Bisschop Lode over één jaar synodaal proces: "Aan de slag ermee!"
Beste vrienden,
“Aan de slag ermee”? Zijn we er niet al mee begonnen? Inderdaad openden we op 17 oktober vorig jaar, bijna één jaar geleden, in de kathedraal plechtig ons diocesane jaar in het teken van de synode. Op vraag van de paus gebeurde het overal ter wereld op dezelfde datum. Op die wijze wilde hij tonen dat het menens is met synodaliteit. Iedereen in de Kerk moest aan het werk. En zonder uitstel.
Bij ons viel het thema gelukkig samen met het doopproject.
Synodaal zijn we pas echt als we het doen als gedoopte. Een gedoopte is een synodaal iemand.
We hebben bij die gelegenheid in ons bisdom de diocesane werkgroep synodaal proces opgericht. Die kreeg als eerste opdracht: nagaan op welke manier het synodale denken en leven in onze gemeenschappen gestimuleerd kan worden. Uit die gesprekken groeide ook de bijdrage van ons bisdom die nadien met de bijdragen van de andere bisdommen gepubliceerd en gesynthetiseerd werd. Ik bedank nog eens alle mensen die tijd vrijgemaakt hebben om deel te nemen aan onze bijeenkomsten en allen die bijdragen hebben ingezonden. Zowel de tekst van ons eigen bisdom als de synthese van alle Belgische bisdommen kan je lezen op Kerknet via deze link. Nu wordt de tweede fase van het synodaal proces voorbereid, namelijk op continentaal vlak.
Ik heb aan de werkgroep ook gevraagd om een vernieuwde pastorale raad voor te bereiden. We toetsen nu een voorstel bij hen af. Het is de bedoeling om met een nieuwe pastorale raad van start te gaan in de loop van 2023. Die pastorale raad moet ons verder helpen in het synodaal werken.
(lees verder onder de foto)
Synodaliteit als revolutie
De bedoeling van deze brief is enkele bedenkingen mee te geven om het synodaal proces verder te ondersteunen. Je zou kunnen zeggen dat we toch ons huiswerk gedaan hebben, met onze eerste bijdrage. Maar de bedoeling is dat synodaliteit niet meer ophoudt en dat ze een manier van denken, voelen en werken wordt. Synodaliteit is immers de identiteit van de Kerk.
Van 1 tot 8 september heb ik deelgenomen aan de vorming van de nieuwe bisschoppen, die al twee jaar uitgesteld was omwille van corona. In totaal werden zo’n 350 nieuwe bisschoppen uitgenodigd van overal ter wereld. Een heel mooie ervaring. Het thema was precies: Het uitoefenen van het bisschopsambt in een synodale Kerk. Een nieuw type leiderschap. Opnieuw een kans voor mij om na te denken over synodaliteit in ons bisdom. Lees hier mijn impressie.
Eigenlijk zijn we amper begonnen met synodaal-zijn en ik meen dat. We geraken maar niet af van klerikale reflexen. Zij bestaan zowel bij leken als bij priesters. Het zit gewoon in ons ingebakken, zelfs als we er ons niet van bewust zijn. Op sommige plaatsen wordt er heel goed gewerkt. Maar te vaak is het nog: de pastoor beslist en de leken voeren uit. Soms worden medewerkers aan de kant geschoven – vriendelijk of vrij brutaal – als het de pastoor zo beter uitkomt. Ik durf dit te schrijven, niet alleen omdat ik het regelmatig hoor of lees. Het wordt ook onomwonden toegegeven in Rome door de mensen “aan de top” en door de meeste bisschoppen die deelnamen aan de vorming waarover ik het had.
In het begin vroeg ik mij af of synodaliteit geen nieuw modewoord zou worden om gewoon te spreken over samen overleggen, samenwerken… iets dat we toch eigenlijk altijd gedaan hebben (althans dat was de bedoeling).
Stilaan heb ik begrepen dat synodaliteit een echte revolutie betekent in de Kerk.
