‘Hopelijk leren we opnieuw onbevangen over God te spreken’
Met een vesperdienst in de Sint-Quintinuskathedraal viert de bisschop van Hasselt, Patrick Hoogmartens, komende zondag de vijfentwintigste verjaardag van zijn bisschopswijding. „Ik was vele jaren de jongste, nu stilaan degene met de langste staat van dienst”, zegt hij. „Mijn diepe inspiratie veranderde echter niet sinds ik me in 1981 als diaken hechtte aan de Heer.”
De kern van die diakenwijding destijds komt uit Paulus’ Tweede Brief aan de Korintiërs. „Wij verliezen nooit de moed nu wij door Gods ontferming met de dienst zijn belast”, citeert Patrick Hoogmartens (70). „Hij is als een licht in onze harten opgegaan.” Van dat licht leeft de Hasseltse bisschop. „Ik wens het iedereen, jong of oud, ziek of gezond, toe het te ervaren en kracht te putten uit de relatie met God. Zalig zij die geloven.”
– Hoe zag u de Kerk de voorbije kwarteeuw veranderen?
Als ik naar de wereldkerk kijk, was er eerst de paus die me benoemde, Johannes- Paulus II, die zich tot de grote massa richtte. Niemand in de geschiedenis sprak wellicht meer mensen toe dan hij. Van de scherpe intellectueel Benedictus XVI kregen we prachtige documenten zoals de encycliek Deus caritas est en Franciscus benadrukt nu de barmhartigheid, zo belangrijk in de huidige samenleving. Ik ervaar dat de Kerk de pausen krijgt die ze nodig heeft en die wereldwijde richting stuurt ook wat er in een bisdom gebeurt.
Tegelijk versnelde de secularisatie. Wie is God? Velen kunnen nog weinig met die vraag, al is het christendom cultureel toch nog steeds alomtegenwoordig.
– Wat verwacht u van en hoopt u voor de toekomst van de Kerk?
Ik verwacht dat zinvragen enkel maar zullen toenemen, zeker in deze woelige tijd. Er rust wel een taboe op en ze komen niet snel op de voorgrond. Hopelijk leren we opnieuw onbevangen over God te spreken, vanuit de ontdekking van de Bijbelse mens dat Hij met ons meetrekt en dat we Hem mochten leren kennen in Iemand die op Hem lijkt. Ook hecht ik veel belang aan broederlijkheid. De paus schreef erover en het is het jaarthema in ons bisdom. Politiek kan niet alles oplossen en broederlijkheid wordt noodzakelijk op vele vlakken.
Ik hoop dat gelovigen elkaar op de een of ander manier lokaal blijven treffen, dat nieuwe mensen zich geroepen voelen om hun leven in vele vormen te wijden aan de blijde boodschap en dat er ook kerken openblijven, waar mensen binnenkomen om de rugzak van mislukkingen neer te leggen en barmhartigheid te ervaren.
– Evolueerde ook het bisschopsambt?
Niet ten diepste. Het blijft een functie die lokale Kerk en wereldkerk verbindt en die zoekt naar eenheid in de lokale gemeenschap. Vijf jaar geleden was ik twee jaar lang op ronde in de Hasseltse dekenaten. Overal organiseerden we een geloofsavond en ik zal nooit de vreugde vergeten van mensen die mochten getuigen. Als bisschop moeten we de goedheid van mensen bevestigen en in relatie [node:field_streamers:0] brengen met Gods Liefde, die de goedheid verdiept.
Voorts denk ik dat bisschoppen in de toekomst creatief zullen moeten zijn met minder mensen en mogelijkheden. Ook zullen ze vaker hun stem moeten laten horen in de media. In Limburg zijn vooral de regionale media essentieel.
– Het Hasseltse synoderapport behandelt onder meer de verloren band met de jeugd. Hoe ziet u dat als referent voor de jongeren?
Hoe maken we nieuwe generaties warm voor wat wij als waardevol beleven? Ouders en grootouders uitten in de loop van het synodegebeuren hun zorgen over de geloofsoverdracht die, ook in hun familie, hapert. Daarentegen ontving ik tijdens het traject ook een groep jonge vluchtelingen en bij hen trof me de honger naar geloof. Ik denk dat we herders missen, de kapelaans van vroeger, die meedraaien in het jeugdwerk en er getuigen van gelovige diepgang. Mensen die we vorming geven en die zich voor geruime tijd voor jongeren engageren, verwijzend naar God.
Het aanbod van IJD - Jongerenpastoraal is echter ook belangrijk. De Wereldjongerendagen, mooier nog dan Pukkelpop, maar ook misdienaarreizen en pelgrimstochten. Jongeren komen er in contact met spontane, diepe getuigenissen van geloof en ervaren edelmoedige ontmoetingen. Wie er was, draagt dat mee voor het leven.
– U bent ook referent voor de gezinspastoraal. Hoe kan de Kerk zich verhouden tegenover de hedendaagse veelheid aan gezinsvormen?
Alleenstaande en gescheiden mensen, samenwonende en gehuwde koppels met en zonder kinderen, hetero- en homoseksueel – het lijkt de nieuwe werkelijkheid. Tegelijk blijkt uit enquêtes dat jongeren nergens meer naar verlangen dan naar stabiele liefde en een gezin. De Kerk wil en moet mensen ondersteunen om een relatie in trouw te beleven, door de liturgie, door wijze woorden en lokaal door vorming. Het huwelijk tussen man en vrouw blijft een mooi model en de Kerk blijft geroepen om het op de voorgrond te plaatsen, weliswaar met veel respect voor wie er niet voor kiest of kan kiezen. Met gelovigen die duurzaamheid verlangen, kunnen we in vele omstandigheden mee om Gods kracht bidden.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be