Getuigen van geloof - Scherpenheuvel
Scherpenheuvel is in normale tijden met meer dan 800.000 bezoekers per jaar het meest bezochte bedevaartsoord van de Benelux. Ze komen van heinde en ver, als het kan te voet. In alle beslotenheid willen ze vaak iets vragen aan Onsliefvrouwke. Ze schrijven het op een papiertje, vouwen het samen, laten het achter, in goede handen, branden een kaars, of drie of vier kaarsen, telkens met iemand in gedachten, ze bidden om de genezing van een zieke geliefde.
Ze bidden een rozenkrans of ze bidden woordenloos, maar altijd is hun gebed intens, ze dragen het mee.
Ze zijn van alle leeftijden, van uiteenlopende origine. Het begon eeuwen geleden met een eik. De kapelaan van Zichem vermeldt in zijn geschriften een wonderbaarlijke, in kruisvorm gegroeide eik, ergens tussen Zichem en Diest, die rijen bedevaarders aantrok. Dat was in 1304.
De katholieken zagen de plek als een heiligdom, een teken van hoop. Voor de protestanten was Scherpenheuvel een dwaling. Beide partijen vochten deze strijd over Scherpenheuvel uit via vlugschriften en pamfletten.
Volksdevotie is een bijzondere, oorspronkelijke en ook volwaardige vorm van devotie en geloof die volop haar plaats heeft in het Nieuw Testament. Er is het verhaal van Bartimeüs, en dat van de bloedvloeiende vrouw. Jezus waardeerde telkens deze vorm van geloof.
In Scherpenheuvel heeft die volksdevotie een bijzondere plaats.
De plek trekt helemaal niet voornamelijk oudere mensen aan. Het bezoek aan de intentiekapel en het huisje van de zegeningen is sterk toegenomen.
Wie naar Scherpenheuvel trekt, krijgt vaak de vraag ook voor anderen een kaars te branden. Het kan: een kaars branden, een verwachting opschrijven en achterlaten. In alle stilte. In alle anonimiteit. In alle vertrouwen.
In de tweede zijkapel is in enige donkerte, hoog tegen de muur, een bronzen beeld van de heilig verklaarde pater Damiaan De Veuster bevestigd. Willy Peeters, beeldhouwer in Leuven, maakte het. Het stelt Damiaan voor die net voor hij op missie vertrekt, samen met zijn moeder, nog langs gaat in de basiliek van Scherpenheuvel. In de basiliek ook neemt hij afscheid van zijn moeder. Ze zullen mekaar nooit terugzien. Pater Damiaan had een bijzondere devotie tot Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Hij heef zijn geloof beleefd. Het beeld toont Damiaan die nog gedeeltelijk bij Maria is en al een stap zet naar zijn roeping.
Er hing eens, in een onbewoond gebied van de stad Zichem, een Mariabeeld.
Dat was zo gekomen: het Mariabeeld was slordig opgehangen en toen het stevig aan waaien ging, viel het van de eik af. Een herder uit Zichem wou het beeld oprapen en mee naar huis nemen.
Maar toen hij het in handen had, kon hij plotseling niet meer bewegen. Hij kreeg geen voet meer voor de andere gezet. Een passant ontfutselde de herder het Mariabeeld en net zo plotseling als de herder was versteend, kon hij ineens weer bewegen als voorheen.
De kerkelijke overheid ging zich gaandeweg zorgen maken over de devotie in Scherpenheuvel.
Aartsbisschop Hovius en bisschop Miraeus gelastten een onderzoek naar de wonderen die in Scherpenheuvel plaatsvonden. Ze lieten de oude eik kappen. De boom werd in drie stukken verdeeld en er werden meer dan honderd kleine mariabeeldjes uit gesneden. De beeldjes vuurden de devotie tot Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel in heel Europa aan.
Hét Mariabeeld – 47 cm hoog - heet het Genadebeeld. Het staat in het hoofdaltaar van de basiliek, in een zilveren nis, boven het tabernakel. Op precies die plaats stond vroeger de oude eik. Om daaraan te herinneren, is er bovenop de altaaropstand een nagebootste eik van hout, ijzer en blik.
Bezoek Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel
Op de website vind je info over de geschiedenis, pastorale activiteiten en nog veel meer!