7 Bijbelse vragen aan Dirk Vannetelbosch
Vandaag laat Dirk Vannetelbosch zich interviewen door niemand minder dan Jezus zelf. Dirk is pastoor in Jette, aalmoezenier van de Blue Knights (motorclub van politie) en onder meer bekend van zijn jaarlijkse motorzegening en mis in het Jets dialect.
#1 Wat is jouw naam? (Lucas 8,30)
Dirk Vannetelbosch • Veel flikken zijn me beginnen aan te spreken als padre omdat niet iedereen mijn voornaam kende. In begin kwam dat wel raar over, maar het klinkt minder afstandelijk dan ‘meneer pastoor’ en daar is het in feite om te doen.
Door u 'padre' te laten noemen komt ge een beetje in de privésfeer terecht.
En het is die sfeer die aanzet tot openheid maar ook geborgenheid. En daaruit vloeit de kracht tot bereikbaarheid en beschikbaarheid. Dit resulteert in de mogelijkheid tot toenadering.
#2 Wat zie je? (Marcus 8,23)
Zien is anders dan doorzien en inzicht. Dezer dagen heeft iedereen veel bekijks en kunnen we zelf veel bekijken en zien. Maar het echte zien komt niet langs onze ogen maar langs de onderscheiding. Die weg probeerden we te gaan in het synodaal proces bij ons in de parochie. In dat opzicht zien blinden vaak meer dan zienden.
#3 Waarover praat je veel? (Lucas 24,17)
De kracht om samen Kerk te maken met veel zwakke mensen (de pastoor inclusief).
Kerk is geen onemanshow. De zoektocht naar dragers is groot.
De overtuiging om de neuzen in dezelfde richting te steken, blijft groot. Verscheidenheid is een meerwaarde maar moet ingebed worden in de grote rivier die we de katholieke kerk noemen. Als we ons beginnen te begeven buiten de oever dan laten we het beter over aan de protestantse kerk die op dat vlak veel beter presteert!
#4 Waarover maak je je zorgen? (Johannes 21,22)
Over de geloofsoverdracht. Onze Vlaamse instellingen hebben jarenlang theologen, exegeten, pastoors en pastorale werkers opgeleid en toch zijn we er de laatste jaren niet in geslaagd om te missioneren. Den drive, de overdracht is stilgevallen en de kerken worden alsmaar leger. De onmacht om te begeesteren is groot.
Tegelijk heb ik het ook wel gehad met sommige dromers die de realiteit niet onder ogen zien. Alle vorming en begeleiding ten spijt staan we in stilstand modus. Misschien is er iets anders nodig dan dat? En dan zie ik wel wat jonge mensen maar die binden zich zelden aan een bepaalde gemeenschap en doen nauwelijks mee aan kerkopbouw. Ze komen met een Carrefour mentaliteit: als ze niet op hun wensen bediend worden gaan ze op hun gemakske elders shoppen.
#5 Waarom begrijp je Me niet? (Johannes 8,43)
Dat van linker- en rechterwang vind ik nog altijd moeilijk te begrijpen. Toen ze me 23 jaar geleden afgeslagen hebben aan Treurenberg (nu begrijp ik waar de naam vandaan komt), lag ik twee weken in het ziekenhuis met een hersenschudding. Quasimodo van Notre Dame de Paris was er niets tegen.
Ik kan Onze-Lieve-Heer wel op veel punten begrijpen, maar een totale zelfgave, daar wil ik nog een beetje voor passen.
Terloops, ik moest mijn linkerwang niet meer laten zien, want die was al even murw geslagen als de rechter!
#6 Wie ben Ik volgens jou? (Matteüs 16,15)
De herder, degene die we meedragen in onze rugzak. Enkele jaren geleden mocht ik een flik van de afdeling Interventie dopen. Die kerel wou gedoopt worden om hij de kracht van Jezus in zijn virtuele rugzak te voelen als hij voor de zoveelste keer een achtervolging moest inzetten in een of andere drugszaak. Dat vond ik zo sterk.
#7 Heb je Mij lief? (Johannes 21,16)
Dat is de vraag die Jezus ons blijft stellen. Hij vraagt ons niet hoeveel catecheselessen we hebben gevolgd, of dat we die of die sessie hebben gevolgd. Catechese is geen onderwijsmaterie. Soms is het daardoor niet echt wenselijk dat onderwijzers of leerkrachten catechese geven. Ik weet dat ik misschien daarmee ambras op mijne nek ga halen. Catechese is beleven, is ervaren.
Allez, dat is wat Jezus aan Petrus vraagt, meer niet.