7 vragen op zondag ~ Karel Malfliet
Wat is het eerste dat je doet op zondag?
Karel Malfliet • Dat hangt sterk af van wat er die dag nog te gebeuren staat. Ik hou er wel van om nog even te lanterfanten in bed, om nadien met het gezin de dag feestelijk op gang te trekken met koffie en verse pistolets of croissants.
Maar dat is geen standaard scenario. Soms moet ik al vroeg op pad. Dat was al zo in mijn jonge jaren in de leidingsploeg in de jeugdbeweging. Het bleef zo toen ik als beroepskracht begon te werken, eerst in het jeugdwerk, later voor Welzijnszorg en Broederlijk Delen, en momenteel voor Ecokerk.
De zondag mag dan al een rustdag heten, het is ook een dag waarop zich een deel van het sociaal leven afspeelt, en op tal van plaatsen of in parochies vrijwilligers activiteiten organiseren.
Welke geur verbind je met zondag?
Dan denk ik aan de geur van het duivenhok, waar mijn grootvader zat te wachten tot ze thuiskwamen van Quievrain, en waar ik uitzonderlijk bij mocht zijn als ik heel stil was. De geur van de paaslelies die op een zonnige paasochtend werden uitgedeeld aan de kerk. De geur van wafels op een koude zondagmiddag. De geur van kaarsen en van de zangboekjes in de verzoeningskerk in Taizé…
Bij wie wil jij zijn deze zondag?
Deze zondag is het 1 september, Wereldgebedsdag voor de zorg voor de aarde, en start van de Scheppingsperiode. Dan zal ik in de Antwerpse kathedraal zijn, op een activiteit die Ecokerk/Ecowerk heet.
Jongeren zullen er brainstormen over hoe de oproep tot ecologische bekering van de encycliek Laudato Si’ concreet kan gemaakt worden in de katholieke gemeenschappen van de stad Antwerpen. Zij nodigden mij uit om te vertellen over de thema’s en de campagne van Ecokerk.
Informatie en reflectie verbinden met concrete actie, daar wil ik met veel plezier bij zijn.
Heilig steeds de Dag des Heren. Wat versta je daaronder?
In Deuteronomium, een van de twee bijbelboeken waar de 10 geboden staan opgelijst, lees ik waarom het volk de sabbat moet onderhouden: omdat God hen heeft bevrijd uit de slavernij. ’t Is waar, denk ik dan, wie uitgebuit of verknecht wordt, krijgt geen wekelijkse rustdag.
De wekelijkse rustdag is het kenmerk van een samenleving die God eert door sociale rechtvaardigheid na te streven en te zorgen voor de hele schepping; mens en dier.
De wekelijkse sabbat kan dan ook niet los worden gezien van de andere Bijbelse sabatten: het sabbatjaar waarbij om de 7 jaar de schulden worden kwijtgescholden en het land rust wordt gegund, en het jubeljaar waarin om de 7x7 jaar iedereen die verknecht was, in vrijheid werd gesteld.
Elke 7de dag is zo een beeld van de voltooide schepping, een dag om te genieten, om lief te hebben, om samen te vieren. Een rustdag ook, niet als een privilege voor de heersende klasse, maar als een recht voor alle mensen, inclusief de werknemers, de armen, de vreemdelingen, de dieren, de gewassen en de hele aarde.
Dit eerbetoon aan de Schepper is een van de grootste geschenken van het jodendom aan de wereld.
Als christenen hebben we deze betekenis behouden, ook al doen we het niet op de zevende maar op de eerste dag van de week, de dag van de opstanding, en symboliseren we het streven naar Gods gerechtigheid in de overgeleverde handeling van het delen van brood en wijn.
Het is ook logisch dat niet iedereen dit concept genegen is.
Het staat in de weg van de 24-uurseconomie, het onderbreekt de eindeloze consumptiestroom, stelt de almacht en de heerschappij in vraag van de nieuwe farao’s van onze tijd. We kunnen onze vrije dag toch ook op een andere dag in de week opnemen?
Gezamenlijk ophouden met productief zijn is uit den boze, voor mensen en zeker voor de aarde, want die moet continu de grondstoffen leveren voor de nooit eindigende groei.
