Aartsbisschop De Kesel pleit in kersthomilie voor een open hart

Aartsbisschop Jozef De Kesel van Mechelen-Brussel heeft in zijn homilie in de middernachtmis in de Brusselse Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal opgeroepen om onze deuren niet te sluiten en onze grenzen niet af te schermen, om te vermijden dat het in onze samenleving erg koud wordt. Zo kunnen wij een tegengewicht bieden aan een harde wereld, waarin het ieder voor zich dreigt te zijn en waar onverschilligheid voor de buitenstaander dreigt te heersen. Mgr. De Kesel herinnert eraan dat het kerstevangelie vertelt over herders met een groot hart en een grote openheid.  God is naar ons gekomen. Dat is de ware betekenis van Kerstmis. Hij werd een van ons. 

Geboren in schamele omstandigheden 

Mgr. Jozef de Kesel ging donderdagnacht voor het eerst als aartsbisschop voor in de middernachtmis in de Brusselse kathedraal. In zijn homilie over het kerstevangelie over de geboorte van Jezus in Bethlehem plaatste hij het contrast centraal tussen de keizer, die zijn macht berekent, en God die zijn volk een herder en een redder van zijn volk schenkt. Een koningskind wordt geboren in schamele omstandigheden. Het ligt in een kribbe. Voor dat kind is geen plaats in de herberg en ook later zal er voor Hem geen plaats zijn en zal hij een vreemdeling blijven, sprak de aartsbisschop, verwijzend naar de brandende actualiteit en het Jubeljaar van de Barmhartigheid, dat eerder deze maand plechtig geopend werd. 

Dat kind is niet gekomen om te heersen, maar om te dienen. Het werd een van de onzen, mens als wij. Solidair met hen die niet meetellen en weerloos als een mensenkind. Jozef De Kesel

God komt naar ons toe 

Vrienden, dat is het wat we deze nacht vieren en wat ook voor ons, zoals voor de herders, een bron van grote vreugde is: dat God naar ons toegekomen is, sprak de aartsbisschop. Maar zijn komst is niet vrijblijvend. Als Hij ons bestaan heeft willen delen, dan is het opdat wij zouden worden zoals Hij.

Als we God zoveel waard zijn en Hij ons zo heeft liefgehad, dan moeten we elkaar met diezelfde liefde en eerbied benaderen. Niet alleen hen die ons genegen zijn.

Maar ook hen voor wie geen plaats is, die we als vreemdelingen behandelen, diegenen van elders komen, die anders zijn en er niet bij horen.  Voor al diegenen die op de vlucht zijn voor een geweld dat geen naam heeft.

De homilie van mgr. De Kesel is beurtelings in het Frans en het Nederlands.