Geluk
Vele jaren geleden, toen onze zoon nog een klein ventje was, nam ik hem op een dag mee naar de winkel. Toen we bijna terug thuis waren, zag hij vanuit de auto de lege parkeerplaats waar doorgaans onze wagen staat. Verschrikt riep hij uit: „Oh nee, papa, onze auto is weg.” Hij was vergeten dat hij er op dat moment zelf in zat.
Grappig, maar het overkomt ons allemaal wel eens. Mogelijk zocht u ook al een keer naar uw bril die domweg op uw neus stond, of naar sleutels die u bij nader inzien al in de hand had. We zoeken de dingen soms op de verkeerde plaats, omdat we vanuit een verkeerd perspectief kijken. We zoeken in de verte wat nabij is. Daaraan moet ik wel eens denken wanneer mensen ongelukkig zijn. Ze zoeken het geluk op plekken waar het niet te vinden is, terwijl ze het vaak gewoon op zak hebben.
Geluk is een ontzettend moeilijk te definiëren begrip. Waarom is de ene mens gelukkig en de andere niet? Of waarom zijn we nu eens gelukkig en dan weer niet? De omstandigheden verschillen nochtans op het eerste gezicht niet sterk. Soms zijn mensen diep ongelukkig, terwijl wij als buitenstaanders niets verkeerds zien in hun leven. Ze hebben familie en vrienden, ze hebben een baan met een goed inkomen, ze hebben een prima gezondheid en een dak boven het hoofd. Alles lijkt te kloppen. Wat kan een mens nog meer wensen? Helaas, zo werkt het niet.
Geluk zit tussen onze oren en is subjectief. De ene mens blijkt er meer aanleg voor te hebben dan de andere. Toch valt geluk ook gedeeltelijk te objectiveren. We legden die kwestie voor aan een specialist ter zake, onderzoeker en auteur Leo Bormans. Zijn analyse ontdekt u hier. Geluk overkomt ons ten dele, maar is toch ook een stukje maakbaar, zo blijkt.
De details leest u in zijn opiniebijdrage, maar deze passage neem ik graag even over: „Geluk heeft altijd te maken met het geluk van anderen. De hele samenleving spant samen om ons wijs te maken dat geluk zit in ‘mijn dingen’. Het tegenovergestelde is waar. Het gaat altijd over ‘andere mensen’ en wij zijn altijd een andere mens voor een andere mens. We bestaan maar in de ogen van de ander.”
Steeds meer ben ik ervan overtuigd dat dat de ware [node:field_streamers:0] wegwijzer is naar geluk. Niet door onszelf centraal te stellen worden we gelukkig, maar door ons in een groter geheel te zien. Mijn geluk is ondenkbaar zonder de mensen om me heen. Ik kan geen echtgenoot zijn zonder mijn vrouw, geen vader zonder mijn kinderen, geen kind zonder mijn ouders, geen vriend zonder mijn vrienden. Ik kan geen Kerk & Leven maken zonder mijn redactieploeg en het heeft geen zin dit stuk te schrijven zonder u. Alles krijgt pas betekenis voor mij, als het betekenis heeft voor anderen. Dat schijnen zo veel mensen tegenwoordig te vergeten. Ze zoeken zelfrealisatie, en dat is op zich natuurlijk prima, maar vergeten dat hun bestaan leeg is als het geen deel uitmaakt van iets dat hen overstijgt. Dat kan religie zijn – gelovige mensen zijn vaak gelukkiger –, maar het begint al bij de medemens. „Ik ben gelukkig als ik me goed voel door iets goeds te doen voor anderen”, zegt Bormans daarover. Dat lijkt sterk op een beroemde Bijbelpassage: „Al wat gij gedaan hebt voor een van deze geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan” (Mattheus 25, 40).
We kunnen streven naar roem, rijkdom en succes, we kunnen alles bezitten wat ons hartje verlangt, we kunnen al onze ambities waarmaken, het zal ons niet gelukkig maken. Zolang we niet beseffen dat het ware geluk in de ander schuilt, zijn we ziende blind. Dan zoeken we een auto waarin we eigenlijk al zitten.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be