65-plussers, laten we niet zeuren - Kolet Janssen [column]
Zeuren kun je op elke leeftijd. Als peuter als je je jasje niet wilt aandoen. Als puber als je geen zin hebt om je huiswerk te maken. Als moeder als je kinderen voor de zoveelste keer hun speelgoed niet hebben opgeruimd.
Maar verreweg de meeste tijd om te zeuren heb je als 65-plusser.
Er is altijd wel iets dat niet meer zo goed geregeld is als vroeger. Omdat je niet snapt hoe allerlei nieuwigheden in elkaar zitten, schrijf je ze al maar bij voorbaat af als onzin. Daarnaast is er ook altijd wel een kwaaltje waarover je kunt uitweiden tot in de meest pietluttige details. Je bent sowieso niet jong meer en dat steekt. Niemand luistert nog echt naar wat je te vertellen hebt. En daar word je alleen maar sikkeneuriger van.
Je hoort mensen wel eens opmerken dat er in onze maatschappij meer ruimte moet komen voor de inbreng van ouderen. Dat het jammer is dat jonge mensen zo weinig te horen krijgen van de ervaringen van zeventigers en daarboven. Dat mensen onherroepelijk afgeschreven worden als ze met pensioen gaan en dat ze daarna in een soort zijcircuit van het leven terecht komen, hoewel ze nog heel wat te bieden hebben. Dat er op die manier veel wijsheid verloren gaat.
Dat is allemaal waar. Maar zoals meestal heeft de medaille twee kanten.
Áls we als ouderen ergens aan het woord mogen komen, áls iemand de moeite neemt om naar ons te kijken of te luisteren, áls de gemeente rekening wenst te houden met onze inbreng, dan moeten we er wel voor zorgen dat we ook iets opbouwends te vertellen hebben. Dat we het brede plaatje voor ogen houden en niet enkel naar ons eigenbelang kijken. Dat we onze inzichten niet voorstellen als voor altijd vaststaande wetten en regels. Dat we ondanks onze jaren toch enige nederigheid en zelfrelativering aan de dag leggen.
Want een interessant, wijs en gezellig oud mens word je niet vanzelf. Je moet eraan werken.
We moeten niet arrogant zijn, want heel vaak weten we ook niet welke kant het precies uit moet. We moeten niet betweterig zijn, want op elke leeftijd weet je weer andere dingen. We moeten niet neerbuigend zijn, want ook jonge mensen doen meestal hun best. We moeten gewoon onszelf zijn, met de voor- en nadelen van onze leeftijd erbij.
Laten we ons uiterste best doen om leuke oude mensen te worden en te zijn.
Mensen die geïnteresseerd blijven in anderen. Mensen die constructief willen meedenken en daarin hun ervaringen meenemen. Mensen die waarderen wat wie dan ook op elke leeftijd doet voor de goede zaak. Dan kunnen we van harte van elkaar genieten, over de generaties heen.