Houden van de Kerk, als van een lieve moeder of een lastige tante?
Volgens haar zelfverstaan is de katholieke Kerk een heilige moeder voor de gelovigen. Eerder dan als een moeder van wie ze houden, lijken katholieken de Kerk nogal eens te beschouwen als de spreekwoordelijke schoonmoeder met wie ze noodgedwongen moeten leren leven. Klopt die indruk of beperkt die houding zich niet tot de katholieke Kerk? Is het een fenomeen van onze tijd en cultuur of net van alle tijden?