Elkaar nabij zijn in afstand
Niets is nog hetzelfde, alles voelt anders. De coronacrisis stelt ook de pastorale diensten in de Limburgse ziekenhuizen voor uitdagingen. Zorgpastores worden geraakt in de kern van hun opdracht en merken dat er in hun nabijheid veel afstand is geslopen. Toch blijven ze troosten en verbinden. Dat zit immers in hun DNA.
Teambuilding in moeilijke tijden
Angst, maar ook grote verbondenheid in Ziekenhuis Oost-Limburg
Ann Vanhemel is één van de vijf ziekenhuispastors in het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), met campussen in Genk en Lanaken. Net zoals in andere ziekenhuizen ziet ze momenteel veel eenzaamheid en existentiële pijn. Op enkele uitzonderingen na mogen patiënten geen bezoek ontvangen. „Er is veel angst bij de familie”, zegt Ann Vanhemel. „Hoe maakt mijn geliefde het? Hij of zij raakt toch niet besmet met het coronavirus? Voortdurend horen we: ‘Kon ik hem maar even zien.’ Als pastorale dienst proberen we vandaag nog meer dan anders een brug te zijn tussen familie en patiënt. We vragen de familieleden of ze een kaartje of een brief willen schrijven. Zeker naar ouderen, want videogesprekken zijn voor hen niet vanzelfsprekend. Het zijn kleine dingen, maar voor de patiënt is het altijd een intens moment. Als een videogesprek dan toch lukt, is het zelfs een emotioneel moment. Je kunt elkaar zien, elkaar zelfs aanraken, ook al zit er een scherm tussen. Een kushandje naar elkaar gooien doet wonderen in deze moeilijke tijd van afzondering.”
De pastorale dienst in het ZOL werkte intussen een aangepast werkschema uit om voldoende draagkracht te garanderen voor patiënten en zorgverleners zowel als voor hun gezinnen. „Want na onze werkuren volgt thuis nog een volgende shift: er liefdevol zijn voor partner en kinderen en tussendoor misschien ook nog boodschappen doen voor iemand in de parochie of voor een buurvrouw. We voelen ons echter gedragen”, zegt Ann Vanhemel. „In het ziekenhuis is er grote verbondenheid tussen de collega’s, over alle diensten heen. Iedereen doet zijn uiterste best om de zorg zo goed mogelijk te laten verlopen. Het is haast één grote teambuilding, maar dan in een moeilijke tijd waarin iedereen probeert te overleven. Ik voel veel warmte en betrokkenheid, maar ook de dankbaarheid van de samenleving geeft energie.”
De opkomst van telepastoraal
Nabijheid via telefoon- en videogesprekken in Sint-Trudoziekenhuis
In Limburg is vooral de streek rond Sint-Truiden zwaar getroffen door het coronavirus. In het Sint-Trudo Ziekenhuis is het alle hens aan dek. Op de pastorale dienst maken Madeleine Burghoorn en Ann Stevens al enkele weken kennis met telepastoraal. Via telefoon- en videogesprekken houden ze contact met vrijwilligers, met patiënten thuis, op de kamer of op een COVID-19-afdeling en met nabestaanden van overleden coronapatiënten, mensen die geen afscheid konden nemen van hun geliefde. In de wandelgangen steunen ze dan weer zorgverleners die in de frontlinie staan. Het zijn onwezenlijke tijden in het Truiense ziekenhuis.
„De eerste drie weken mochten we niet op de COVID-19-afdelingen komen wegens de schaarste van beschermende kleding”, zegt Madeleine Burghoorn. „Het ziekenhuisbeleid is nu bijgesteld. Als de familie of de patiënt dat wensen, mogen we, rekening houdend met alle voorschriften, een ziekenzegening doen in de kamer. Is de patiënt er slecht aan toe, dan is het voor de familie belangrijk om afscheid te kunnen nemen. Sinds vorige week kan dat op de kamer, maximaal twee familieleden, zo’n twintig minuten en zonder aanraking. Een ritueel of afscheidsgebed kan daarbij een steun zijn.”
