Halfvol
Vandaag wordt het jaarrapport De katholieke Kerk in België 2019 voorgesteld. Het is pas de tweede keer dat een dergelijk rapport verschijnt, maar alle goede tradities kennen nu eenmaal een beginfase. In dit artikel stellen we u de belangrijkste cijfers en tendensen voor.
Opmerkelijk dit jaar is de focus op vrouwen in de Kerk. „Op vraag van de bisschoppen werd voor het jongste jaarrapport onderzocht hoeveel vrouwen werken in de verschillende geledingen van de Kerk. De resultaten maken duidelijk dat vrouwen een onvervangbare rol spelen voor de toekomst van de Kerk en het geloofsleven”, lezen we op bladzijde 8. Dat is een prima initiatief. Vaak wordt de Kerk voorgesteld als een vrouwonvriendelijk instituut. Is dat wel zo? Het antwoord is genuanceerd. Het glas blijkt halfvol te zijn.
Eerst het goede nieuws. Van duizenden mensen die in onze Belgische Kerk een taak op zich nemen, professioneel of vrijwillig, is naar schatting 55 procent een vrouw. Vooral in de parochies zijn vrouwen nadrukkelijk aanwezig. Ze vormen er 57 procent van de gebedsleiders, 69 procent van de catechisten en 79 procent van de parochieassistenten en pastorale werkers. Ook in het onderwijs, de zorgsector en de gevangenissen zien we dat vrouwen een meerderheid van de kerkelijke en pastorale functies uitoefenen. Hun „onvervangbare rol” is dus duidelijk.
Klimmen we echter hoger op de ladder, dan daalt het aantal vrouwen. In de bisschopsraden – de beleidsploegen rond de bisschoppen dus – tellen we nog maar 22 procent vrouwen. In de diverse bisschoppelijke diensten ligt dat percentage weliswaar hoger, met schommelingen naargelang het takenpakket.
Veel vrouwen aan de basis en minder aan de top is dus het beeld. Dat is merkwaardig genoeg het omgekeerde van wat we in de politiek zien. In onze parlementen tellen we [node:field_streamers:0] bijvoorbeeld 41 tot 47 procent vrouwen, terwijl er slechts 16 procent vrouwelijke burgemeesters zijn. Hoe komt dat? De politiek heeft de voorbije decennia doortastend werk gemaakt van een snelle doorstroming van vrouwen naar de top, maar slaagde er minder goed in te werven in de breedte.
Bij de Kerk zien we het omgekeerde: het kerkvolk vervrouwelijkt, maar de doorstroming gaat traag. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat de allerhoogste functies per definitie zijn voorbehouden aan gewijde mannen. Sommigen zullen nu zeggen: „Daar is hij weer”, maar ik blijf dat een ernstig probleem vinden. Ja, ook een hoofdredacteur van Kerk & leven moet af en toe een beetje ketter zijn. Soms is de samenleving immers wijzer dan de leer.
Laat niemand zichzelf iets wijsmaken, de emancipatie van de vrouw is geen tijdelijk fenomeen, maar een onomkeerbaar proces. Vrouwen zullen blijven ijveren voor gelijke kansen, gelijke rechten, gelijk loon, gelijke doorgroeimogelijkheden. Wijze mannen steunen die strijd en beschouwen vrouwen niet als een bedreiging, maar als een troef. Diezelfde mannen aarzelen dus best niet om hun deel van het werk op zich te nemen in het huishouden en in de opvoeding van de kinderen. Of om ook op de arbeidsmarkt aanwezig te blijven in sectoren zoals het onderwijs, de zorg of de sociale sector. De wereld is zoveel mooier als hij in balans is.
De Kerk is zich bewust van de uitdaging en boekt meetbare vooruitgang. Toch mag het nog wat sneller en kordater. Het debat over de wijding van vrouwen zal niet stilletjes verdwijnen als we er maar hardnekkig over zwijgen, maar ook los daarvan is verdere vooruitgang op kortere termijn mogelijk. De Kerk wordt echt beter van een goed evenwicht tussen vrouwen en mannen. We hebben er allen baat bij. Het glas is al halfvol, nu nog de andere helft.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be