
Gewezen deken van Laken viert 70ste priesterjubileum: ‘Ik vier elke dag het leven’

‘Het gaat relatief goed met me, dank je. Ik heb wat gewrichtsproblemen, maar ik word hier in het woon-zorgcentrum Warlandis in Jette goed verzorgd en ik krijg geregeld bezoek. Vanuit mijn kamer heb ik een prachtig zicht op Brussel, de stad waar ik zoveel warme en verrijkende ontmoetingen heb gehad. Ik ben dan ook dankbaar en gelukkig, ja.’
Marcel Huyghe is een tevreden man. Hij omarmt de keuzes die hij in zijn leven heeft gemaakt. Van godsdienstleraar tot schooldirecteur in Brussel en van pastoor-deken in Laken tot directeur van de diocesane Lourdesbedevaarten. Over enkele weken wordt hij 97. ‘Ach, het is slechts een getalletje’, lacht hij. 'Ik vier elke dag het leven. Dagelijks bid ik tot God of Hij nog even wil wachten om mij te komen halen. Ik moet eerst nog wat heiliger worden.’
Ik geniet van de tijd die me nog gegeven is
Zeventig jaar intussen wijdt hij zijn leven aan de Kerk en haar gemeenschap. Zeven decennia vriendschap met Christus en de mensen. Ontegensprekelijk hebben zijn wijsheid, medeleven en geloof velen geraakt en gesterkt. Getuige een onlangs aardig gevulde Sint-Ceciliakerk in Ganshoren voor zijn plechtige dankviering, met als concelebranten kardinaal Jozef De Kesel, gewezen secretaris-generaal van de Bisschoppenconferentie Herman Cosijns, kanunnik Tony Frison en tal van andere Brusselse confraters.
‘Ik wilde het aanvankelijk rustig houden, maar ik vond het een uitgelezen moment om andermaal mijn dank uit te drukken aan de zovele mensen met wie ik heb samengewerkt. Kerk-zijn doen we samen. Het was een mooie viering, waarbij we weliswaar een poos zonder elektriciteit zaten door een panne in de wijk, maar de vele mensen in de kerk gaven me energie. Mijn homilie was natuurlijk veel te lang, zoals altijd, maar ik ben een onderwijsmens en leg het graag uit (lacht).’

Vandaag mag priester Marcel gewoon Marcel zijn. Zijn roeping van weleer krijgt in deze fase van het leven een andere invulling. ‘Ik ben een vrije vogel die nog elke dag geniet’, zegt hij. ‘Titels verdwijnen. Niet dat ik eraan gehecht ben, maar vroeger spraken de mensen me aan met mijnheer de directeur of mijnheer de deken. Ik ben blij dat ik nu Marcel mag zijn. Ik beleef hier mijn derde leven. Ik leef hier tussen de mensen. Ik eet samen met hen, doe mee aan allerhande activiteiten, speel gezelschapsspelen en sinds kort schilder ik ook. Het opent wonderlijke gesprekken.’
Er is veel weggevallen, maar er komt ook veel nieuws tevoorschijn.
'Je moest eens weten hoeveel mensen worstelen met existentiële vragen. Ik breng hen dan eens een bezoekje en probeer met hen in gesprek te gaan. En als ze ervoor openstaan, gaan we samen op zoek naar momenten van genade. Ik lees nog altijd veel en probeer me wat te verdiepen in theologische onderwerpen. Ik ben nogal vrij om te doen wat ik goed vind. Geregeld houd ik een bezinning over de liturgische tijd die we beleven. Mensen vinden dat boeiend. Toen de paus laatst in Brussel was, zaten we met tientallen bewoners naar televisie te kijken en gaf ik duiding bij datgene dat we zagen. Wie is wie? Wat gebeurt er? Achteraf heb ik over dat pausbezoek nog een miniconferentie gegeven aan de hand van foto’s die op jullie website verschenen. Het doet mensen toch telkens deugd, merk ik.’
Als priester op rust, met een schat aan ervaring, blijft Marcel ook de actualiteit op de voet volgen. Hij heeft dan ook zo zijn mening over de recente regeringsvorming, de geopolitieke situatie in de wereld of de Kerk. ‘We moeten niet naïef zijn over de moeilijkheden in het leven, maar we mogen niet in wanhoop vervallen. Er zijn altijd nieuwe kansen. We moeten veerkracht durven tonen en blijven geloven in het goede.’