Getuigen van geloof - Onze-Lieve-Vrouw van Kerselarekapel
De parking boven de Edelareheuvel in Oudenaarde is groot en leeg. In de kapel staat het merendeel van de stoelen gestapeld. Een echtpaar wandelt door de koude kapel. Voor een fotograaf is de kapel van Kerselare even boeiend aan de buitenkant: het is een imposant, strak gebouw dat veel buitenlicht inviteert. De buitenlijnen serveren naarmate je rond de kapel wandelt nieuwe verhoudingen.
Binnen valt mij pas na flink wat tijd de opgezette kaaiman op, muil opengesperd, hoog tegen de muur. Een kaaiman in een kapel? Welaan: Joos de Joigny, baron van Pamele. leefde in de zestiende eeuw. Hij trok naar Jeruzalem en daar werd hij door een kaaiman aangevallen – zijn er kaaimannen in Jeruzalem? Hij vroeg de kaaiman even te patiënteren, bad tot Onze-Lieve-Vrouwe van Kerselare en overwon vervolgens de kaaiman. Uit dankbaarheid bracht Joos de Joigny de dode kaaiman mee naar Oudenaarde en hing ze op in de kapel van Kerselare. Groot is ze niet, die kaaiman en je kijkt er makkelijk naast. De strijd van de baron met het dier kan bezwaarlijk levensbedreigend zijn geweest. Mysterie is de kracht van elke legende.
Niet daarom is de kapel van Kerselare een bedevaartsoord. Ze was dat al veel eerder, sinds 1451. Er bestaat een Kerselarenlied dat als kerstlied gezongen wordt. Vlaams erfgoed. Het blijft de harten raken.