Barts Bijbelbrieven ~ Lieve Maria Magdalena
Hooggeachte Maria van Magdala,
Lieve Maria Magdalena,
Bijna 2000 jaar na je overlijden breken talrijke schrijvers, exegeten, theologen en christelijke denkers nog steeds hun geleerde hoofden over jouw levensloop. Naar verluidt voegde een aantal vroege kerkvaders 3 van jouw naamgenoten die in de evangeliën voorkwamen tot 1 Maria samen. Tijdens de woelige middeleeuwen voerde men je op in talrijke legenden, waardoor men de ware toedracht van je optreden nog meer in duisternis hulde.
De moedige dame van adellijke afkomst die zo dicht bij Jezus en zijn apostelen stond, vervelde tot een boetvaardige zondares. Niet minder, maar ook niet meer dan dat.
Konden je collega’s het niet verkroppen dat uitgerekend een vrouw zich tot de meest trouwe en gelovige volgelingen van Jezus Christus ontpopte?
Misschien waren sommigen afgunstig op je maatschappelijke status of je financiële mogelijkheden. Pas 700 jaar geleden werd je voor het eerst in ere hersteld, door niemand minder dan de grote denker Thomas van Aquino die jou de titel Apostel der apostelen toedichtte.
In 1969 schrapte de Rooms-Katholieke Kerk rijkelijk laat het bedenkelijke predicaat ‘boetvaardige zondares’ dat eeuwenlang op je kleefde. Amper 5 jaar geleden zorgde paus Franciscus voor jouw definitieve eerherstel. Hij schoof 22 juli als jouw officiële kerkelijke feestdag naar voor.
Je was een vrouw van goede komaf en zat er naar verluidt warmpjes bij. Daarover zijn de evangelisten het eens. Ze maken duidelijk dat jij jarenlang de zorg voor je heer en zijn discipelen voor jouw rekening nam. Letterlijk, want jij betaalde de maaltijden en ook voor de dokterskosten draaide je op. Je kocht de allerduurste welriekende oliën om het dode lichaam van Jezus te balsemen. Je beschouwde deze diensttaken als vanzelfsprekend. Had Jezus immers niet gezegd dat een kameel zich makkelijker door het oog van een naald kan wringen dan een rijkaard een plaats in de hemel kan veroveren?
Jezus stak de warme gevoelens die Hij voor je koesterde niet onder stoelen of banken, wat ook weer tot jaloezie en veel later tot pikante en nergens op gebouwde speculaties leidde.
Ik vind het logisch en begrijpelijk dat Jezus – die overigens van alle mensen hield – een boontje voor je had.
Jullie ontmoetten elkaar waarschijnlijk toevallig in de buurt van Magdala, het vissersdorp aan de oever van het Meer van Tiberias dat jij van je vader erfde. Vonken van verstandhouding en oprechte liefde sloegen over en jij week niet meer van Zijn zijde. Je geloof in Hem was onwankelbaar en vol vertrouwen volgde je Zijn voetspoor vanuit Galilea tot in de grote stad Jeruzalem.
Jezus nam het altijd voor je op en berispte degenen die het nodig vonden je publiekelijk te bespotten. Hij verdedigde je tegenover een farizeeër die jou een onreine vrouw noemde en zelfs tegen je bloedeigen zuster die jou verweet dat je niets uitrichtte. Ook de apostel Judas die jou een geldverspiller noemde, zette Hij stevig op zijn plaats. Al weet ik dus niet zeker of voornoemde voorvallen op jou sloegen. Jezus’ optreden kan ook betrekking hebben op een andere naamgenoot van je.
Samen met Jezus’ moeder Maria was jij getuige van Zijn kruisiging en de noodgedwongen snelle graflegging van diens ontzielde lichaam in een grot. Terwijl de andere discipelen in diepe wanhoop verkeerden, hield jouw onwrikbare geloof stand.
Jij was de eerste die het lege graf van Jezus aantrof en Hem na zijn opstanding ontmoette.
Overrompeld en onthutst door de gebeurtenissen haastte je je naar de andere leerlingen om hen het heuglijke nieuws te melden. In eerste instantie geloofden ze geen woord van wat je vertelde. Je enthousiasme over Jezus’ verrijzenis en de daarmee verbonden opstoot van herwonnen levensvreugde deden ze af als domme verzinsels van een vrouw in diepe rouw.
Ook mijn hart heb je intussen veroverd, lieve Maria Magdalena. Je doortocht en talrijke optredens in de evangeliën zijn geen fait divers.
Bij elke afbeelding van het Laatste Avondmaal denk ik jou er voortaan bij. Aan de rechterzijde van Jezus en net als de andere apostelen mét een schitterend aureool afgebeeld.
Met oneindig veel respect, Bart Demyttenaere
Reactie van Nikolaas Sintobin
Beste Bart,
Het is inderdaad bijzonder te zien hoeveel Jezus met vrouwen omging. En blijkbaar uitgesproken vriendschappelijk. Het feit dat het zo uitdrukkelijk in het Nieuwe Testament wordt vermeld, betekent dat het opvallend moet geweest zijn. Wat wil dit zeggen? Dat vrouwen meer religieus zijn dan mannen? Misschien. Zelf lijkt het mij in de eerste plaats het (zoveelste!) bewijs dat Jezus een mens was, een gewone mens. Vriendschap, verbondenheid met andere mensen was belangrijk voor Hem. Gelukkig maar. Is hij immers niet voor ons christenen het voorbeeld bij uitstek om na te volgen?
Ik vind het best opmerkelijk dat Maria van Magdala niet langer officieel de boetvaardige zondares wordt genoemd.
Zelf heb ik er, eerlijk gezegd, geen probleem mee dat ze wordt omschreven als zondares. Dat zijn we toch allemaal? Ik in de eerste plaats.
Wie onder ons gaat helemaal voluit voor het echte leven en de echte liefde, zoals Jezus ons dat leert? Wie is helemaal open en transparant? Wie durft of kan zich helemaal toevertrouwen aan God?
Van al de scènes die je noemt die met Maria van Magdala in verband worden gebracht, zijn er twee me bijzonder dierbaar.
- Ik vind de zalving van Jezus door Maria (van Magdala?) aangrijpend. Maria zalft het hoofd van Jezus met peperdure nardusolie. Ze geeft zomaar een fortuin uit dat, strikt genomen, nergens toe dient. Het is een ontroerend teken van haar liefde voor Jezus. Wie liefheeft telt of rekent niet. Maria weet hoezeer en hoeveel Jezus om haar geeft en vergeeft. Omdat ze die persoonlijke liefde van Jezus zo in zich binnen laat komen, kan ze gewoon niet anders dan iets terug te doen. Het is sterker dan haarzelf.
- En dan is er de ontmoeting, na de verrijzenis, met de verrezen Jezus die ze eerst verwart met de tuinman. Maria herkent de verrezen Heer omdat Hij haar bij haar voornaam noemt: Maria. Wat zou dat wel niet doen met jou of met mij mocht Jezus ons met de voornaam aanspreken? Vervolgens, als je de tekst bij Johannes er goed op naleest, dan merk je dat Jezus Maria tweemaal vraagt zich om te keren. Uit de tekst blijkt niet dat daar een bijzondere reden voor is. Ik denk dat de boodschap eenvoudig is dat echt leven in verbondenheid met de verrezen Jezus vraagt om bekering. Niet eenmaal. Wel telkens opnieuw.
Van harte, Nikolaas