De ‘echte’ Paulus was emanciperend
In deze rubriek reageert een deskundige gast op een vraag of stelling. Deze week luidt de vraag: zijn de brieven van Paulus vrouwonvriendelijk?
Geregeld horen we in onze geloofsgemeenschap spreken over de ‘vrouwonvriendelijkheid’ van Paulus. Het gaat om een hardnekkig misverstand. Wie de brieven van Paulus goed kent, weet dat hij in feite een zeer vrouwvriendelijke apostel is. Dan moeten we wel het onderscheid maken tussen de brieven die afkomstig zijn van de historische Paulus en brieven die door zijn latere leerlingen op zijn naam werden gezet. Dat gebeurde wel meer in de oudheid, om gezag te verlenen aan een schrijven en om te laten zien dat men in de lijn van de meester dacht en schreef (pseudepigrafische literatuur genoemd). De zeven authentieke brieven van Paulus zijn: de eerste brief aan de Tessalonicenzen, beide brieven aan de Korintiërs, de brieven aan de Galaten, aan de Filipenzen, aan Filemon en aan de Romeinen. Alle andere brieven zijn, volgens de meerderheid van de exegeten, van leerlingen van Paulus.
Paulus werkte nooit alleen, hij zocht altijd medewerkers om hem te vergezellen, precies zoals Jezus dat deed. Het loont de moeite eens het laatste hoofdstuk van de Romeinenbrief te lezen, waarin Paulus de groeten overbrengt. Hij noemt een schare van medewerkers, onder wie heel wat vrouwen: Febe, Prisca, Maria, Junia, Tryfena, Tryfosa, Persis, Julia en de zuster van Nereus. Die vrouwen hadden verscheidene taken en verantwoordelijkheden. Sommigen waren actief in de verkondiging, anderen waren verantwoordelijk voor een lokale huiskerk. Het betreft nu eens vrouwen die op zich staan en dus niet gekoppeld worden aan hun man – wat al zeer ongebruikelijk was in die tijd – terwijl andere vrouwen deel uitmaken van een koppel. Het doet ons inderdaad denken aan wat we weten over Jezus, over vrouwelijke leerlingen van Hem en over de wijze waarop Hij omging met vrouwen. In dat opzicht was ‘de verkondiging van het Koninkrijk van God’ volkomen nieuw en emanciperend, niet enkel voor vrouwen, maar ook voor slaven en andere mensen die in de samenleving weinig of niets te zeggen hadden.
Hoe komt het dan dat er zo’n negatieve beeldvorming is ontstaan over Paulus’ bejegening [node:field_streamers:0] van vrouwen? Er zijn twee redenen. Ten eerste moeten we ermee rekening houden dat zijn zeven ‘echte’ brieven na zijn dood zijn overgeschreven en doorgegeven, echter niet zonder hier of daar een kleine verandering te ondergaan. Een bekend voorbeeld is 1 Korintiërs 14, 34-35, waarin vrouwen worden aangemaand gedurende de samenkomsten van de lokale geloofsgemeenschap te zwijgen. Dat is in strijd met 1 Korintiërs 11, 4, waarin sprake is van vrouwen die bidden of profeteren tijdens de samenkomsten. Een grote groep van exegeten is van mening dat 1 Korintiërs 14, 34-35 een interpolatie is, dat wil zeggen een tekst die later door een andere schrijver werd ingevoegd.
Een tweede reden voor een foutieve beeldvorming is het feit dat er in de niet-authentieke Paulusbrieven passages staan die de vrijheid van de vrouw ‘in Christus’ weer wat lijken terug te schroeven. Bovendien is ook de vertaling niet zonder belang. Vrijwel iedereen kent de tekst uit de Efeziërsbrief 5, 21-33, die wordt gelezen op de 21ste zondag door het B-jaar en volgens de liturgische vertaling als volgt begint: „Broeders en zusters, wees elkander onderdanig uit ontzag voor Christus. Vrouwen, wees onderdanig aan uw man als aan de Heer.” Ik ken persoonlijk verscheidene vrouwen die weigeren om die tekst als lector voor te dragen. De vertaling van het Grieks is problematisch, omdat het ‘onderdanig zijn’ negatiever klinkt dan het Griekse woord klonk in die tijd en die context. We hebben niet de ruimte om dat in detail toe te lichten, maar laten we nog eens benadrukken dat die tekst niet van Paulus zelf is, maar van een leerling van hem.
Wat staat ons te doen? We moeten de ‘echte’ Paulus herontdekken, om te zien hoe vernieuwend zijn optreden was. Vernieuwend voor de relatie tussen Joden en niet-Joden, vernieuwend voor de relatie tussen slaven en vrijen, vernieuwend voor de relatie tussen vrouwen en mannen (zie Galaten 3, 28). Dat waren voor Paulus geen loze woorden. De herontdekking van de ‘echte’ Paulus zal de zaak van vrouwen in de Kerk zeer ten goede komen.