Besef komt altijd met vertraging - Kolet Janssen [column]
We gebruiken het vaak en toch blijft het een raar woord: beseffen. ‘Hij besefte dat hij zijn sleutel vergeten was.’ ‘Ik besefte dat ik die vrouw al eerder had gezien.’ ‘De Kerk besefte dat deze storm niet zomaar zou overwaaien.’
Beseffen is niet hetzelfde als iets weten.
Het komt in de buurt van je iets realiseren, maar het gaat dieper dan dat. Het gaat vaak gepaard met een duidelijke sprong van je middenrif, een soort pang-gevoel. Je beseft iets pas als het helemaal tot je is doorgedrongen en je iets in zijn volle consequenties onder ogen ziet.
De eerste keer dat iemand een pasgetrouwde jongedame ‘mevrouw’ noemt en zij beseft dat dit nu haar officiële titel is. Die keer dat je denkt ‘dat moet ik mijn vader vertellen’ en je dan opeens beseft dat hij al een half jaar dood is. De dag waarop je kleinkind je voor het eerst aanspreekt als ‘oma’ en je aan al je botten de zoetzure pijn voelt dat je een generatie bent opgeschoven.
Besef is iets waarnaar je kunt uitkijken.
In elk interview vlak na de zege van een sportheld(in) hoor je hetzelfde zinnetje, als antwoord op de vraag hoe het voelt na deze overwinning: ‘Ik besef het nog niet helemaal, het is allemaal zo onwerkelijk, het moet nog doordringen.’
Besef komt altijd met vertraging. Zo ook het besef dat je een grote stommiteit hebt begaan. Het besef dat je ongelooflijk veel geluk hebt gehad in de liefde. Het besef dat je in de wieg bent gelegd voor het beroep dat je uitoefent. Het besef dat vriendschap onbetaalbaar is. Het besef dat er iets onherroepelijks is gebeurd en dat je toch verder moet.
Vaak is het een werk van jaren, soms zelfs een levenslang werk, om iets te beseffen. Onze Kerk doet er al eeuwen over en we zijn er nog lang niet. Het kan je moedeloos maken, maar ook moedig en mild.
Je iets beseffen is als jezelf een beetje uitkleden, tot op je diepste kern.
Misschien is de herfst het beste seizoen voor besef. Als alles wegvalt en alleen de essentie overblijft. Besef helpt je om dichter bij het kloppende hart van het echte leven te komen. Besef kan een bron van hoop zijn.