Bijbel en seks #7 ~ God: ‘Ik zag dat je rijp was voor de liefde’
#7 God: ‘Ik zag dat je rijp was voor de liefde’ ~ Ezechiël 16
De profeet Ezechiël schetst de sensuele manier waarop God zelf de liefde bedreef met … Jeruzalem: Ik liet je groeien als een bloem in het veld: je groeide, je werd groot en je werd hoe langer hoe mooier. Je kreeg stevige borsten, je kreeg schaamhaar, maar je was nog helemaal naakt. kwam voorbij en zag dat je rijp was voor de liefde, ik spreidde mijn mantel over je uit om je naaktheid te bedekken. Ik zwoer je trouw, ik sloot een verbond met je - zo spreekt God, de HEER - en je werd de mijne. [...] Ik deed een ringetje door je neus, ik gaf je oorbellen en zette een prachtige kroon op je hoofd.
Hoe bijzonder, God op de versiertoer.
Hans Ausloos • Mooi, hé. Maar het vervolg is des te schokkender. Jeruzalem - de stad staat natuurlijk symbool voor het hele volk Israël - zal die goddelijke liefde verraden. En dat gebeurt in je reinste pornotaal. De profeet Ezechiël is duidelijk niet bang om te choqueren. Lees maar:
Je pleegde overspel met elke voorbijganger, je bood je aan iedereen aan! Je trok je kleren uit en maakte er kleurige kussens van waarop je mij bedroog. [...] De zonen en dochters die je mij gebaard had, offerde je aan hen zodat zij te eten hadden. Was je overspel dan nog niet genoeg? [...] Je hebt me bedrogen met je buurvolk, met de zwaargeschapen Egyptenaren; met al je ontrouw heb je mij diep gekrenkt.
En zo gaat het nog even door. Laat je verbeelding even gaan bij die insinuaties van de profeet. Die kleurige kussens, moeten we ons daar voorlopers van de sekspop bij voorstellen? En dan die zwaargeschapen Egyptenaren. Je kunt je er zo de mannen bij voorstellen die hun zelfwaardering halen uit de grootte van hun lid, maar Ezechiël doet er neerbuigend over: een beetje zelfbeheersing, graag.
De vrouw heeft het weer gedaan…
Tja, er komt vanuit feministische hoek veel kritiek op deze tekst, die Jeruzalem inderdaad als vrouw voorstelt met heel negatieve connotaties. De kritiek op de toenmalige samenleving is terecht: daarin bekleedde de vrouw een weinig benijdenswaardige positie. De macht lag overduidelijk bij de mannen en die hebben de geschiedenis geschreven.
Maar het zou jammer zijn de tekst daarvoor af te wijzen. Je moet een onderscheid maken tussen de cultuur waarin deze tekst tot stand kwam en de betekenis van dit verhaal. Ik denk niet dat de redactie de bedoeling had alle vrouwen over een kam te scheren als hoeren en het mannelijk geslacht heilig te verklaren.
Deze tekst is geen aanklacht tegen vrouwen, maar tegen het gehele volk, wegens zijn ontrouw aan het liefdesverbond van God.
De profeet schuwt de zwaarste woorden niet om zijn verontwaardiging over de afgoderij binnen het joodse volk te veroordelen. Ze heulen mee met de bandeloosheid van hun buurvolkeren alsof ze geen hogere ethische standaarden meekregen.
Wat is de context van dit verhaal?
De profeet Ezechiël treedt op ten tijde van de Babylonische ballingschap. Samaria (met hoofdstad Sichem) en Juda (met hoofdstad Jeruzalem) zijn beiden gevallen. Van de tempel schiet niets over, en de bovenlaag van de Israëlitische bevolking is gedeporteerd. Nu vragen de profeten en het volk zich af hoe het toch zover kon komen. En de conclusie is: wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten.
Welke leessleutels kun je aanreiken?
De stad Jeruzalem wordt als een persoon voorgesteld, meer bepaald een meisje. De profeet beschrijft haar oorsprong: ze is een bastaardkind. De stad Jeruzalem bestond namelijk al voordat ze in handen viel van de Israëlieten. Daarom beschrijft Ezechiël haar in het begin van hoofdstuk 16 als volgt:
Van oorsprong ben je een Kanaänitische, je werd geboren uit een Amoritische vader en een Hethitische moeder. Op de dag dat je geboren werd, was er niemand om je navelstreng door te snijden of om je schoon te wassen. [...] Zo weinig waarde werd er aan je gehecht.
De uitbouw van de stad, en vooral de bouw van de tempel, wordt in de Bijbel toegeschreven aan koning David. Dat is de periode waarin dit kansarme babytje uitgroeit tot een bloem in het veld. De ikfiguur die in het verhaal naar voren komt, is niemand minder dan God zelf.
Het vers ‘Ik zwoer je trouw en sloot een verbond met je en je werd de mijne’ verwijst naar het verbond dat tussen God en het volk tot stand kwam onder de leiding van Mozes.
De tekst heeft het ook over kinderoffers. We weten dat die praktijk bestond in het oude Nabije Oosten. De Bijbel keerde zich daar uitdrukkelijk van af, zo blijkt uit het verhaal van Abraham en zijn zoon Isaac. Er zijn geen bewijzen dat Israëlieten er toch aan meegedaan zouden hebben, maar hier wordt er wel naar verwezen om afschuw uit te drukken.
Het Hebreeuws speelt graag met contrasten: de tedere liefde van de één tegenover de platte seks van de ander, de geringe afkomst van Jeruzalem en haar verheven positie. In het Hebreeuws kun je dan ook nog eens genieten van woordspelingen die er helaas in de vertalingen minder uitkomen:
- Gods voorbijgaan >< de voorbijgangers met wie Jeruzalem zich prostitueert
- God die het meisje ziet >< de minnaars die zich aan haar naaktheid vergapen
- God die het meisje doet groeien >< de vrouw die haar losbandigheid doet toenemen
Is er verder nog iets wat we moeten weten?
Op basis van deze tekst (onder meer) is men in Hooglied de relatie tussen het meisje en de jongen gaan zien als die tussen God en zijn volk. Meer daarover lees je in onze allereerste afleveringen van Bijbel en Seks: Met mijn tong wil ik zijn zoete vruchten proeven.
Hans Ausloos is oudtestamenticus, hoogleraar aan de UCLouvain en auteur van Geweld, God, Bijbel (Averbode, 2019).