Wat begon met goud, mirre en wierook
Driekoningen, feest van de Openbaring, brengt nog steeds jong en oud op de been
Sinds mensenheugenis wordt op 6 januari herdacht dat de mensheid Jezus voor het eerst hulde bracht. In het Mattheusevangelie (2, 1-12) lezen we hoe Wijzen uit het Oosten aankomen in Jeruzalem. Zij zagen een ster die hen naar de pasgeboren koning der joden zou moeten voeren en willen Hem hulde brengen. Uitgezonden door een ongeruste koning Herodes, volgen de Wijzen de ster tot in Bethlehem, waar Jezus ter wereld kwam. Ze aanbidden het Kind en zijn moeder en overhandigden hen schatten en geschenken: goud, wierook en mirre.
Om dat te gedenken, trekken jong (zoals de kinderen in het Kempense Retie) en oud (zoals de KWB-mannen uit het Oost-Vlaamse Melsele en het Antwerpse Vlimmeren) er nog steeds zingend op uit, van deur tot deur. De werkgroep Volkscultuur van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) deed er onderzoek naar en schreef er een verrassend praktisch (want met 74 partituren en bijbehorende dvd) boek over.
Auteur Tony Vaessen, voorzitter van het Verbond Volkscultuur in de Lage Landen: „Liederen en kinderen zijn onlosmakelijk verbonden met cultuur, taal en het doorgeven van gebruiken, de elementen waarvoor ons verbond ijvert. Vandaar ons onderzoek.”
Dat stelde vast dat het verhaal van de openbaring van Gods Zoon in de overlevering flink aanzwol. „Wellicht wees een monnik in de achtste eeuw de Wijzen uit Mattheus namen, huidskleuren en leeftijden toe”, zegt Vaessen. „Voortaan was de Afrikaan Caspar twintig, de Aziaat Melchior veertig en de Europeaan Balthazar zestig. De monnik [node:field_streamers:0] wilde met die toevoegingen aantonen dat de komst van Gods Zoon werkelijk de hele mensheid aanbelangt.”
En Vaessen vervolgt: „In Psalm 72 zingt koning Salomo in vers 11 over zichzelf: ‘Mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen.’ Die zin verklaart het wisselende gebruik in de traditie van de woorden ‘koningen’ en ‘Wijzen’. Hun aantal kunnen we dan weer afleiden van de geschenken die ze in Mattheus meebrengen. De volksmond heeft het over goud tegen de armoede, wierook tegen de stank van de stal en mirre om Jezus’ billetjes te beschermen tegen het prikkende stro.”
Vanwaar de traditie van het driekoningen zingen? „In het midden van de negentiende eeuw evolueerde het gebruikelijke bedelen op 6 januari naar zingen in ruil voor lekkers en drinkgeld”, zegt Vaessen. „Hoe Driekoningen vandaag wordt beleefd? We peilden ernaar in een enquête bij de Vlaamse erfgoedcellen en de Hoge Gildenraad der Kempen. Markant blijken de verklede rondgang van de kinderen van nieuwe buren in het Oost-Vlaamse Serskamp, de zingende kinderen aan de ingang van de kerk bij aanvang van de zondagsmis in Vrasene in Oost-Vlaanderen en de groepen die driekoningenliederen zingen tijdens de Driekoningenschieting van de Koninklijke Sint-Sebastiaansgilde in Essen, bij Antwerpen.”
„Muziek verzacht de zeden. Breng dus vreugde bij de toehoorders en beleef er zelf ook plezier aan. Elke vereniging kan bovendien wel een extra centje gebruiken”, besluit Tony Vaessen.
Tony Vaessen (redactie), Drie Koningen Zingen. Met liederenschat. De tijd rond Driekoningen en Verloren Maandag, ANV-Vlaanderen, 2016, 178 blz., 25 euro (plus 5 euro verzendingskosten), ISBN 978 90 7362 639 3. Enkel verkrijgbaar door overschrijving op rekeningnummer BE61 4393 1379 7117, met vermelding „Boek 3KZ”.