Anne Provoost: 'Laat ons met elkaar in gesprek blijven'
Begin 2008 verscheen van Anne Provoost het pamflet Beminde Ongelovigen. Atheïstisch sermoen. Dat duidelijke standpunt verhindert haar niet om in te gaan op onze vraag om 7 vragen van Jezus uit te kiezen om te beantwoorden. En hier en daar vinden we – heel fijn – gemeenschappelijke grond.
Wie/wat zoek je? (Johannes 18,7)
Anne Provoost • Een van de dingen waar we als mens waarschijnlijk het meest naar op zoek zijn, is gerechtigheid. We kunnen veel verdragen in het leven, maar onfair worden behandeld is ondraaglijk. Gerechtigheid zoeken en krijgen is voor velen van ons een noodzaak voor een geslaagd leven.
Dat ons brein zo is ingesteld, is echt wel een handicap, want genoegdoening voelt bijna nooit voor beide partijen helemaal goed. Ook bij een schikking trekt er toch iemand aan het kortste eind, en die voelt zich dan verongelijkt. We kunnen gerechtigheid nastreven, maar het helpt om je te realiseren dat het een relatief begrip is.
Waarover maak je je zorgen? (Johannes 21,22)
Het Ringelmann-effect. Ringelmann zette vorige eeuw een proef op waarbij hij mensen liet touwtrekken. Een proefpersoon die helemaal in zijn eentje trok, deed heel erg zijn best om al zijn kracht aan te wenden, zeg maar honderd procent. Maar van zodra er een tweede persoon mee kwam helpen, gebruikte de proefpersoon een kleiner percentage van zijn totale kracht.
Hoe meer mensen kwamen helpen, hoe lager de inzet, zo bleek.
Het Ringelmann-effect maakt duidelijk dat een mens zich het hardst inspant als hij alle credits krijgt. De uitdaging van de toekomst zal zijn ons brein op dit vlak te resetten, dat zal nodig zijn bij het aanpakken van de uitdagingen waar we voor staan.
Waarom merk je de splinter in het oog van je broer of zus op, maar niet de balk in je eigen oog? (Matteüs 7,3-4)
Ik merk splinters zowel als balken op bij mezelf en bij anderen omdat ik ze interessant vind. Mijn eigen blik en die van mijn naaste boeit me mateloos, anders was ik nooit schrijver geworden. Ik observeer, probeer te begrijpen, en schrijf uit. Hoe zijn die balken en splinters in dat oog gekomen? Hoe valt ermee te leven? De splinters en balken maken een mens tot wie hij is.
Waarom begrijp je Me niet? (Johannes 8,43)
Mensen in mijn omgeving begrijpen niet waarom ik geen vlees of vis eet, en ik begrijp niet dat zij dat niet begrijpen. Ik begrijp niet dat mensen zeggen: mijn individuele vrijheid staat boven alles. Ik weet niet wat ik met hun onbegrip aan moet want ik ben ervan overtuigd dat ik gelijk heb. Maar wat ik wel begrijp is dat voor hen hetzelfde geldt.
Er is maar één oplossing: we moet met elkaar in gesprek blijven, en van elkaar willen blijven leren, en ons standpunt blijven uitleggen aan elkaar.
Waar ik het echt moeilijk mee heb, is religiositeit die uitgaat van een Goddelijk Plan. Ik wil daar geen deel van uitmaken. Het geloof in een hiernamaals is troostend voor het individu maar voor de groep kan het nadelige gevolgen hebben. In onze cultuur is het al eeuwen de traditie om te geloven in een tweede kans. Die ingesteldheid heeft voordelen, maar heeft ons ook gebracht waar we nu staan: op een kruispunt van crisissen waar we te laat op reageerden omdat we leefden op hoop dat het allemaal wel goed zou komen uiteindelijk.
Waar is je geloof? (Lucas 8,25)
Als kind had was ik goed in het onderhouden van inwendige vriendschappen. Dat waren vriendschappen die onbereikbaar waren, maar die ik in mijn hoofd zorgvuldig componeerde. De twee belangrijkste waren mijn vriendschap met Johan Leysen, die toen meespeelde in een televisiereeks over Rubens, en Jezus. Ik vond die twee op elkaar lijken. In mijn hoofd liepen ze zelfs in elkaar over. Ik kon ze heel gedetailleerd oproepen en met hen praten. Op die manier leerde ik de kracht van fictie kennen.
Nu heb ik een overtuiging in plaats van een geloof: onszelf en elkaar verhalen vertellen is het kroonjuweel van ons bestaan.
Waarmee kan je Gods Koninkrijk vergelijken? (Lucas 13,18)
Het Koninkrijk Gods is een betere wereld die in de toekomst ligt. Gelovigen gaan ervan uit dat het einddoel kan worden bereikt, ik niet.
De ideale wereld bestaat, maar altijd in de toekomst.
Hierin zit een duidelijk appel: we moeten blijven streven.
Waarover praat je veel? (Lucas 24,17)
Over dat kroonjuweel waar ik het daarnet over had, het vertellen of schrijven van verhalen. Als schrijver zoek ik metaforen voor waar geen woorden voor zijn.
Een poging doen om het onbenoembare te benoemen, dat is mijn job.
Ik hijs tegelijkertijd ook de witte vlag: ik kan het er eigenlijk niet over hebben wegens onbevattelijk, maar ik probeer het toch. Dat is wat literatuur doet, en dat doen – vermoed ik – ook de gematigde gelovigen.