Barts Bijbelbrieven ~ Beste Phebe (wie?)
Beste Phebe,
Net zoals vele vrouwen in het Nieuwe Testament verloopt jouw korte passage in het Johannesevangelie in volstrekte anonimiteit. Conform de toen heersende tijdgeest vond ook de evangelist de boodschap belangrijker dan de naam van de hoofrolspeelster. Bij deze geef ik je een gezicht en ken ik je een fictieve naam toe.
Ik noem je Phebe, naar analogie met de dame voor wie Paulus in zijn brieven aan de Romeinen veel ontzag heeft. Bovendien was deze meisjesnaam in de joodse samenleving in het vierde decennium van onze tijdrekening bijzonder populair.
Met grote verontwaardiging lees ik hoe een aantal vooraanstaande wetsleraren en farizeeën je gebruikten om Jezus in de val te lokken, uitgerekend in de tempel waar Hij een groep mensen toesprak. Ik stel me voor hoe bloeddorstige mannen jou bij de haren trokken en naar het midden van de menigte sleurden.
Tranen van spijt en schaamte rolden over je wangen, je lichaam beefde bij de gedachte aan het gruwelijke lot dat je te wachten stond.
Lex dura, sed Lex, mompelden de farizeeën met onverholen leedvermaak. De Wet is hard, maar het is de Wet. Omdat men jou op heterdaad op overspel had betrapt, wachtte jou – samen met je partner in crime – de doodstraf. Vreemd genoeg hadden de aanstokers je bedgenoot niet meegebracht. Had hij hen omgekocht? Ik beschouw hun vergetelheid als een duidelijk voorbeeld van klassenjustitie. Was het leven van een jonge joodse vrouw minder waard dan dat van een mannelijke tijdgenoot?
Terwijl jij trillend als een espenblad het officiële verdict van de volksrechtbank afwachtte, richtten je beulen zich tot Jezus: Meester, slijmden ze schijnheilig onderdanig. Deze vrouw heeft met een andere man geslapen. Volgens de wet van Mozes moet ze gedood worden, vindt u ook niet?
Tot grote verbazing van alle aanwezigen negeerde Jezus hen volkomen, terwijl hij met de wijsvinger van zijn rechterhand nonchalant figuren in het mulle zand tekende.
De juristen roken bloed. Dat van jou én dat van die vreemde man die zich voor de zoon van God uitgaf. Onderling wisselden ze blikken van verstandhouding uit. Als deze zogenaamde profeet de wet van Mozes niet erkent, vangen we twee vliegen in één klap, dachten ze. Nadat de farizeeën hun vraag meermaals hadden herhaald, keek Jezus hen een voor een recht in de ogen aan. Wie onder jullie nog nooit iets verkeerds heeft gedaan, mag de eerste steen werpen. Vervolgens verlieten alle mensen de tempel. De voorname rechtsgeleerden liepen woedend weg, de andere getuigen dropen beschaamd af.
Jij bleef als versteend alleen met Jezus achter, Phebe. Niemand had je publiekelijk durven te veroordelen. Zelfs Jezus niet. Ga maar naar huis, vertrouwde Hij je geruststellend toe, en doe vanaf nu geen verkeerde dingen meer.
In mijn land is de doodstraf al geruime tijd afgeschaft. In vele andere landen gelukkig ook.
Toch was ik een jaar geleden toevallig getuige van de zware gevolgen van een spreekwoordelijke steniging van een jongeman op de markt van mijn thuisstad Beringen. Op weg naar huis trof ik hem verward en in tranen op een publieke zitbank aan. Ik ging naast hem zitten en vroeg wat er aan de hand was. In een mengeling van gebroken Engels en Nederlands vertelde Shahram me dat hij na een lange en gevaarlijke vlucht uit het door oorlog verscheurde Afghanistan uiteindelijk in Beringen was terechtgekomen. De administratieve papiermolen had jarenlang tergend traag gemaald maar uiteindelijk tot een positief resultaat geleid. Na zeven jaar zweven tussen hoop en onzekerheid had hij zijn officiële erkenning als vluchteling op zak. De anonieme Afghaanse vluchteling werd opnieuw Sharham, een naam die in het Farsi de vriendelijke koning betekent.
