Wat de heilige Vincenzo Romano voor deze Italiaanse Belg betekent
Davide Lamparella voelt zich vereerd met de heiligverklaring van Vincenzo Romano afgelopen zondag in Rome. Voor de meeste lezers is de nieuwe heilige een nobele onbekende, maar niet voor deze Italiaanse Belg. Lamparella deelt met hem zijn afkomst: het stadje Torre del Greco nabij Napels, ooit de derde stad van het Koninkrijk Napels. En daar is deze toegewijde priester nog lang niet vergeten. Lees het getuigenis van Davide Lamparella.
Op 13 juni 1843 werd het proces voor de zaligverklaring van pastoor Vincenzo Romano opgestart. Paus Gregorius XVI zei toen: Glorie aan God, want na 18 eeuwen heeft de Kerk eindelijk een heilige pastoor. Dat was nog een beetje te vroeg gesproken, want op dat moment viel een andere pastoor op door zijn toewijding: Jean-Marie Vianney, oftewel de pastoor van Ars. Zijn proces tot zalig- en heiligverklaring deed haasje-over met dat van de Italiaanse pastoor.
Vincenzo Romano, vroom en dienstbaar
Vincenzo Romano werd geboren op 3 juni 1751. Torre del Greco was toen een centrum van visvangst en bewerking van koraal aan de voet van de Vesuvius. Hij was als priester zo toegewijd dat het volk hem de bijnaam Onvermoeibare Werker gaf.
Hij scheen de gelofte afgelegd te hebben van geen tijd te verliezen.
In 1794 begroef een verschrikkelijke vulkaanuitbarsting de hele stad, de parochie van het Heilig Kruis inbegrepen. Pastoor Romano was de drijvende kracht achter de heropbouw van de kerk. En dat ging veel verder dan een materiële heropbouw: dankzij zijn onvermoeibare inzet en bovennatuurlijke toewijding, beleefde de stad een ware geestelijke en morele wedergeboorte.
Als apostel van de hoop zette hij zijn medeburgers voortdurend aan om te vertrouwen op de Goddelijke Voorzienigheid, met de woorden: De hoop is ons meest kostbare goed: het droogt onze tranen, verlicht onze vermoeidheid, versterkt onze zwakheid, geneest onze wonden.
Dagritme: bidden en luisteren
Vincenzo Romano stond heel vroeg op om in eenzaamheid te bidden. Dan ging hij naar zijn parochiekerk. Na de dankzegging ontmoette hij in de sacristie veel gelovigen om te luisteren naar hun noden. Bij het tabernakel las hij vervolgens zijn brevier. In de biechtstoel handelde hij met liefde en geduld, geduld en liefde, terwijl hij het juiste evenwicht zocht tussen strengheid en barmhartigheid.
Rond 13 uur keerde hij terug naar huis, altijd omringd door parochianen die zijn hulp en zijn raad vroegen. Voor de maaltijd gaf hij de zegen en vroeg voortdurend aan God: Heer, wanneer zullen wij allen aanzitten aan het hemelse maal?
Hij at heel weinig, want hij zei: 'Ik wil mijn maag niet bezwaren, want ik moet werken!'
Dadelijk na zijn karig maal, ging hij terug naar de kerk waar hij in aanbidding bleef voor Jezus-Hostie, onbeweeglijk, de ogen gesloten. Het wekte de bewondering op van zijn parochianen.
3 pijlers
Het ambt van pastoor Romano steunde op 3 pijlers:
- De heilige Mis • Pastoor Romano doorleefde de eucharistie heel intens. Zijn houding veroverde het hart van veel gelovigen! De mis noemde hij de schat van genaden. Hij bevorderde het verstaan van de mis met de publicatie van het boekje Praktische manier om met vrucht de Heilige Mis bij te wonen in 1820.
- Het Woord • Het evangelie doorgeven via preken en catechese, was een belangrijke bekommernis. Na zijn dood jammerden de inwoners van de stad: Wij zullen deze paradijselijke mond niet meer horen! Zijn stijl was eenvoudig, vlot, vaderlijk, vol diepgaande argumentatie die de harten beroerde.
- Evangelie van de Liefde • Vincenzo Romano was een apostel van de sociale liefde. Voor kinderen en jonge mensen was hij een opvoeder. Een belangenbehartiger voor de matrozen die voor hun bazen hun leven riskeerden in de zoektocht naar koraal. Bemiddelaar bij de terugkoop van zijn medeburgers, gevangen genomen in Noord-Afrika. Hij verliet nooit zijn mensen ondanks de politieke strubbelingen (revolutie en restauratie) en natuurrampen (uitbarsting van de Vesuvius).
In 1825 brak hij zijn dijbeen bij een val: zo begon zijn calvarie. Vijf jaar bleef hij aan zijn bed gekluisterd tot hij stierf op 20 december 1831.
Davide Lamparella