Het woord ‘revolutie’ is niet te sterk. Het is de revolutie van weggaan van het klerikalisme dat nog overal bestaat en op alle niveaus en tegelijkertijd niet vervallen in een soort democratie waar alles ‘vanuit uit de basis’ moet komen en meerderheden beslissen. Weg van alleen maar top-down, zonder de reactie te herleiden tot alleen maar bottom-up. We kennen ondertussen uit ervaring de voor- en nadelen van beide leiderschapsmodellen. Synodaal werken combineert de twee. Toch gaat het als kerkelijk model om meer dan dat. Fundamenteel blijft dat we het nooit opgeven om van elkaar te leren. We hebben elkaar iets te zeggen, vooral als we luisteren naar de Geest. Luisteren. En blijven luisteren. Je hebt veel tijd nodig om dat wederzijds te doen. In het synodaal proces volgt na het luisteren nog: onderscheiden, beslissen en communiceren.
Synodaliteit: identiteit van de Kerk
Als synodaliteit het DNA van de Kerk is, dan moet ze niet alleen synodaal “werken”. Zij moet synodaal “zijn”. Dat betekent dat er een voortdurende wisselwerking is tussen sensus fidei (de geloofszin van alle gelovigen) en onderscheiding, als een spiraalbeweging. Het gebed is daarbij een drijvende kracht die de beweging op de juiste manier in gang houdt. Zonder gebed en lezing van de Schrift is er geen een echte “geloofszin” en geen onderscheiding volgens de Geest. Ik ben blij als ik hoor dat mensen de zin van het gebed ontdekt hebben doordat men de vergadering begon met een schriftlezing en een gebed. Sommigen zeggen dat ze in het begin onwennig waren. Maar bemerkten dat de atmosfeer positief veranderde en zelfs dat men efficiënter werkte. Synodaliteit veronderstelt dat we geloof en vertrouwen hebben in Gods werk, zowel in onszelf als in de ander. Het is eigenlijk een weg van nederigheid, want je moet bereid zijn je eigen ideeën te herzien.
Synodaliteit is geen techniek, maar een spiritualiteit.
Dat synodaliteit de identiteit van de Kerk is, is geen uitvinding van paus Franciscus. Synodaliteit was de manier van doen in de eerste eeuwen van de Kerk. We lezen in de Handelingen van de Apostelen hoe de eerste christelijke gemeenschappen synodaal onderhandelden om problemen op te lossen. Alleen op die manier is de hiërarchie er als dienst aan het Godsvolk, en niet alleen maar als een manier van machtsuitoefening (hoe goed de bedoelingen ook zijn). Paus Franciscus is ervan overtuigd dat de synodaliteit zelfs zijn “Petrusfunctie” beïnvloedt en er een diepere betekenis aan geeft. Ook de paus staat niet boven de Kerk. Hij is een gedoopte tussen de gedoopten en een bisschop tussen de bisschoppen.
(lees verder onder de 'woordwolk' - gemaakt op een vergadering van de diocesane werkgroep)
Synodaliteit maakt de Kerk dynamisch.
De Kerk is geen versteende organisatie. Tenminste als zij naar iedereen leert luisteren en dat blijft doen: mensen met een andere sensibiliteit, politici, armen, vakbewegingen, mensen van binnen en buiten de Kerk. (Alleen met wie zelfvoldaan a priori aan ‘zijn of haar gedacht’ vasthoudt kan synodaliteit niet werken.) Zo is de Kerk steeds op pelgrimstocht, op weg met Jezus aan haar zijde zoals de leerlingen van Emmaüs. De herders in de Kerk gaan mee met de mensen en staan in hun dienst. Herders en gelovigen ademen samen en op dezelfde manier. Newman sprek over “conspiratio”: we spannen samen. Ook al draagt de bisschop de verantwoordelijkheid van de eindbeslissing (decision-taking), hij staat niet buiten het proces van het luisteren en de consultatie (decision-making). Eigenlijk verandert dat de manier van beslissen. De echte autoriteit die hem toekomt is die van “een opwekkende kracht om vrijheid te activeren en te bevrijden” (paus Franciscus).
