij reeds sprak in zijn eerste exhortatie Evangelii Gaudium verder waar. “Algemene principes moeten altijd geïncultureerd worden,” besluit hij (nr 3).
Het document is rijk aan inhoud. Het behandelt vele aspecten. Er staan zeer interessante passages in over huwelijksvoorbereiding, over zwangerschap en geboorte, over opvoeding en de moeilijkheden die ouders daarbij kunnen ondervinden, over de familie die mensen opvangt: zieken, bejaarden, armen en vluchtelingen, over de spiritualiteit van het gezin,…
Ik was zeer getroffen door de meditatie van de paus bij het zogenaamde ‘Hooglied van de liefde’ van Paulus in de Korintiërsbrief. “De liefde verdraagt alles”, staat er (1 Kor 13,7). Dat ‘alles’ wijst weer naar die inclusieve benadering.
Op verschillende momenten spreekt hij de lezer rechtstreeks aan: “ Liefste verloofden, heb moed anders te zijn…” (nr. 2012), “Ouders, gijzel uw kinderen niet…” (nr. 245). Wat hij schrijft over de liefde is wervend en appellerend en wordt toch nooit zweverig. De liefde gaat door crisissen heen, weet hij.
Dit document is niet het einde van het synodale proces. Ik zeg: integendeel!
Er is een weg geopend, een deur opengezet. Het is een 'point of no return': er is geen weg terug!
Aan ons nu om het rijke document te lezen en te verwerken, “stukje per stukje” suggereert Franciscus zelf (nr 7). De theologen moeten ons helpen bij de tekstinterpretatie. Maar we moeten het vooral lezen en bespreken met zovele mensen die pastoraal geëngageerd zijn, met de verantwoordelijken van catechese en gezinspastoraal en vooral ook met alle mensen die “de vreugde of de blijheid van de liefde” willen beleven “in goede en in kwade dagen”.
Bekijk hier ook:
- De video met 5 vragen aan Mgr Van Looy over de exhortatie
- Het dossier: Mgr Van Looy en de synode over het gezin
- Het algemene dossier op Kerknet over Amoris laetitia en de gezinssynode (met de belangrijkste persreacties)