Gratis sociaal leven leidt tot niets. Beter genieten tegen betaling, dat voedt de vrijetijdsindustrie. En we moeten elke dag kunnen shoppen. Onze online bestellingen moeten ’s anderendaags door koeriers bij ons thuis afgeleverd worden, ook op zondag. Nacht- en weekendwerk moet dan ook versoepelen, wat ook weer nodig is voor ons concurrentievermogen.
We worden verleid om ons vrijwillig te onderwerpen aan een nieuw soort slavernij. We beseffen niet wat we verkwanselen.
Wie of wat wens jij een zalige rustdag deze week?
De brandende wouden en het diverse leven dat ze herbergen, niet enkel in Amazonia, maar op zoveel plaatsen in de wereld dit jaar, tot zelfs in de noordpoolcirkel. Ik wens hen niet alleen een sabbatdag, maar een heel sabbatjaar. Of een voldoende aantal sabbatjaren na elkaar, zodat ze kunnen herstellen van de schade die ze door ondoordacht menselijk ingrijpen en onafgebroken uitbuiting en vernieling hebben opgelopen.
De Bijbelse waarschuwing aan het volk dat zijn sabatten niet onderhoudt, klinkt deze dagen wel bijzonder actueel: Uw land wordt een woestenij, uw steden een puinhoop. Zolang het land verwoest ligt en u bij uw vijanden woont, haalt het land zijn sabbatjaren in; het komt tot rust en haalt zijn sabbatjaren in. Al de tijd dat het in puin ligt, haalt het de rust in voor de sabbatjaren die het gemist heeft toen u er nog woonde. (Leviticus 26)
‘En God zag dat het goed was.’ Wie of wat brengt ons dichter bij de harmonie van die zevende dag?
Ik vind die vraag mooi geformuleerd. Want inderdaad: die zevende dag is er nog niet. Schepping is geen ‘voltooid verleden tijd’ maar ‘onvoltooid tegenwoordige tijd’. Het bijbels scheppingsverhaal biedt ons een toekomstvisioen, een te realiseren project. En wij worden geroepen om als medescheppers aan het werk te gaan om die zevende dag dichterbij te brengen en de 3 vitale relaties te herstellen: met God, met elkaar en met de aarde. (Laudato Si’ 66)
Met de dreiging van de klimaatcrisis, het verlies aan biodiversiteit en de algehele achteruitgang van de ecosystemen, lijkt die harmonie zelfs verder weg dan ooit.
We gaan de tegengestelde richting uit. De toekomst is bedreigd. Onze kinderen zullen een gekwetste en gehavende wereld erven.
Precies daarom zeggen we met Ecokerk dat deze crisistijd voor ons noodzakelijk ook een creatieve tijd moet zijn, een ‘tijd voor schepping’. We roepen op om de confrontatie met die bedreigende werkelijkheid niet uit de weg te gaan of ons laten verlammen, maar ze aan te gaan en in actie te komen, met de encycliek Laudato Si’ als gids en inspiratiebron.
De tijd dringt, maar het kan nog. Het roer moet om, radicaal.
Samen kunnen we van onze zieke, mishandelde aarde opnieuw Gods vruchtbare en gastvrije thuis maken, waar het goed is voor al wat leeft.
Dit doen, zal een bewijs zijn van de kracht van geloven. Van die toekomstige zevende dag moet onze wekelijkse zondag een voorafbeelding zijn. Ik verwijs graag naar de campagne Red hun toekomst – Klimaatplan.nu.
Welke zondag zal jou altijd bijblijven?
Een van de opmerkelijkste zondagen in mijn leven was ongetwijfeld 13 december 2009 in Kopenhagen, tijdens de VN-klimaattop. Een dag van actie werd afgesloten met een oecumenische viering in de lutherse kathedraal, in aanwezigheid van de Deense koningin en voorgegaan door kerkleiders uit diverse christelijke kerken.
De toon was ernstig maar ook hoopvol. We koesterden toen nog de hoop dat de wereldleiders tijdens die top een nieuw klimaatakkoord zouden afsluiten. Enkele dagen later volgde de koude douche. De top was mislukt. Er waren nog jaren van moeizame onderhandelingen nodig om uiteindelijk in 2015 te komen tot het Akkoord van Parijs dat in 2020 in werking treedt.