Armoede
We zien in het televisienieuws beelden van uitgemergelde kinderen. De campagnes van Broederlijk Delen leren ons dat hardwerkende mensen amper een toekomst kunnen uitbouwen. In een winkelstraat zien we een bedelaar. Op school zijn er kinderen die geen boterhammen bij zich hebben. Vier volstrekt verschillende voorbeelden, maar wel vier keer armoede.
Armoede is een begrip dat sterk uiteenlopende situaties beschrijft. We koesteren vaak een te karikaturaal beeld van armoede. Uitgehongerde kinderen en dakloze bedelaars zijn slechts het topje van de ijsberg. Armoede is het gevaarlijkst wanneer we haar niet zien. Wanneer de buren wel een huis, een auto en een gsm hebben, maar maand na maand dieper in de schulden wegzakken. Of wanneer kinderen officieel ziek zijn op de dag van de schoolreis, omdat ze het zich eigenlijk niet kunnen permitteren mee te gaan. We staren ons te vaak blind op de uiterlijkheden, zien niet wat er gebeurt achter de gevels.
Met de regelmaat van de klok horen we dat de armoede toeneemt. Tegelijk zijn er zegebulletins over de daling van extreme armoede in de wereld. In het jaar 1800 leefde 85 procent van de wereldbevolking in extreme armoede, nu minder dan 10 procent. Op www.worldpoverty.io kunt u dat aantal seconde per seconde zien dalen. Helaas eindigt armoede niet bij het uitwissen van haar meest extreme vorm.
In ons Dossier maken we een doorlichting van armoede in Vlaanderen. Eerst het goede nieuws. De Vlaamse armoedecijfers zitten een eind onder de Europese gemiddelden. Helaas is er ook slecht nieuws. De armoedecijfers dalen niet. Op Belgisch niveau stijgen ze zelfs. We zijn een welvarend land met een brede middenklasse, maar wie achteropraakt, blijft meestal achterop. De Vlaamse armoede mag dan licht gedaald zijn onder ouderen, de kinderarmoede is de jongste jaren gestegen.
Wie het huidige Vlaamse regeerakkoord leest, kuiert tussen nobele [node:field_streamers:0] intenties. De regering wil armoede zo vroeg mogelijk opsporen, sociale voordelen koppelen aan lage inkomens, sociale rechten automatisch toekennen en de meest kwetsbare groepen helpen. Dat klinkt prima, maar van concrete doelstellingen vinden we geen spoor. Er worden geen streefcijfers genoemd, wel wordt een herberekening van de armoedestatistieken aangekondigd. Dat mag, maar hopelijk niet om de cijfers rooskleuriger te maken zonder tastbare resultaten.
Hoe komt het toch dat we er niet in slagen die laatste 10 tot 15 procent van de armoede weg te werken? Expert Ive Marx legt in ons Dossier de vinger op de wond: „De crux is dat je om de armoede op te lossen, middelen moet wegnemen bij mensen die electoraal belangrijk zijn. Heel wat baten van de welvaartsstaat komen immers allereerst de middenklasse ten goede en politici nemen die liever niets af.” De politieke partijen zitten gevangen in een intense concurrentieslag, waarbij winnen of verliezen vooral afhangt van de stem van de middenklasse. Marx houdt ons meteen ook een spiegel voor: „We geven wel om armoede en we wensen ons politici die daarmee bezig zijn, maar we protesteren zodra het beleid ons zou kunnen raken.” Dat klinkt scherp, maar laten we eerlijk zijn, hoe hoog stond armoedebestrijding dan op ons lijstje toen we het stemhokje binnenstapten?
Ons armoededossier wil politici wakker schudden, maar doet ons ook de hand in eigen boezem steken. We kunnen pas een politieke kentering veroorzaken als we echt kiezen voor een solidaire samenleving, die armoedebestrijding plaatst boven tal van persoonlijke wensen. De jaarlijkse campagnes van Welzijnszorg of De Warmste Week zijn prachtig en we steunen die gul. Zijn we ook bereid om de rest van het jaar van armoede een prioriteit te maken? Met een authentiek evangelische houding kunnen we als christenen politiek en samenleving inspireren en daardoor het verschil maken.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be