Blijf in uw cel - tips van kluizenaar Benoît Standaert (2)
Je hebt het niet gekozen om kluizenaar te worden, het werd je opgelegd. En niemand weet nog voor hoelang? Kan ik het willen en ervoor kiezen? Misschien wordt alles dan ook lichter, en bieden zich bevreemdende openingen aan waar ik nog nooit aan gedacht heb?
Zijn
In de afzondering, ver van het vele, kan ik ontdekken dat er een ‘zijn’ aan het ‘doen’ voorafgaat. Ik mag ‘er zijn’, ik hoef daarvoor niets te ‘doen’. Veradem! Ontspan! Trek open en hou op als een lastdier met een juk van verplichtingen door het leven te gaan. Ontdek de diepere hunker die door alles heen trekt: een snakken naar ‘vrijheid en schoonheid van de kinderen Gods’, zo noemt Paulus dit diepe gezucht. Het trekt door heel de schepping, het trekt ook door ons, mensen, die weliswaar de Geest hebben ontvangen maar ook hunkeren naar de voltooiing die er nog niet is. We hopen. En hopen is uitzien naar wat er nog niet is, onzichtbaar gegeven. Was het te zien, dan hoeven we het niet meer te hopen, zegt Paulus.
Zalig wie zonder te zien, onwankelbaar hoopt.
Bij Paulus is de hoop altijd gericht op heerlijkheid, schoonheid, stralend licht, goddelijke voltooiing van het bestaan.
Verlangen
De kluizenaar bidt voortdurend. Dat is zijn roeping, zo zeiden we het de vorige keer. Hoe doe je dat? Door aandacht. Door bewust te ademen. Door te zuchten. Augustinus vroeg zich met velen af: hoe doen we wat Paulus ons aanraadt: ‘Bid zonder ophouden’? We kunnen toch niet voortdurend zitten te prevelen?
In ons is er iets dat aanhoudt: het verlangen.
We verlangen steeds. Als je bij je verlangen komt, zal je vanuit dat verlangen moeiteloos voortdurend bidden. We verlangen steeds en wie steeds verlangt, bidt steeds.
Pelgrimsweg
Dat verlangen is geheimzinnig diep. Dankzij stilte en afzondering kan ik in de buurt komen van dat leven binnen mijn leven. Immers, het verlangen is bewoond: in mij is er niet slechts ‘ik’ die verlang. Het wonder van vele geestelijke schrijvers en dichters is dat ze getuigen dat God in hun verlangen bezig is, als een geheimzinnige, bevrijdende aanstoot.
Mijn verlangend bidden is gevoed door die Ander.
Paulus op diezelfde bladzijde van Romeinen 8 heeft het over ‘de Geest die onze geest te hulp komt, en in ons zucht en pleit in onuitsprekelijke verzuchtingen’. Er is aanhoudend een eerste gebed reeds aan de gang, dankzij die Geest in ons. Misschien is dit de kans van mijn leven, door stilte en afzondering, die werking aan de binnenkant te ontwaren, in een immense dankbaarheid. Een knap middel om in die buurt te verblijven is het boek van de Psalmen bij de hand te hebben, en ze te lezen, van A tot Z, in groepjes van drie, zonder haast en zonder te slenteren. De psalmen bevrijden het verlangen in ons en richten het op Gods feest dat komt. Ze vormen een weg in het hart, een pelgrimsweg. Ga die vanuit de afzondering, de stilte, een zuivere aandacht, het ‘zijn’ meer dan het ‘doen’.
Vrede, broeder Benoît