Opvallend in de nieuwe editie is de aandacht voor spiritualiteit.
Uit verschillende onderzoeken blijkt namelijk dat mensen die religieus zijn, gelukkiger zijn. Een verklaring vindt men daarvoor niet onmiddellijk. Wel blijkt dat die groep zich dikwijls meer engageert in de samenleving. Geen toeval, denk ik.
Geluk wordt al te vaak voorgesteld als iets wat je overkomt, alsof gelukkig zijn alleen maar te maken heeft met geluk hebben. Ik denk dat geluk eerder een werkwoord is: geluk maak je, in relatie tot anderen. Pas in een vriendschap word je een vriend. Pas in een gezin word je een echtgenoot en ouder. Pas in een gemeenschap word je dienstbaar. Pas in de relatie tot God en de ander word je jezelf.
Voor christenen is liefde het kompas voor een gelukkig leven.
Die liefde hoef je niet af te dwingen door aanzien, karakter of bezit. Voor God ben je geliefd, altijd en onvoorwaardelijk. Je hoeft je niet sterker of stoerder voor te doen dan je bent. Leren kijken met de tedere blik van God naar jezelf en de ander maakt je dankbaar, vreugdevol en vergevingsgezind. Dat zijn belangrijke ingrediënten voor een gelukkig leven.
Een bron zijn voor anderen, bevrijdt ons van consumptiedrang en doordrenkt onze daden met menselijkheid. We worden humaan, wie we ten diepste zijn, en dus echt gelukkig. En net die menselijkheid maakt ons deelgenoot van het wonderlijke perspectief van Gods plannen. Zonder het geluk te zoeken voor wie hulp nodig heeft, eenzaam is of geen dak boven het hoofd heeft, kan je geen geluk vinden.
Reageren? Mail naar koen.vlaeminck@kerk.net