14 manieren om geweldloos te leven
Geweld zit in elk van ons
Kwaad dat mensen elkaar aandoen, kan gruwelijk en spectaculair zijn. Terreuraanslagen bijvoorbeeld. Soms is geweld subtieler en minder zichtbaar. Het komt tevoorschijn in alledaagse, bijna banale situaties.
Een vervelende verkeerssituatie roept agressieve gedachten en gebaren op. Een collega in nood negeren we.
Onze partner die bitsig reageert, krijgt een stiltebehandeling. Een vriend proberen we te overtuigen met ‘onbetwijfelbare’ argumenten.
Geweldloosheid als levenslang leerproces
En toch dromen we van geweldloos samenleven. Actief geweldloos met elkaar omgaan, is een levenslang leerproces. De Amerikaanse klinisch psycholoog Marshall Rosenberg (1934-2015) is de pionier van geweldloze communicatie.
Enigszins verrassend stelt hij:
De eerste stap om geweldloos te leren leven, bestaat erin om het geweld in onszelf onder ogen te zien, zonder dit te verbloemen of te rechtvaardigen.
Tegelijk gelooft hij dat vredelievendheid onze meest oorspronkelijke natuur is. Deze visie bouwt hij op de spirituele overtuiging dat mensen geen fundamenteel egoïstische wezens zijn die te vuur en te zwaard de ander naar het leven willen staan.
Het is zelfs omgekeerd: wij willen niets liever dan in mededogen geven en ontvangen, dan ons authentiek verbinden met anderen, dan ontwapenend en doeltreffend communiceren.
Boosheid, angst, depressie, kritiek, schuld en schaamte zijn signalen van onvervulde behoeften.
Wie dit beseft, kan op zoek naar een geweldloze houding. Verdedigen, terugtrekken of aanvallen hoeft dan niet meer zo nodig. De kiem van oorlog is namelijk vaak te vinden in ons taalgebruik, in hoe we naar anderen kijken, in onze denkkaders, manieren van spreken, luisteren en zwijgen.
Deze houdingen aanpakken vraagt de nodige oefening en zelfdiscipline, maar is een onschatbare hulp om jezelf en de ander in een nieuw licht te zien.
6 do’s als je kiest voor geweldloosheid
1. Maak onderscheid tussen waarnemingen waarbij je bepaalde gevoelens hebt aan de ene kant en interpretaties van het gedrag of de persoonlijkheid van de ander aan de andere kant. Je zegt beter: Ik ben ongerust als je me niet belt, dan: Ik voel dat ik onbelangrijk ben voor jou. In de eerste uitspraak doe je een objectieve waarneming, zonder de interpretatie en de motivatie voor de ander in te vullen, en je vertelt hoe je je voelt. In de tweede uitspraak zeg je niet hoe je je voelt – ook al gebruik je het woord voelen – maar interpreteer en oordeel je.
2. Maak contact met je eigen gevoelens en druk die zo helder mogelijk uit zonder te beschuldigen of kritiek te geven. Je zegt beter: Ik voel me ongerust als je niet belt, in plaats van: Jij maakt me ongerust als je niet belt.
3. Verbind dit gevoel met je onderliggende behoefte of verlangen. Zeg: Ik ben ongerust als je me niet belt omdat ik behoefte heb aan een duidelijke planning. Of: Ik voel me opgelucht als ik je verkoopcijfers zie omdat ik dan vertrouwen heb in de toekomst van het bedrijf.
4. Probeer zo helder mogelijk een concreet verzoek te formuleren over wat je nodig hebt en verlangt in plaats van vage, abstracte hints te geven of te vertellen wat je niet wilt. Vraag bijvoorbeeld zeer concreet: Ik zou graag willen dat jij volgende week de kinderen naar de muziekschool brengt en ze ophaalt na hun sporttraining, in plaats van: Ik wil dat je wat meer verantwoordelijkheid toont voor de opvoeding van onze kinderen of: Ik wil niet de hele tijd taxichauffeur spelen.
