Bizarre Bijbel #11 ~ Naäman verlost van lepra
2 Koningen 5 ~ Naäman verlost van huidziekte
Naäman is de bevelhebber van het Aramese leger. Hij heeft een huidziekte. Een meisje dat op een van zijn strooptochten uit Israël is meegevoerd en tot slavin gemaakt, meent dat een profeet van haar volk hem kan genezen.
Daarop trekt Naäman met een aanbevelingsbrief van zijn eigen koning naar de koning van Israël. Die wantrouwt de situatie. Maar de profeet Elisa laat Naäman de raad geven zich 7 maal onder te dompelen in de Jordaan. De krijgsman is verontwaardigd over dat vreemde advies: Zijn de rivieren in Damascus, de Abana en de Parpar, soms niet beter dan alle wateren in Israël?
Maar zijn bedienden overhalen hem en hij komt gezond en rein uit het water, de huid zo gaaf als van een kind. Naäman keert naar Elisa weer en wil hem met cadeaus overladen, maar de profeet weigert iets aan te nemen. Elisa’s knecht Gechazi daarentegen ontfutselt met een smoes gauw wat zilver. Dat komt hem duur te staan. Nu is hij de klos, de huid schilferig en wit als sneeuw.
Eigen schuld, dikke bult?
Jannica De Prenter • Het verhaal krijgt inderdaad een grappig staartje. Naäman en Elisa komen naar voren als grote persoonlijkheden, die zich nederig kunnen opstellen. De kleinmenselijkheid van Gechazi steekt schril tegen hen af.
Wat leert een mondje Hebreeuws over deze tekst?
De naam Naäman betekent: aangenaam. Hij is een man naar wie mensen opkijken. Toch is zijn leven niet zo aangenaam, want hij heeft last van huidvraat. In het Hebreeuws staat er metsorah, wat eigenlijk lepra betekent.
Iedereen weet wat dat betekent: pijnlijke bulten, zweren en vreselijke verminkingen maar vooral: sociale uitsluiting. Wie lepra had, was onrein en met geen water schoon te krijgen. Als mens werd je taboe.
Virussen en bacteriën trekken zich niets aan van roem of stand. Dat is de les waar Naäman keihard tegenaan loopt.
En dan is er dat Israëlietische meisje, buitgemaakt op een strooptocht...
Ja, een mooi personage. Klein en weerloos tegenover die grote veldheer. Er lijkt geen spoor van wrok of boosheid in haar, terwijl ze toch losgerukt is van haar familie en tot slavin aan het Aramese hof herleid! Ze is begaan met Naäman en brengt haar op het spoor van de profeet in Samaria.
Elisa doet in dit verhaal sterk aan Jezus denken, niet?
Inderdaad. Laat die man bij mij komen, zegt hij. Woorden die zo uit de mond van Jezus konden komen.
Waarom doet Naäman niet gewoon wat Elisa opdraagt?
Je moet het verhaal zeker eens in zijn geheel lezen. (2 Koningen 5) Dan zie dat hij een heel ander idee had van zijn genezing. Gewoon naar de Jordaan gaan en er zich 7 keer in onderdompelen?! En Elisa komt hem niet eens persoonlijk groeten?! Naäman is op zijn tenen getrapt.
De Jordaan was tijdens droge perioden niet meer dan een modderig stroompje. Als je je dan moet onderdompelen, dan moet je letterlijk op je knieën. Dat is beneden zijn stand. Naämen beseft niet dat hij op heilige grond staat. Wie door het water van de Jordaan trekt, loopt het land van de belofte in.
Wie opstaat uit dit water, treedt een nieuw leven tegemoet, een leven met de Heer en de Thora in het land van de belofte.
Naäman wordt uitgedaagd om hiervoor te gaan: buigen en kiezen voor de Heer. Maar zijn eer en zijn trots, zitten in de weg.
Gelukkig verandert hij van gedacht!
Inderdaad, dankzij zijn dienaren. Met hun nuchtere kijk zetten ze Naäman weer met beide benen op de grond: Maar meester, u wilt toch genezen worden?
Opnieuw zijn het niet de machtigen, maar de kleinen en de kwetsbaren, die de weg wijzen.
Naäman daalt af in het water en gaat kopje onder. Zijn huid wordt weer zo gaaf als de huid van een kind. In het Hebreeuws staat er: naʾar qaton. Het is een woordspeling die verwijst naar het kleine meisje van het begin van het verhaal, in de vrouwelijke vorm omschreven als neʾarah qetannah.
Naäman wordt uitgedaagd om het meisje te volgen, om zijn kwetsbaarheid te omarmen en te worden als een ‘kleine jongen’.
Juist in het omarmen van kwetsbaarheid ligt genezing verborgen. Dat is de boodschap van dit verhaal.
Jannica De Prenter is dominee in ‘t Keerske in Brugge en redactielid van Ezra.