Bambino Gesù, al honderd jaar ‘ziekenhuis van de paus’
In 1869 zetten hertogin en hertog Scipioni twaalf bedden voor zieke kinderen in hun huis in Rome. Dat was het begin van het Bambino Gesù kinderziekenhuis, het eerste in zijn soort in de stad. Tien jaar later verhuisde het naar het oude klooster van Sant'Onofrio op de Janiculum Heuvel. Toen het in 1924 werd geschonken aan het Vaticaan, waren er al 33.000 kinderen behandeld en had het een belangrijke rol gespeeld in de opvang van kinderen bij rampen zoals de aardbeving in Avezzano in 1915 en de Spaanse griepepidemie in 1918.
Het Bambino Gesù ziekenhuis is nu de grootste pediatrische polikliniek en onderzoekscentrum in Europa en is verbonden met grote internationale centra op dit gebied. Alleen al in 2022 registreerde het meer dan 95.000 korte opnames, 29.000 ziekenhuisopnames, 32.000 chirurgische en interventionele procedures en 2.500.000 poliklinische diensten. Meer dan 30% van de opnames betreft patiënten van buiten de regio, terwijl 14% uit het buitenland komt. Onlangs werden 300 kinderen uit Gaza opgevangen in het ziekenhuis. Van daaruit werden ze verspreid naar andere kinderhospitalen in Italië. In 2023 werden er 18.000 kinderen met zeldzame ziekten behandeld en verzorgd.
‘Ziekenhuis van de paus’
Johannes XXIII was de eerste paus die een bezoek bracht aan de kinderen in het ziekenhuis, in 1958. Sindsdien heeft elke paus het minstens een keer bezocht. Paus Benedictus XVI deed dat in 2005 en paus Franciscus in 2017. Hij zei toen: ‘Ik merk dat dit meer is dan een ziekenhuis. Dit is een familie.’
Zelf maakt de paus deel uit van die familie. De kinderen sturen hem brieven en tekeningen, bijvoorbeeld toen hij in juni laatst zelf moest opgenomen worden voor een operatie. 'Maak je geen zorgen, we zijn bij je', schreven ze op hun tekening.
Bron: Vatican News