Gelukkig nieuw (kerkelijk) jaar!
Een beetje vreemd, nieuwjaarswensen rond deze tijd? Het gaat dan ook niet over het kalenderjaar, maar over een nieuw kerkelijk jaar. Dat begon drie weken geleden, op de eerste zondag van de advent. De advent is de tijd van voorbereiding op het kerstfeest, de tijd waarin christenen de komst en wederkomst van Jezus Christus verwachten. Het Latijnse woord voor komst is adventus. Daarom worden de vier weken vóór Kerstmis de advent genoemd.
Van heidense tradities naar christelijke feesten en terug
Al millennia lang, nog voor de grote godsdiensten populair werden, waren allerlei tradities in omloop. Oorspronkelijk werden de seizoenen gevierd: de oogst in de herfst, het begin van nieuw leven in de lente. Op de kortste en donkerste dag van het jaar vierden mensen overal dat de dagen weer langer zouden worden. Na de winter keek iedereen uit naar de lente.
Aan de wortel van menig christelijk feest staat een heidens natuurfeest. Een aantal van die feesten kregen intussen opnieuw een heidense toets met een commercieel sausje er bovenop.
Allerheiligen wordt nu overschaduwd door de griezels van Halloween, Kersmis viert de blijde intrede van de kerstman en met Pasen komt de paashaas op bezoek.
Dat lijken archaïsche overblijfsels die christenen moeten overwinnen. Maar de verbondenheid met het ritme van de natuur kan ook heilzaam werken. Kerstmis vieren in het holst van de winter verwijst naar de overgang van donker naar licht die de geboorte van Jezus meebrengt. En wanneer we Pasen vieren, bevestigt het openbloeien van de natuur het leven dat in de verrijzenis van Jezus aan het licht is gekomen.
De vier seizoenen van de natuur ritmeren dus ook het leven van de kerk.
Via het kerkelijk jaar meeleven met de natuur wijst ons ook op onze verantwoordelijkheid om goed om te gaan met moeder aarde.
Kerst- en paaskring
In het kerkelijk jaar voeren twee kringen de hoofdtoon. De kerstkring loopt van de eerste zondag van de advent, over Kerstmis en wordt afgesloten met het feest van de Doop van de Heer op de tweede zondag van januari.
De paaskring vangt aan op Aswoensdag en eindigt 50 dagen na Pasen met Pinksteren. De zondag daarop vieren we het feest van de Heilige Drie-Eenheid.
Buiten de kerst- en paaskring tellen we 34 gewone zondagen door het jaar.
Een feest van kleuren
Als alle tijden gelijk zijn, worden ze kleur- en zinloos.
De feesten tijdens het kerkelijk jaar vragen daarom om mooie kleuren, plechtige gewaden en prachtige altaarbekleding.
Dat helpt mee om ons in de goede stemming te brengen, samen met de typische liederen voor die tijd, de kaarsen en alles wat erbij hoort.
Paars is de kleur voor de advent, een tijd van inkeer en spijt over wat fout was. Paars is een beetje een rouwkleur, een kleur van soberheid en droefheid. Paars staat tevens symbool voor hoop en verwachting dat het goede overwint. Deze kleur wordt ook gedragen tijdens de veertig dagen voor Pasen, bij de diensten van de uitvaart en op Allerzielen.
Wit is de kleur van zuiverheid, geluk, waarheid, goedheid, liefde en goddelijke wijsheid. Ze verwijst naar Jezus, die het licht is van de wereld. Daarom wordt wit gedurende de hele kerst- en paastijd gedragen, ook op Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart, op feesten die niet in verband staan met Jezus’ lijden en op feesten van Maria. Wit is daarnaast de kleur voor de de uitvaart van kleine kinderen.
Groen staat symbool voor hoop en verwachting, nederigheid en beschouwing. Deze kleur zie je in de gewone tijd door het jaar, dus op alle zondagen buiten de kerst- en paastijd, advent en veertigdagentijd, wanneer geen verplichte gedachtenis van een heilige of feest wordt gevierd.
Rood staat symbool voor de Geest. Het is de kleur van liefde, vuur, lijden en offer. Het is de kleur van Pinksteren, de dag van het vuur van de Heilige Geest. Rood wordt ook gedragen op een pauselijke begrafenis en op de begrafenis van kardinalen, op Goede Vrijdag en op feesten van de apostelen en de vier evangelisten.
De kleur roze duikt twee maal per jaar in de kerk op: op de derde zondag van de advent (Gaudete) en de vierde zondag in de veertigdagentijd (Laetare). Roze staat voor vreugde voor het komende kerst- en paasfeest.
