
Laurentius, diaken
De lezingen die de liturgie van vandaag ons aanreikt voor de zevende zondag van Pasen zijn een waar geschenk op deze feestdag van de parochie toegewijd aan de heilige Laurentius.

De eerste lezing spreekt over de marteldood van Stefanus, een goede twee eeuwen voor Laurentius. Beiden waren diaken. Beiden hadden ze een onwrikbaar geloof en vertrouwen in de verrezen Jezus. Samen met hen smeken wij: “Kom, Heer Jezus!” Het zijn de laatste woorden van het Boek der Openbaring. Dus de laatste van het Nieuwe Testament en meteen van de hele Bijbel. “Kom, Heer Jezus!”… alsof die woorden de hele verdere geschiedenis – de onze – moeten dragen. Doen we dat, beste vrienden? Het is een vraag. Bidden we: “Kom, Heer Jezus”? Verlangen we naar zijn komst?
Zo zou ons gebed tot Jezus moeten zijn. Maar hoe klinkt het gebed van Jezus, zijn gebed voor ons? “Dat ook zij in Ons [Vader, één] mogen zijn – opdat de wereld gelooft, dat Gij Mij gezonden hebt”. Zo bidt Jezus tot zijn Vader, dat wij één zijn. Eén zijn is ook de zending die Jezus ons geeft. Jezus bidt dat we één mogen zijn omdat we die eenheid uit onszelf niet kunnen bewerken. Leren we dat niet iedere dag bij al wat er gebeurt? De oorlogsretoriek die mensen verdeelt en tegen elkaar opzet is alomtegenwoordig en velen van ons voelen zich machteloos. Vijandigheid wordt systematisch gestimuleerd, om te eindigen in daden van onmenselijkheid (Gaza!). Nochtans is dat alles niet het gevolg van anonieme krachten. Paulus zegt dat de wortel van het kwaad in onszelf ligt. Hij zegt: “Het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik” (Rom 7, 19). Ja, de oorsprong van veel onenigheid in onze families, in de maatschappij, tussen de volkeren, de wortel van dat alles ligt in onszelf. Daarom begint ook de redding in onszelf. We leren dat we de eenheid uit onszelf niet kunnen bewerken. Toch moeten we meewerken met wat de Vader schenkt als Zijn meest indrukwekkende gave aan de wereld: liefde die tot eenheid brengt.
Wij mogen deelnemen aan Jezus’ gebed ten gunste van ons. En voor wie met Hem bidt belooft Jezus een eenheid die nog groter is dan wij durven dromen. Zijn gebed tot de Vader gaat immers verder met de woorden: “Opdat zij een zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij gezonden hebt.” Eén zijn zoals Jezus en de Vader één zijn. Een eenheid die Jezus ons geeft. Hij zegt het uitdrukkelijk: “opdat de liefde waarmee Gij (Vader), Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.” Een godsgeschenk. Die eenheid door liefde kunnen we alleen afsmeken in het gebed. De wereld zal nooit geloven in God omdat we met godsbewijzen afkomen. Mensen geloven als zij het getuigenis zien van de liefde die ons één maakt. Ze geloven als vijandschap verdwijnt en vriendschap groeit op plaatsen waar ze het niet denkbaar meer achten. Het evangelie brengt tot menselijkheid.
We hebben een speciale opdracht in de kerk en de wereld vandaag. Stefanus, de eerste diaken – en ook de eerste martelaar, waarover de eerste lezing het had – roept ons op om alle discriminatie uit onze gemeenschap te weren. Deze taak lag trouwens aan de oorsprong van zijn roeping tot diaken. De apostelen kozen Stefanus omdat in Jeruzalem de anderstaligen (die Grieks spraken) achtergesteld werden door de Hebreeuwssprekenden (Hand 6, 1). De eerste zeven diakens, waaronder Stefanus, moesten dat verhelpen. Discriminatie wegwerken. Anderstaligen als gelijken beschouwen!
Een paar eeuwen later komt dan onze diaken Laurentius op voor de armen, dit keer in Rome. Het is duidelijk een evangelische opdracht in elke christelijke gemeenschap. In de eerste eeuwen tot op vandaag. En Jezus – tot wie we speciaal in deze dagen voor Pinksteren bidden: “Kom, Heer Jezus” – Hij bidt zijn Vader dat we één mogen zijn, zoals Hij en zijn Vader één zijn, opdat de wereld gelooft in God die liefde is. Waar mensen elkaar vinden, helpen, waarderen, beminnen, vergeven … daar is Jezus’ Geest duidelijk aanwezig. Dit is een opdracht voor vandaag en voor de toekomst. De toekomst van de mensheid en de planeet, ons gemeenschappelijke thuis.