5. Vraag de ander om in eigen woorden weer te geven wat je gezegd hebt. Zo heb je meer zekerheid of je boodschap is overgekomen. Laat zien dat je feedback ernstig neemt, ook al stemt die niet overeen met je bedoelingen. Zeg bijvoorbeeld: Ik waardeer het dat je vertelt hoe je mijn boodschap hebt opgepikt. Ik ben blijkbaar niet zo duidelijk geweest. Ik doe een volgende poging.
6. Probeer zoveel mogelijk met empathie te kijken en te luisteren naar wat anderen doen of zeggen, zonder beschuldigingen of kritiek te horen. Tracht onder de oppervlakte van hun uitspraken en gedrag naar hun gevoelens en behoeften te peilen. Als iemand een deur dicht gooit, kun je bijvoorbeeld vragen: Gooi je met de deuren omdat je boos bent? Als iemand je verwijt: Jij vindt mij onbelangrijk en luistert nooit naar mij! kun je vragen: Ben je verdrietig? Heb je behoefte aan meer aandacht?
Deze laatste stap in geweldloze communicatie is veruit de moeilijkste.
Ze vraagt dat we voldoende afstand bewaren van de situatie en van onze eigen gevoelens. En dat we daarnaast onze betrokkenheid niet verliezen en toch de gevoelens en behoeften niet invullen in de plaats van de ander.
8 don’ts als je kiest voor geweldloosheid
1. Een negatief etiket op de ander plakken in plaats van te vertellen wat je waarneemt. Je zegt bijvoorbeeld: Je bent een luierik, in plaats van: Je hebt je artikel niet afgewerkt.
2. Blindelings het oordeel van anderen over jezelf aanvaarden en je verantwoordelijk voelen voor hun gevoelens. In voorgaand voorbeeld zou dat betekenen dat degene die geklasseerd wordt als luierik antwoordt: Ja, ik ben inderdaad een ongelooflijke luierik en het is mijn schuld dat jij je nu zo ellendig voelt (en dat uiteraard niet ironisch bedoelt).
3. Jezelf met anderen vergelijken in je eigen nadeel. In hetzelfde voorbeeld zeg je dan: Ik ben ontzettend lui, er komt niets uit mijn handen, terwijl mijn collega intussen het werk van een volledig kwartaal heeft verzet.
4. Jezelf met anderen vergelijken in het nadeel van anderen. Je zegt dan: Ik ben toch veel efficiënter dan die luie collega van mij.
5. De verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag, gevoelens en gedachten ontkennen. Je schermt dan met Ik ben verplicht om …, Ik moet … of Ik kan niet anders dan … Je verwijst naar groepsdruk, beleidslijnen, voorschriften, oncontroleerbare impulsen, etc. Je zegt zelden Ik heb ervoor gekozen om … In het voorgaande voorbeeld klinkt dat dan zo: Ik heb die klus niet gedaan omdat je het niet gevraagd hebt.
6. Eisen dat de ander ingaat op je wensen. Instorten, straffen of beschuldigen als dat niet gebeurt. Je zegt bijvoorbeeld Je maakt mama verdrietig als je je kamer niet opruimt of Het bedrijf gaat failliet als jij geen betere verkoopscijfers haalt.
7. Over je eigen gevoelens en behoeften heenschaatsen, eventueel onder het mom van zelfopofferende martelaar: Oké, ik zeg wel mijn kine-afspraak af en werk alle avonden thuis verder als jij graag dat verslag hebt tegen vrijdag.
8. De ander intimideren door te adviseren, ondervragen, analyseren, onderwijzen, onderbreken, imponeren, controleren, prediken, corrigeren, diagnosticeren, fulmineren en bekritiseren: Jij werkt zo inefficiënt omdat je faalangstig bent en dat komt omdat je nog lijdt onder de aanpak van je kleuterjuf. Mag ik je voor je bestwil therapie bij een goede psycholoog adviseren?
De klassieker van Marshall Rosenberg blijft nog steeds het lezen meer dan waard:
Marshall B. Rosenberg, Geweldloze communicatie. Ontwapenend, doeltreffend, verbindend. Lemiscaat, Rotterdam, 2012, ISBN 978 90 477 0361 7, 224 pagina’s, 25 euro.