7 vragen op zondag ~ Marie Bamutese
#1 Wat is het eerste wat je doet op zondag?
Elke dag begin ik met een gebed, dus ook op zondag. Dat heb ik zo thuis in Rwanda geleerd. En ik ben het altijd blijven doen, want het gebed maakt deel uit van mijn dagelijks leven: God danken voor het leven, voor wie ik mag zijn en met wie ik mag leven. Vaak ga ik ook op zondag met het gezin naar de mis in ons dorp.
#2 Welke geur verbind je met zondag?
De geur van wierook in de kerk, zelfs al lukt het niet elke zondag om die op te snuiven. Maar als stilte een geur had, dan zou dat de sterkste zijn op zondag.
#3 Bij wie wil jij zijn deze zondag?
Liefst zou ik elke zondag in de kerk of een kapel kunnen zijn, bij Jezus en Moeder Maria, samen met mijn gezin. Mediteren in stilte, met wie mij lief zijn.
#4 Heilig steeds de Dag des Heren. Wat versta je daaronder?
Voor mij betekent dit, doen wat God behaagt: naar de kerk gaan, zieken bezoeken, gevangenen bezoeken, tijd uittrekken voor de zin van het leven, bidden voor wie in nood is, en dankbaar zijn voor die zevende dag die we gekregen hebben, een rustdag.
Je gras maaien, is dus niet iets wat je als christen doet op zondag, vind ik persoonlijk. En je moet er al helemaal niet prat op gaan, zoals een nochtans christendemocratische politicus op verkiezingszondag laatst. Ik weet wel dat iedereen het op zijn eigen manier invult, maar dat vond ik triest.
#5 Wie of wat wens jij een zalige rustdag deze week?
Alle mensen op de aarde, vooral zij die in nood zijn, die de kans niet krijgen om tot rust te komen: vluchtelingen, arme mensen, zieken, gevangenen, vergeten mensen … waar ook ter wereld.
#6 ‘En God zag dat het goed was.’ Wie of wat brengt ons dichter bij de harmonie van die zevende dag?
Via de priesters brengen Jezus, Moeder Maria en de Heilige Geest ons dichter bij de harmonie van de zevende dag.
#7 Welke zondag zal jou altijd bijblijven?
De zondag in april 1994 toen ik met mijn moeder op weg was naar de kerk maar er nooit geraakt ben. De oorlog kwam plots zo dichtbij dat we met de hele familie op de vlucht moesten gaan. Sinds die zondag ben ik nooit meer thuis in Rwanda geweest.
De dag was nog begonnen met enige hoop maar werd het begin van een jarenlange beproeving voor mijn familie, vrienden en al wie ik kende in mijn kindertijd. Het was zondag 17 april, nu al meer dan 25 jaar geleden.