„Terzelfder tijd is er ook de mogelijkheid om samen met de naaste familie een stervenszegen of rouwgebed te bidden in de ziekenhuiskapel, eventueel rechtstreeks verbonden met de patiënt in de kamer”, zegt Ann Stevens. „Ook erna zijn we aanwezig om mensen te ondersteunen. Zo waren er al plannen om een lotgenotengroep op te starten voor mensen met verlies. Dat lijkt nu meer dan ooit nodig. Als geloofsgemeenschap kunnen we een steun betekenen voor mensen met zo’n groot en vaak plots verlies. De impact van dit virus zullen we nog lang voelen, maar de schoonheid van de gezamenlijke inzet van mensen en de massale verbondenheid mogen we evenzeer niet vergeten.” (td)
Zorgverleners bidden samen met patiënten
Pastors in Jessa Ziekenhuis werken zegengebed uit voor verpleegkundigen
De pastorale dienst van het Jessa Ziekenhuis, met twee campussen in Hasselt en één in Herk-de-Stad, telt vier pastors. Hun werking is vandaag anders ingevuld om verspreiding van het coronavirus te voorkomen. „Uiteraard zouden we net vanuit onze functie en vanuit ons geloof bij zo veel mogelijk patiënten willen langsgaan, zeker nu ze geen bezoek van naasten mogen ontvangen, maar in deze tijden kunnen we rekenen op de verpleegkundigen”, zegt Katrien Gijbels. „Zij geven vanuit hun contact met de patiënt de eventuele nood aan gesprek of ondersteuning aan ons door. Ziekenzegeningen, rouwbegeleiding, gesprek en opvang gebeuren dan vervolgens met een mondmasker en beschermingsmaatregelen. Op de afdelingen waar de coronapatiënten verblijven, worden we niet toegelaten. Die diensten staan we telefonisch bij. Voor hen werkten we een zegengebed uit dat verpleegkundigen bij de patiënt kunnen bidden.”
De pastorale dienst ondersteunt sinds enkele weken ook zorgverleners die het tijdens de strijd tegen het virus moeilijk krijgen. „Samen met de collega’s van de sociale dienst, het palliatief supportteam en de psychologen maken we deel uit van het Corona Support Team”, zegt Melanie Boulogne. „Dat is een groep van paramedici die zich per duo inzet voor de ondersteuning van het personeel op de besmette afdelingen, maar ook patiënten en hun families psychologisch bijstaat. We zijn ook nog beschikbaar voor onze niet-besmette afdelingen, maar we merken dat die er steeds minder zijn.”
In het revalidatiecentrum van het Jessa Ziekenhuis, campus [node:field_streamers:0] Sint-Ursula in Herk-de-Stad, is de situatie anders. Daar bevindt zich momenteel één zogenoemde COVID-19-afdeling. „In vergelijking met het acute ziekenhuis in Hasselt worden artsen, verpleegkundig personeel en andere hulpverleners hier veel minder geconfronteerd met zwaar zieken en stervenden”, zegt Petra De Smet. „Zij werken voort aan het herstel van revalidanten. Ik zie het dan ook als mijn taak om daar als pastor een ondersteunende rol te bieden. Zo heb ik samen met psychologen en sociaal werkers veel telefonische contacten met familie van revalidanten. Het is in deze vreemde tijden een anders nabij zijn vanuit onze Bron.”
„Vanuit onze zending om anderen een warm hart toe te dragen, ontstond ook een aantal praktische initiatieven”, zegt Tine Loyens. „Zo schreven we kaartjes met een hartverwarmende boodschap naar alle verpleegafdelingen en ondersteunende diensten. Op dezelfde manier willen we onze chronische patiëntengroepen nabij zijn. Het is een tastbaar teken van verbondenheid, om te laten weten dat we hen niet vergeten zijn, dat we fysiek even niet meer op de afdeling kunnen zijn, maar wel nog veel aan hen denken en hen meedragen. Het is een boodschap die we willen meegeven, omdat we die dagelijks zelf mogen ervaren, het zich gedragen weten door God, zelfs in de moeilijkste dagen van het leven. Nu alles zo onwezenlijk lijkt, is Hij onmiskenbaar aan het werk.” (td)