De verheerlijking van Maria: beginpunt en aansporing - homilie
Feest Maria Tenhemelopneming - 15 augustus 2020 - Homilie Sint-Baafskathedraal
Lezingen
Apk 11, 19a; 12,1.3-6a En vrouw bekleed met de zon
1 Kor 15, 20-27a 'Allen herleven in Christus'
Lc 1, 39-56 'Mijn hart prijst hoog de Heer'
Broeders en Zusters,
Misschien bent u enigszins verwonderd over de keuze van de eerste lezing, die spreekt over de strijd tussen een wrede Draak en een Vrouw die bekleed is met de zon en de maan onder haar voeten. De vrouw is hoogzwanger en zal baren. De Draak staat klaar om haar kind te verslinden. Maar het kind zal overwinnen. Wat betekent dit symbolisch verhaal?
In een beeldende taal zegt de tekst hoe het met onze wereld gesteld is. Hij spreekt over de actuele wereld, de wereld van vandaag! We zijn getuigen van een echte oorlog tussen leven en dood, tussen Christus en het kwaad. We nemen ook zelf deel aan die oorlog en kiezen partij. De tekst van het boek Openbaring zegt in symbolen een waarheid waarvoor we eigenlijk geen woorden hebben. Het kwaad kan immers zo immens wreed zijn. De beelden die hier gebruikt worden helpen ons om toch maar enigszins uit te drukken waarover het gaat. Is het niet de verdienste van de kunstenaars, van de schrijvers, iets op te roepen wat we zo moeilijk kunnen beschrijven?
We wonen dus een strijd bij tussen een oproep om te leven aan de ene kant en krachten die de mensheid willen vernietigen aan de andere kant. Zoals u misschien weet vanuit uw ervaring, kan een vernietigingsdrang sommige personen van ’s morgens tot ‘s avonds bezielen en dat in de meest verschillende domeinen. Denken we maar aan gebroken affectieve relaties, haatverhoudingen, racisme, kleinzielige rivaliteit, misprijzen. De coronacrisis heeft niet alleen maar solidariteit bevorderd, maar ook veel onderliggende problemen aan het licht gebracht. Mensen kunnen elkaar op honderden manieren de hel aandoen. De Draak is aan het werk.
Vanuit ons geloof in de verrijzenis weten we echter dat niet de Draak, maar het leven zal triomferen. Dat heeft het immers al gedaan in Jezus. Ooit zullen ook wij deelhebben aan de overwinning op de Draak, op het Beest, op het kwaad onder al zijn vormen.
Ons geloof doet ons resoluut kiezen voor de cultuur van het leven en verwijdert ons van de cultuur van de dood.
Het geloof is natuurlijk geen wondermiddel, geen toverdrankje om lang te leven of niet meer te lijden. Jezus zegt: “Wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg een el toe te voegen?” (Mt 6, 27). Een el is niets: amper 70 cm. Maar sinds Jezus’ verrijzenis is de dood niet langer alleen maar verdoemenis en totale ondergang. De dood heeft het laatste woord niet meer. Paulus herhaalt en verkondigt: “Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn” (1Ko 15, 20).Jezus gaat ons dus voor, wij die voorbestemd zijn om op onze beurt te verrijzen. Daarom voegt Paulus er nog aan toe: “Allen zullen in Christus herleven” (v. 22).
Verheerlijkt
Maria is reeds verheerlijkt. Totaal – in lichaam en ziel – beleeft zij al wat wij ons niet kunnen inbeelden. Daarom besparen we ons ook beter de moeite om het te proberen verstaan of om het ons voor stellen. Er is een belangrijkere vraag die ons moet bezigheden: Wat betekent dit alles voor ons vandaag? Verandert dat iets in ons dagelijks leven? Waarin kan ons dat helpen?
Maria is de eerste volgeling van Jezus, hij die als eerste uit de dood is opgestaan.
Maria is, zo al niet een bewijs, dan toch ten minste het teken dat de verrijzenis zich niet beperkt tot Jezus, Zoon van God. En dat bevestigt ook het belang van ons lichaam. De roep tot verrijzenis betreft ieder van ons, nu al. Reeds nu moet onze persoon – ook in ons lichaam – iets ervaren van die nieuwe realiteit die Jezus binnengebracht heeft in onze menselijke geschiedenis.
Waar zien we deze verheerlijking? In het feit dat de liefde en de vergeving altijd groter zijn dan onze kwetsuren en mislukkingen. We zullen altijd kwetsbaar blijven, maar we zijn niet de speelbal van fataliteit of van het noodlot.
De Blijde Boodschap opent altijd opnieuw wegen naar vernieuwing, naar onvermoede mogelijkheden, naar nieuw leven.
En we tonen dat door in hoop te leven in plaats van alleen maar de ambitie te hebben om te slagen in onze carrière of veel geld te verdienen,… en dan hopeloos te worden omdat we nooit zoveel bereiken als we dromen. We tonen het ook als diezelfde hoop zich uitdrukt in onze zorg voor zieken en voor mensen die misprezen worden met wie we het nooit opgeven, ook al zijn ze, volgens de normen van onze maatschappij en plaatselijke cultuur, verschillend van ons. We tonen het als we bekwaam zijn om de logica van de dood om te keren, als we de moed nooit opgeven, als we iedere dag opstaan en zeggen: vandaag begin ik eraan.
De verheerlijking van Maria is dus geen eindpunt. Voor ons is het een beginpunt van ieder ogenblik, een bemoediging om altijd meer in de geest van haar Magnificat te leven.
Sinds ons doopsel hebben we deel aan Jezus’ verrijzenis. Dat betekent voor ons een fundamentele vernieuwing van ons leven, die we voeden in de eucharistie… in deze eucharistie.
+ Lode Van Hecke - Gent, 15 augustus 2020