Paus Franciscus gebruikt graag het beeld van de herder. Nu eens gaat de herder voor de kudde. Dan staat hij er middenin en soms loopt hij erachter. Een goede herder neemt die verschillende plaatsen in op het goede moment. Iemand die in zijn jeugd herder geweest was in Palestina legde het belang daarvan uit. Als de herder voor zijn schapen loopt, dan spreekt hij tot zijn schapen of hij zingt zodat ze zijn stem horen. De schapen kennen zijn stem en volgen hem, omdat ze vertrouwen hebben in die herder. Zij volgen niet de stem van iemand anders. De herder loopt alleen achter de schapen als ze naar huis gaan. Ze kennen immers de weg en kunnen alleen op hun doel afgaan. De herder moet er dan enkel op letten dat geen schaap achter blijft of verloren loopt. We verstaan zo beter hoe Jezus over de herder spreekt: “Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.” (Joh 10, 4-5).
Sommigen hebben schrik van het synodaal proces. Is dat niet de doos van pandora openen die enkel zal leiden tot verwarring en meer conflicten? Anderen verwarren synodaliteit met democratisch stemmen en beslissen bij meerderheid. De bedoeling is eerder van “overeen te komen”, niet in de zin dat men geen ruzie mag maken, maar in de dubbele betekenis van het woord: zoveel mogelijk tot consensus (eenheid van inzicht en gevoel) komen, bezield door een gedeelde passie voor eenheid en missionaire zin om het Evangelie te doen kennen.
Synodaliteit is een manier van zich bekeren.
(lees verder onder de foto)
Opgaven
Ik zie drie opgaven om te groeien in een synodale manier van werken en leven.
- De eerste is eigenlijk vrij eenvoudig: we zouden iedere vergadering een moment moeten inlassen van echt gebed, waarbij we de vraag stellen: “Willen we echt luisteren naar wat God van ons vraagt?” En vervolgens zouden we ons in iedere vergadering moeten afvragen: “Voelt iedereen zich beluisterd?” En als we een beslissing nemen als verantwoordelijke: heb ik de personen geconsulteerd die betrokken zijn in mijn beslissing? Nu en dan krijg ook ik als bisschop de opmerking: in die of die zaak heb je niet gevraagd naar onze mening, maar wij moeten die beslissing wel uitvoeren. En ik moet hen soms gelijk geven. Ik ben te vlug gegaan. Met wat meer tijd en meer overleg zouden mensen kunnen meedenken en kon ik op basis daarvan beslissen. Het zou mensen beter gemotiveerd hebben. De synodaliteit zit er dus – ook bij mij – nog niet helemaal in! Men heeft gelijk van het op te merken.
- Een tweede opgave is werken in groep. Sinds jaren sturen we aan op het vormen van parochieploegen. Op sommige plaatsen is men al goed gevorderd. Dan is er echte vreugde, evangelische hoop en geloof in de toekomst. Elders komt men er min of meer toe, maar niet zoals het hoort. Soms bestaat er nog helemaal niets. Men kan dan wel neerbuigend spreken over synodaliteit en vernieuwing van de parochie. Maar we zullen op middellange termijn alleen nog maar kunnen investeren waar er leven is, dat wil zeggen een leven met toekomst. Wie de evolutie weigert, veroordeelt zichzelf. En dat is echt heel spijtig omdat op die manier kerkgemeenschappen zullen verdwijnen. Ook al hebben ze het een tijd lang misschien heel goed gedaan, toch zijn ze niet blijven evolueren in een wereld die razendsnel verandert.