Feesten structureren onze levenstijd
Feesten onderbreken het ritme van de gewone dagen en geven er structuur aan. Ze nodigen uit om bewuster om te gaan met onze tijd, onze dierbaren en ons leven. Het zijn vaste punten midden in het rumoer en de chaos van alledag. Feesten schenken ons de kracht die we nodig hebben om het leven aan te kunnen. Ze houden ons een spiegel voor die ons confronteert met onszelf.
Christenen structureren hun tijd rond mijlpalen die te maken hebben met verhalen en gebeurtenissen uit het leven van Jezus.
Elk jaar opnieuw passeren ze de revue: Jezus’ hoogtepunten en diepe dalen, vreugde- en woestijnervaringen, zijn lijden, dood en verrijzenis. Ons eigen leven heeft met elk van die ervaringen te maken. Geboorte en dood, succes en mislukking, gezondheid en ziekte, geluk en ongeluk zijn ook ons deel.
Daarom kunnen we ons hele leven herinterpreteren vanuit wat met Jezus gebeurde.
Inclusief alle ervaringen die ons vaak duister overkomen en die we geen plaats kunnen geven: crisissen, eenzaamheid en wanhoop, leegte en zinloosheid, teleurstelling en onbegrip, verlorenheid en vervreemding. De evangelies werpen door de menselijkheid van Jezus niet alleen licht op onze menselijkheid. Door met Jezus mee te leven, leren we ook God beter kennen en leren we Jezus' leven lezen als een weg tot navolging.
Dit wijde interpretatiekader krijgen we elk jaar opnieuw aangereikt. Stap voor stap trekken we door het kerkelijk jaar, stap voor stap valt een nieuw licht op de vele knooppunten in ons leven.
Lezingen van de dag
In de liturgie klinkt niet alleen op bijzondere feestmomenten, maar élke dag een woord dat we kunnen meedragen in de meest uiteenlopende situaties van ons leven.
Na het Tweede Vaticaans Concilie van 1965 werd een lezingencyclus van drie jaar ingesteld. Zo kwam een groter deel van de Heilige Schrift aan bod. De liturgische kalender onderscheidt de jaren A, B en C. Het zondagsevangelie wordt achtereenvolgens gelezen uit Matteüs (A-jaren), Marcus (B-jaren) en Lucas (C-jaren). Het evangelie van Johannes krijg je te horen op bijzondere feestdagen en ieder jaar in de Paastijd.
Dit kerkelijk jaar is een C-jaar en dus is de evangelist Lucas onze ervaren gids.
Op weekdagen is er een eenjarige cyclus in de sterke tijden - dat zijn de kerst- en de paaskring - en een tweejarige cyclus (alleen voor de eerste lezingen; de evangelielezing is eenjaarlijks) in de tijd door het jaar.
Elke lezing laat ons telkens opnieuw de vraag stellen: wat zegt deze tekst over mijn eigen leven? Hoe kan ik van hieruit mezelf zien en aanvoelen? Zo krijgt ons leven voortdurend meer vorm, betekenis en richting. We leren met nieuwe ogen kijken. We ontwikkelen misschien ook een nieuw levensgevoel en gaan anders om met de ervaringen in ons leven.
Het kerkelijke jaar daagt ons dag na dag uit om ons leven heel bewust te verklaren van God uit.
Hij is nabij in alle dingen van ons leven. Dan halen we onze waarde niet meer uit onszelf en uit de wereld, maar uit het diepe geheim van ons bestaan.
Die herinterpretatie vanuit het geloof is geen vervalsing van de werkelijkheid, geen psychologische truc. Dat zou niet lang werken! Alleen als we er vast van overtuigd zijn dat aan ons geloof een werkelijkheid beantwoordt, kan het geloof positief in ons doorwerken.
Het kerkelijk jaar geeft ons kleuren, beelden, symbolen, woorden, riten en gebaren die ons vertellen wie we ten diepste zijn.
Ze brengen ons in aanraking met onze wortels en laten ons deelnemen aan de stroom van het leven. Ze laten ons vandaag kijken naar het verleden en openen zo perspectieven voor de toekomst. Ze leggen contact met datgene waartoe we in staat zijn, met onze ongekende mogelijkheden en met onze waardigheid.
Zo gezien, heeft het kerkelijk jaar eigenlijk geen begin en geen einde. Maar God is tijdloos. Wij meten onze tijd af aan de omwentelingen der aarde, maar God was er al vóór de aarde bestond. God daalde neer in onze tijd. Dat vieren wij binnenkort op het hoge feest van kerst.
In afwachting dus: gelukkig nieuw (kerkelijk) jaar!