Christophe Vekeman: ‘De Bijbel is belangrijk’
Waarom moeten wij dat eigenlijk weten, mijnheer?, met die vaak gehoorde uitspraak op schoolbanken opent Christophe Vekeman zijn column, waarin hij opkomt voor het vak godsdienst. Elke vakleerkracht wordt wel eens met een dergelijke vraag geconfronteerd, maar erger is het wanneer leerkrachten en directies zelf het belang ervan niet meer inzien, zo stelt Vekeman.
Hij citeert Paul Lauwers, de schooldirecteur uit Sint-Martens-Latem die besliste om zijn leerlingen ‘niet langer te vermoeien met levensbeschouwingen en niet-confessionele zedenleer’. Zelf vindt Vekeman de parabel van de barmhartige Samaritaan niet zo irrelevant voor onze beschaving als de genoemde schooldirecteur. Waar Lauwers laat optekenen dat hij er niet zo zeker van is dat de christelijke moraalfilosofie dé scheppende kracht is in de westerse morele geschiedenis, pareert Vekeman met: Op dezelfde wijze betwijfel ik soms of het licht wel van de zon komt.
De utopische boodschap van het evangelie, grofweg samen te vatten als ‘heb uw naaste lief zoals uzelf’ en ‘behandel anderen zoals je zelf wilt worden behandeld’, was en is voor onze morele cultuur wel degelijk fundamenteel. Als bewijs draagt Vekeman onder meer aan dat de Bijbel het eerste gedrukte boek was. En de Statenvertaling ligt aan de basis van het Standaardnederlands. Onze taal is doorspekt van Bijbelse spreekwoorden.
Juist het feit dat de verhalen in de Bijbel al eeuwenlang en door een waarlijk onafzienbaar aantal lezers worden gedeeld, verleent er een duizelingwekkende zeggingskracht aan. Christophe Vekeman
Vekeman besluit: Nalaten om kinderen en jongeren vertrouwd te maken met die teksten, komt in mijn ogen neer op educatief verzuim. Om een toneelstuk als Vrijdag te kunnen smaken heb je nu eenmaal wat Bijbelkennis nodig, net zoals je beter iets van de Tweede Wereldoorlog afweet bij het verorberen van Het verdriet van België.
Maar de kans is groot dat mensen als de genoemde schooldirecteur ook bij dat laatste de schouders ophalen, vreest Vekeman, die zich troost met een vers van Matteüs: Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.