- Een derde opgave is: vorming. Iemand die nu alleen nog teert op wat hij twintig jaar geleden of vroeger nog geleerd heeft – zeker als het gaat om kerkvisie en beleid in de cultuur van vandaag – loopt achter. Wie niet aan zichzelf blijft werken, gaat hopeloos achteruit. Het drama is dat men het zelf meestal niet ziet. Hoe zou hij/zij het ook kunnen? Naar mijn mening zou het goed zijn als er in de priesteropleiding, maar ook elders, een cursus over synodaliteit gegeven werd. Hoe synodaal zijn en werken? Hoe mensen aanspreken op de juiste manier? Welk gedrag neem ik aan tegenover vrijge-stelde medewerkers? Hoe springen we om met de vrijwilligers (die heel veel doen in de Kerk!)? Hoe hoffelijk en respectvol zijn tegenover parochianen?Hoe vermijd ik om hen vanuit de hoogte te bekijken omdat ze mijn vorming niet hebben? Ieder mens, hoe eenvoudig en beperkt hij/zij is ook is, is als gedoopte een volwaardig lid van het Lichaam van Christus. Hij/zij heeft recht op respect, op een evenwaardige behandeling, vriendelijkheid. Synodaliteit houdt niet alleen een bepaalde kerkvisie is, maar ook een manier van omgaan met mensen. Het doet des te meer pijn als de visie er is, maar als mensen komen klagen over hoe ze daarbij aangepakt worden. Synodaliteit rijmt niet met om het even welke manier van doen. Het belangrijkste is “learning by doing” (leren door de praktijk). Maar het vertrekpunt is vaak zich te laten zeggen dat men de juiste toon of houding niet heeft. Kritiek krijgen is een geschenk. Ze kunnen aanhoren is nederigheid. Deze opmerkingen gelden, ook in de andere richting. Klerikaliteit, zefden we al, is niet exclusief voorbehouden aan clerici. Ook vrijwilligers in de kerk worden uitgedaagd om op synodale wijze om te gaan met elkaar en met de verantwoordelijken. Het is ook waar dat priesters en vrijgestelden soms lijden onder de houding van sommige vrijwilligers.
(lees verder onder het logo)
Met driemaal “P” aan de slag
Paus Franciscus, die de zaken graag pedagogisch voorstelt, zegt dat er drie “P’s” nodig zijn om synodaliteit te leren. Het zijn drie grondhoudingen die we ons zouden moeten eigen maken. Ik geef de woorden in het Latijn, zodat de P gezien wordt:
- Patientia (geduld)
- Perseverantia (volharding)
- Presentia (aanwezigheid, bij allen zonder uitzondering)
Velen van ons vragen zich af hoe ze jongeren kunnen bereiken. Waar in het synodaal proces jongeren betrokken worden, waar ze zelf de pastoraal van de jongeren in handen mogen nemen, is er steeds enthousiasme. Paus Franciscus wijdt er een heel hoofdstuk aan in Christus Vivit – Christus leeft (hoofdstuk 7, 202-247), een tekst van 2018 na de bisschoppensynode over de jongeren. Ik eindig daarom ook met een citaat van hem (uit het slotdocument):
Synodaal samen op weg zijn impliceert “waardering voor de charisma’s die de Geest schenkt overeenkomstig de roeping en de rol van ieder van de leden (van de Kerk), door een dynamiek van medeverantwoordelijkheid.(...) Bezield door deze geest, zullen wij op weg kunnen gaan naar een participatieve en medeverantwoordelijke Kerk die in staat is de rijkdom van de verscheidenheid waaruit zij bestaat, te waarderen en daarbij ook dankbaar de bijdrage verwelkomt van de lekengelovigen, inclusief jonge mensen en vrouwen, van het Godgewijde leven van vrouwen en mannen en van groepen, verenigingen en bewegingen. Niemand moet aan de kant worden gezet of zichzelf aan de kant kunnen zetten”.
Aan de slag...
Begrijp je nu waarom de titel van deze brief is: “aan de slag”? Het grootste werk moet nog gebeuren. En het moet nu gebeuren. Het is niet dat we “iets” gaan doen.
Het gaat om niets minder dan werken aan kerkhervorming, kerkopbouw, toekomst maken … gewoon Kerk-zijn. Het gaat dus ook over onszelf hervormen, opbouwen en toekomst geven.
Ah, weer eens: terug naar het Evangelie en zijn grondintuïties! En ook: het diocesane project Leven vanuit de doop niet vergeten en verder werken aan een verdiepte doopspiritualiteit: een gedoopte is synodaal. Synodaal lukt maar als je het doet als gedoopte.
b. Lode
Gent, 10 oktober 2022, één jaar na de opening van het wereldwijde synodale proces door paus Franciscus in Rome