Blind date met het evangelie | Palmzondag
De veertigdagentijd bereidt onze geest en ons hart voor op Pasen. Elke vastenzondag heeft een medewerker van ons bisdom een ‘blind date’ met het evangelie.
Wat maakt de lezing van die tekst in hem of haar los? Wat is zijn of haar eerste, spontane reactie?
Mc 11, 1-10 (Bijbel in gewone taal)
Jezus en de leerlingen kwamen in de buurt van Jeruzalem. Ze waren vlak bij de dorpen Betfage en Betanië, bij de Olijfberg. Daar stuurde Jezus twee leerlingen vooruit.
Hij zei tegen hen: 'Ga naar dat dorp daar. Jullie zullen daar een jonge ezel zien, die staat daar vastgebonden. Er heeft nog nooit iemand op gereden. Maak hem los en breng hem hier. Misschien vraagt er iemand: 'Wat doen jullie daar?' Dan moet je zeggen: 'De Heer heeft deze ezel nodig. Maar hij zal hem snel weer terugbrengen.'
De twee leerlingen gingen naar het dorp en vonden de ezel. Hij stond buiten op straat, vastgebonden bij een deur. Ze maakten hem los. Een para mensen die daar stonden, zeiden: 'Wat doen jullie daar?' De leerlingen zeiden wat Jezus hun gezegd had. Toen lieten die mensen hen met rust.
De leerlingen brachten de ezel bij Jezus. Ze legden hun jassen op de rug van de ezel, en Jezus ging erop zitten.
Veel mensen legden hun jas op de weg. Anderen plukten takken met bladeren en legden die op de weg. Ze liepen voor Jezus uit en achter hem aan. Ze riepen: 'Alle eer aan God! Leve de man die door God gestuurd is. Leve het nieuwe koninkrijk van onze voorvader David. Alle eer aan God in de hemel!'