Opgelucht en met vernieuwde moed trok hij naar de plaatselijke werkwinkel van de VDAB, op een steenworp van het Beringse stadscentrum. Omdat hij het gebouw niet meteen zag liggen, sprak hij een oudere Belgische dame aan. Wellicht kon zij hem helpen. De dame wees Shahram vriendelijk de weg naar het volgens haar dichtstbijzijnde kantoor en wenste hem veel succes. Na een voettocht van ruim een uur klopte hij bij het OCMW-gebouw van fusiegemeente Beverlo aan, waarna een aardige ambtenaar hem opnieuw naar Beringen stuurde. Na 8 km stappen was de jongen terug bij af. Hij zat opnieuw in zak en as. Ik begeleidde hem naar het juiste adres. We kwamen net te laat. Het filiaal van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling was inmiddels gesloten. Hij zou zich de volgende dag opnieuw aanmelden. Insjallah. Zo God het wil.
Shahrams situatie deed me onwillekeurig aan die van jou denken, beste Phebe.
Net zoals jij vertrouwt hij zijn lot aan God toe. De vrouw die hem bewust op het verkeerde pad zette, vertegenwoordigt jammer genoeg een flink aantal zelfverklaarde ingezetenen die niet verder (kunnen of willen) kijken dan hun navel diep is. Mensen die schreeuwen om strenge wetten die men consequent op anderen moet toepassen. Mensen die het recht opeisen eigenhandig als God en rechter op te treden. Ook een mentale steniging van een gebroken mens komt bijzonder hard aan en slaat verse diepe wonden.
Ik wens jou en de jonge vriendelijke koning alle goeds toe, Bart Demyttenaere
Reactie van Nikolaas Sintobin
De farizeeën in dit verhaal zijn best wel sluw. Die vrouw kan hen niets schelen. Ze willen Jezus beschadigen. En ze doen dat door hem een valstrik te spannen, rond iets waar ze heel goed in zijn: de interpretatie van de wet.
Als Jezus zegt dat ze de wet moeten toepassen (= het stenigen van de vrouw), wat hij als rechtgeaarde Jood eigenlijk zou horen te doen, dan zou dit zijn reputatie van mildheid en barmhartigheid schade aanbrengen. Mocht Jezus echter die vrouw – die wel degelijk in de fout is gegaan - zomaar vrijpleiten, dan zou Hem verweten worden dat Hij de Wet niet respecteert. Terecht.
Jezus is echter nog verstandiger dan die mannen. Het doel van zijn handelen is hierbij niet om zijn tegenstrevers te beschadigen. Wel om die vrouw een nieuwe kans te geven. De fijnzinnige opmerking die Hij maakt heeft als gevolg dat de farizeeën, net zo goed als de sensatiebeluste massa, enkel maar kunnen afdruipen.
In die zin geeft Jezus die vrouw nieuw leven. Je zou het kunnen beschouwen als een verrijzenisverhaal.
Dit verhaal is extreem gewelddadig. Je ziet het voor je ogen gebeuren. De schuimbekkende massa en de zelfingenomen en meedogenloze aanstokers. Ze hebben een gedroomd slachtoffer: een op heterdaad betrapte overspelige vrouw.
Het is geen toeval dat dit voorval gaat over seksualiteit.
Het domein van de grootste tederheid en passie, maar net zo goed de plek van de grootste kwetsbaarheid, frustratie en onmacht. Gewoonlijk is datgene waar wij, mensen, het meest aanstoot aan nemen bij anderen precies datgene waar we het ook zelf het moeilijkst mee hebben. De barbaarsheid van de massa en van de religieuze leiders hier zou dus wel eens onze eigen hypocrisie kunnen blootleggen.
Door zijn houding van niet oordelen en van mildheid doorbreekt Jezus de cyclus van frustratie en geweld. Hij toont dat oordelen en veroordelen niet nodig zijn. Dat de gewonde mens – en dat zijn we allemaal – maar ten volle tot leven kan komen dankzij liefde; preciezer, door vergeving.